Gender & jezelf zijn

De workshop Gender & Jezelf Zijn biedt jongeren een veilige, interactieve ruimte om na te denken over genderidentiteit, zelfexpressie en maatschappelijke normen. Voor veel jongeren is het de eerste keer dat ze wat dieper in gesprek gaan over het thema gender. Door middel van speelse werkvormen, persoonlijke verhalen en groepsgesprekken worden deelnemers uitgedaagd hun eigen perspectieven te onderzoeken en meer bewustzijn te ontwikkelen rondom diversiteit. De nadruk ligt op zelfreflectie, wederzijds respect en het doorbreken van stereotypen, met ruimte voor twijfel en nieuwsgierigheid. Hiermee sluit de workshop naadloos aan bij de missie van Sexmatters: het bevorderen van seksuele en relationele vorming die uitgaat van autonomie, gelijkwaardigheid en verbinding.

Deze tekst is opgesteld door de interventie-eigenaar en aan de hand van de verandertheorie door KIS getoetst. Neem voor meer informatie contact op met de contactpersoon.

Doelgroepen van de interventie

Voortgezet onderwijs leerlingen en mbo-leerlingen, vanaf de eerste klas middelbare school. En incidenteel jongeren en jongvolwassenen (tot 25 jaar) vanuit de samenwerking met het jongerenwerk. 

Doel van de interventie

Veel jongeren groeien op in een omgeving waarin rigide gendernormen en stereotypen gangbaar zijn. Bovendien hebben veel jongeren rolmodellen in hun directe omgeving of online die deze normen en stereotypen voeden. Dit kan leiden tot uitsluiting, discriminatie en sociale onveiligheid voor jongeren die afwijken van de traditionele verwachtingen rondom mannelijkheid, vrouwelijkheid en seksualiteit. Ook voor genderconforme jongeren brengt dit sociale onveiligheid met zich mee. Jongeren beschikken vaak over beperkte kennis en taal om genderdiversiteit te begrijpen en bespreekbaar te maken, en ervaren druk om zich aan te passen aan groepsnormen. Dit belemmert hun sociale ontwikkeling, welzijn en vrijheid om zichzelf te zijn.

De workshop versterkt jongeren in hun kennis, zelfinzicht en houding om verschillen in gender en identiteit te herkennen, te begrijpen en daar respectvol mee om te gaan - binnen zichzelf, hun omgeving en de bredere samenleving.

Subdoelen

  1. Deelnemers kunnen een meer positieve houding aannemen als iemands identiteit of gedrag afwijkt van wat ze gewend zijn.
  2. Deelnemers begrijpen dat iedereen anders is, en dat we elkaar ongeacht verschillen moeten respecteren.
  3. Deelnemers kunnen voorbeelden geven van gendernormen uit hun eigen omgeving, en ze begrijpen dat deze cultureel en sociaal bepaald zijn en kunnen veranderen.
  4. Deelnemers herkennen situaties waarin zij of anderen zich moeten aanpassen aan genderverwachtingen, en kunnen verwoorden wat dat met hen deed.
  5. Deelnemers kunnen in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen geslacht en gender, en herkennen met meer nuancevoorbeelden hiervan in henzelf of hun omgeving.

Werkzame mechanismen

1. Inleving en empathie

Door interactieve werkvormen zoals persoonlijke reflectieopdrachten en gezamenlijke gesprekken worden jongeren uitgedaagd zich in te leven in anderen. De nadruk ligt op vragen als 'Hoe zou jij je voelen?' in plaats van het beoordelen van gedrag, waardoor empathie wordt versterkt en morele afwijzing van discriminatie toeneemt.

Werkvormen:

  • Energizer: ‘ik ben leuk, jij bent leuk’ – persoonlijke uitspraken delen stimuleert herkenning en empathie.
  • Wat is respect? – persoonlijke ervaringen met respect/geen respect delen.

2. Scheidslijnen verminderen

Door het benadrukken van persoonlijke verhalen, samenwerking in speelse werkvormen en het creëren van een veilige setting, ervaren jongeren dat verschillen binnen een gedeelde groepsidentiteit passen. Dit vergroot het wij-gevoel en verlaagt de drempel tot acceptatie van diversiteit.

Werkvormen:

  • Introductie & spelregels – creëren van een veilige en inclusieve groepssfeer.
  • Energizers (‘Doe wat ik doe’, ‘Quickie’, ‘Ik ben leuk, jij bent leuk’) – groepsbinding en laagdrempelige kennismaking met het thema.
  • Wat is respect? – persoonlijke verhalen en gedeelde waarden benadrukken wat mensen bindt. De oefening wordt afgerond met een gezamenlijke definitie van respect en de conclusie dat we respectvol met elkaar om willen gaan, ook als we van elkaar verschillen.
  • Afsluiten – waardering en gezamenlijk reflecteren versterkt het gevoel van verbondenheid.

3. Sociale norm

De workshop stimuleert een groepsklimaat waarin respect voor verschillen de norm is. Jongeren horen en zien dat leeftijdsgenoten en workshopleiders genderdiversiteit accepteren, wat bijdraagt aan normverschuiving binnen de groep.

Werkvormen:

  • Introductie + Spelregels – nadruk op respectvol omgaan en luisteren vormt de basis voor de groepsnorm.
  • Stellingenspel – door ruimte te bieden aan verschillende perspectieven, en tegelijkertijd de meer inclusieve perspectieven te benadrukken, zien deelnemers dat anderen respectvol of inclusief denken, wat groepsnorm beïnvloedt.
  • Afsluiten – terugblik en positieve groepsfeedback bevestigen dat inclusiviteit gewaardeerd wordt.
  • Workshopleiders als rolmodel – trainers delen persoonlijke ervaringen die normverruimend werken.

4. Bewustwording van het bestaan van (gender)stereotypen en negatieve gevolgen ervan

Deelnemers worden zich bewust van en krijgen inzicht in dat stereotypen bestaan, dat je die zelf ook hebt, en de negatieve gevolgen ervan. Via oefeningen zoals het vooroordelenspel en gesprekken over genderrollen worden jongeren bewust van hun eigen expliciete aannames. Door confrontatie en reflectie leren zij stereotypen herkennen en kritisch bevragen.

Werkvormen:

  • Vooroordelenspel – deelnemers leren op een speelse wijze een van de trainers kennen, en we reflecteren op en bespreken hoe snel ze oordelen op uiterlijk. Direct gericht op het herkennen van eigen expliciete aannames en stereotypen, en reflectie op welke invloed dit heeft op nieuwe ontmoetingen.
  • Wat is Gender? – begrippen en normen worden uitgelegd aan de hand van een filmpje en met voorbeelden besproken. Deelnemers worden uitgenodigd om na te denken over hoe genderverwachtingen verschillen met de tijd en in verschillende culturen en gaan hierover in gesprek met elkaar.
  • Vragenvuur: Gender – deelnemers kijken een filmpje en bespreken het verschil tussen gender en geslacht, en ze benoemen zelf verwachtingen uit hun omgeving.
  • Stellingenspel – stereotypen over onder andere mannen, vrouwen, relaties, seksualiteit worden besproken en bevraagd, en ze worden uitgenodigd om te reflecteren op hun eigen aannames. Dit is een uitnodiging om perspectieven te delen, na te denken over eigen overtuigingen, en met respect naar verschillende gevoelens te luisteren.

5. Uitleg over het verschil tussen trans- en cisgender

Deelnemers krijgen uitleg over het verschil tussen trans- en cisgender en de nuances hiertussen.

Werkvormen

  • Wat is Gender? – begrippen en normen worden uitgelegd aan de hand van een filmpje en met voorbeelden besproken.
  • Vragenvuur: Gender – deelnemers kijken een filmpje en bespreken het verschil tussen cis- en transgender.

Verandertheorie

Bekijk het schema

Evaluatie

  • We hebben mondeling gevraagd op het einde van de interventie naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (‘Wat vonden jullie ervan?’). Dit doen we altijd tijdens de afsluiting. De ruimte die we hiervoor innemen varieert wel per workshop. De trainer koppelt vervolgens door middel van een evaluatie aan de projectleider hoe de workshop ging en eventuele opmerkelijkheden.
  • We hebben via een formulier gevraagd naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (denk aan vragen zoals ‘Wat vond je er goed aan?’, ‘Welke tips heb je nog?’, ‘Wat kan er nog beter?’ etc.). Dit hebben we in het verleden gedaan, maar hier zijn we in 2024 mee gestopt, omdat vo-leerlingen geen mobiele telefoons mee mogen in de klas en papieren formulieren invullen teveel werk oplevert.
  • We hebben een procesevaluatie gedaan: via interviews, vragenlijsten en/of observaties hebben we onderzocht of de interventie is uitgevoerd zoals bedoeld (denk aan ‘Worden alle onderdelen gedaan of worden er onderdelen overgeslagen?’, ‘Worden de werkvormen op de juiste manier uitgevoerd?’). Dit doet onze coördinator kwaliteit en innovatie steekproefsgewijs in samenwerking met de senior trainers.
  • We hebben een kwalitatieve evaluatie gedaan waarbij we interviews hebben gedaan met deelnemers na afloop om na te gaan wat deelnemers van de interventie vonden (denk aan vragen zoals ‘Wat vond je er goed aan?’, ‘Welke tips heb je nog?’, ‘Wat kan er nog beter aan de
    interventie?’ etc.). Dit is uitgebreid meegenomen in de externe impactevaluatie van 2022-2023, uitgevoerd door Avance+. Daarnaast voert de projectleider onderwijs ook altijd achteraf een evaluatiegesprek uit met een vertegenwoordiger van de school. Sinds 2025 evalueren wij ook met de school in hoeverre zij vinden dat de leerdoelen behaald zijn. Wij vragen altijd 2 van de 4 subdoelen na, omdat de nadruk van de doelen varieert per groep en ingezette (modulaire) activiteiten.
  • We hebben een kwalitatieve evaluatie gedaan in de vorm van ‘ervaren baat’ onderzoek; dat houdt in dat we deelnemers na afloop van de interventie bevraagd hebben (via interviews, groepsinterviews of focusgroepen) over wat de interventie hen heeft opgeleverd en wat zij
    doen met het geleerde in de praktijk (denk aan vragen zoals ‘Wat heb je in de praktijk veranderd na het volgen van de interventie?’).
  • We hebben een kwantitatieve evaluatie gedaan waarin deelnemers achteraf een vragenlijstje hebben ingevuld over wat zij hebben geleerd en/of hebben gehad aan de interventie. In het verleden hebben we dit gedaan, maar dit doen we niet meer.
  • We hebben een kwantitatieve evaluatie gedaan waarin deelnemers vooraf en achteraf een vragenlijstje hebben ingevuld. Vervolgens zijn we nagegaan of (en in hoeverre) er verandering is opgetreden in hun houding, kennis en/of gedrag.
  • We hebben een kwantitatieve evaluatie met semi-experimenteel design gedaan waarin deelnemers vooraf en achteraf een vragenlijstje hebben ingevuld. Vervolgens zijn we nagegaan of (en in hoeverre) er verandering is opgetreden in hun houding, kennis en/of gedrag. Dit hebben we tevens vergeleken met een controlegroep (van mensen die enigszins lijken op de deelnemers) die ook twee keer dezelfde vragenlijst heeft ingevuld (vooraf en achteraf). Op die manier hebben we een beeld gekregen welke verandering door de interventie in gang is gezet.
  • We hebben een kwantitatieve evaluatie met experimenteel design (RCT) gedaan waarin deelnemers vooraf en achteraf een vragenlijstje hebben ingevuld. Vervolgens zijn we nagegaan of (en in hoeverre) er verandering is opgetreden in hun houding, kennis en/of gedrag. Dit hebben we vergeleken met een controlegroep die ook twee keer dezelfde vragenlijst heeft ingevuld (vooraf en achteraf). Deze controlegroep was willekeurig (gerandomiseerd) gekozen. Op die manier hebben we een precies beeld gekregen welke verandering door de interventie in gang is gezet.

Evaluaties zetten wij in voor de structurele doorontwikkeling van de workshop en voor het maatwerk leveren aan scholen, omdat wij bij verschillende scholen jaarlijks terugkomen. Hieronder staan de voornaamste aanpassingen van de workshops Gender en Jezelf zijn, die wij sinds 2023 hebben doorgevoerd op basis van onze evaluaties:

  • Meer aandacht en tijd voor sociale veiligheid voordat we het over gender hebben; dit houdt ook in dat wij onze workshop niet meer verkort aanbieden (in het verleden gaven we soms ook workshops van 45 of 60 minuten).
  • Alle voorbeelden van stereotypen en een oefening waarin dit voorkomt uit de workshop gehaald, omdat dit niet effectief is.
  • Meer over 'jezelf zijn' en 'respect' omdat er bij sommige groepen al direct grote weerstand is als je het over 'gender' hebt. Vanuit jezelf zijn en respect de groep meenemen en empathie creëren.
  • Sinds het schooljaar 24/25 zijn onze workshops modulair opgebouwd met  expliciete leerdoelen per bouwsteen. Dit maakt dat wij minder tijdsintensief heel gericht maatwerk kunnen leveren voor verschillende groepen en dit maakt het ook makkelijker voor ons om te evalueren of we onze (leer)doelen behalen. Sinds 2025 evalueren wij onze leerdoelen.

In de Avance impactmeting van 2023 hebben direct na het volgen van de genderworkshop (toen nog genaamd ‘genderblender’) 214 jongeren en 12 docenten een enquête ingevuld. Vier weken later heeft een deel van de respondenten (46 jongeren en 1 docent) nogmaals een enquête ingevuld. Hieruit kwam naar voren dat:

  • Bijna 70% van de jongeren na afloop beter begrijpt wat gender is en waar gendernormen vandaan komen.
  • Direct na de workshop verwacht iets meer dan 1 op de 5 leerlingen dat ze hun gedrag zullen aanpassen. Na vier weken heeft slechts 5% dat ook echt al bewust gedaan.
  • Na vier weken heeft 1 op de 5 leerlingen gekeken naar de rol van gendernormen in het eigen leven.

Belangrijke feedback die wij uit deze evaluatie haalden was dat na afloop van de workshop 21% van de jongeren aangaf dat de toon rondom gender negatiever was geworden. Een conclusie in het rapport van 2023 (p. 13): ‘GenderBlender lijkt in de huidige vorm mogelijk tot weerstand en polarisatie te leiden. De effecten zijn minder sterk of zelfs negatief in het geval van de toon in het gesprek in de klas. Dit geldt juist voor de doelgroep die zich eigenlijk niet bezighoudt met gender. Uit interviews blijkt ook dat de wrijving hier het grootst is. De workshop kan anders neergezet worden, waarbij de focus verlegd wordt naar jezelf kunnen zijn en loskomen van heersende normen.’ Dit heeft geleid tot grote aanpassingen in het draaiboek, waaronder: aanpassing titel naar ‘gender en jezelf zijn’, meer aandacht voor jezelf zijn in relatie tot verwachtingen over gendernorm in brede zin en voor respect in brede zin, meer voorbeelden die aansluiten bij de groepen met weerstand.

Een voorbeeld van de meest recent geëvalueerde Gender & jezelf zijn de afgelopen periode:

7x gender en jezelf zijn aan eerstejaars ict-studenten op het Talland College in Zaandam. Behalve een korte terugkoppeling aan het eind van de les, evalueren wij niet meer met de leerlingen, maar wel met onze trainers en een vertegenwoordiger van de school. Intake en evaluatie met de coördinator van het burgerschapsonderwijs op die school. In overeenstemming met de school ingezet op deze twee leerdoelen:

Leerdoel 1: Inzicht dat iedereen anders is, en dat we elkaar ongeacht verschillen moeten respecteren.
Leerdoel 2: Kennis over wat gender betekent.

Na afloop beoordeelde de school leerdoel 1 als goed behaald (4 op een schaal van 5) en leerdoel 2 als heel goed (5 van 5) bij 5 klassen en redelijk (3 van 5) bij 2 klassen. Ook uit de trainersevaluaties komt naar voren dat de workshops leuk en interessant werden gevonden (gevraagd aan het einde van de workshop) door de meeste leerlingen. Het thema riep volgens de trainers bij enkele jongens, zoveel weerstand op dat we bij deze leerlingen vrijwel zeker niet de gewenste leerdoelen hebben bereikt.