Interactieve workshop Online Haat
De interactieve workshop Online Haat is een interventie gericht op jongeren tussen de 12 en 18 jaar in het voortgezet onderwijs, inclusief het praktijkonderwijs en vso. De workshop helpt hen om online haat beter te herkennen, begrijpen en hier effectief op te reageren. Door een combinatie van educatie, interactieve werkvormen en creatieve opdrachten leren jongeren over de impact van online haat en hoe ze deze kunnen bestrijden.
De interventie is flexibel inzetbaar en bestaat uit een interactief dagdeel waarin deelnemers stap voor stap worden meegenomen in het thema. Eerst reflecteren zij op hun eigen ervaringen en kennis over online haat, vervolgens duiken ze dieper in de verschillende vormen en gevolgen ervan. Met behulp van groepsdiscussies en een creatieve werkvorm – zoals het ontwikkelen van een eigen anti-haatcampagne – werken ze actief aan bewustwording en handelingsperspectief. De workshop sluit af met concrete handvatten, waarmee jongeren hun digitale omgeving veiliger en inclusiever kunnen maken.
Deze tekst is opgesteld door de interventie-eigenaar en aan de hand van de verandertheorie door KIS getoetst. Neem voor meer informatie contact op met de contactpersoon.
- Organisatie: TMI
- Website: www.tmi.one
- E-mailadres: info@tmi.one
- Contactpersoon: ines@tmi.one
Doelgroepen van de interventie
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar die op alle niveaus van het vo zitten. Hier hoort ook het vso en praktijk bij. Wij leveren hierin maatwerk.
Doel van de interventie
De interventie richt zich op het verminderen van online haat onder jongeren en het versterken van hun weerbaarheid tegen de schadelijke effecten ervan. Door middel van educatie, reflectie en creatieve opdrachten leren jongeren niet alleen online haat te herkennen, maar ontwikkelen ze ook de vaardigheden om hiermee om te gaan. Ze worden aangemoedigd om een actieve rol te spelen in het creëren van een veiligere digitale omgeving.
Subdoelen
- Jongeren weten wat online haat is en herkennen verschillende vormen ervan.
- Jongeren begrijpen de impact van online haat op henzelf en anderen.
- Jongeren kunnen elkaar aanspreken op (online) gedrag en nemen verantwoordelijkheid voor een respectvolle online omgeving.
- Jongeren ontwikkelen weerbaarheid en voelen zich sterker bij het omgaan met online haat.
Werkzame mechanismen
1. Inleving en empathie
Werkzaam mechanisme: Jongeren krijgen inzicht in de impact van online haat door persoonlijke ervaringsverhalen te horen of door situaties te doorleven. Dit helpt hen om zich beter in te leven in slachtoffers, wat kan leiden tot meer empathie en een vermindering van vooroordelen.
Activiteit: In de workshop worden verhalen van mensen die online haat hebben ervaren gedeeld, gevolgd door groepsdiscussies waarin deelnemers reflecteren op deze ervaringen.
2. Educatie over online gedrag
Werkzaam mechanisme: Door kennis op te doen over online haat, leren jongeren het verschil tussen geaccepteerd en schadelijk online gedrag. Dit bewustzijn kan bijdragen aan een afname van discriminerend gedrag en vooroordelen.
Activiteit: Een kennissessie waarin jongeren verschillende vormen van online gedrag bespreken, de gevolgen hiervan analyseren en nadenken over welke normen en waarden zij zelf belangrijk vinden in de digitale wereld.
3. Sociale norm
Werkzaam mechanisme: Door zelf een anti-haatcampagne te creëren, dragen jongeren actief bij aan de boodschap dat online haat niet getolereerd wordt. Dit helpt bij het versterken van een sociale norm waarin respectvol online gedrag de standaard is.
Activiteit: Deelnemers ontwikkelen in groepsverband een eigen creatieve anti-haatcampagne, waarin ze de impact en gevolgen van online haat belichten en positieve gedragsverandering stimuleren.
4. Versterken van zelfvertrouwen
Werkzaam mechanisme: Door deel te nemen aan groepsactiviteiten en persoonlijke reflectie versterken jongeren hun zelfvertrouwen. Dit helpt hen om steviger in hun schoenen te staan en beter om te gaan met online haat.
Activiteit: Jongeren oefenen in rollenspellen hoe zij kunnen reageren op online haat, wat hen concrete vaardigheden en meer zelfvertrouwen geeft in het omgaan met negatieve online situaties.
5. Sociale verantwoordelijkheid versterken
Werkzaam mechanisme: Jongeren leren dat zij een actieve rol kunnen spelen in het bevorderen van een veilige en inclusieve online omgeving. Dit kan ervoor zorgen dat ze zich meer verantwoordelijk voelen voor hun eigen gedrag en dat van anderen.
Activiteit: Deelnemers worden uitgedaagd om elkaar aan te spreken op online gedrag en om na te denken over hun eigen rol in het bestrijden van online haat.
Verandertheorie
Evaluatie
- We hebben mondeling gevraagd op het einde van de interventie naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (‘Wat vonden jullie ervan?’)
- We hebben via een formulier gevraagd naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (denk aan vragen zoals ‘Wat vond je er goed aan?’, ‘Welke tips heb je nog?’, ‘Wat kan er nog beter?’ etc.)
- We hebben een procesevaluatie gedaan: via interviews, vragenlijsten en/of observaties hebben we onderzocht of de interventie is uitgevoerd zoals bedoeld (denk aan ‘Worden alle onderdelen gedaan of worden er onderdelen overgeslagen?’, ‘Worden de werkvormen op de juiste manier uitgevoerd?’)
- We hebben een kwalitatieve evaluatie gedaan waarbij we interviews hebben gedaan met deelnemers na afloop om na te gaan wat deelnemers van de interventie vonden (denk aan vragen zoals ‘Wat vond je er goed aan?’, ‘Welke tips heb je nog?’, ‘Wat kan er nog beter aan de interventie?’ etc.)
- We hebben een kwalitatieve evaluatie gedaan in de vorm van ‘ervaren baat’ onderzoek; dat houdt in dat we deelnemers na afloop van de interventie bevraagd hebben (via interviews, groepsinterviews of focusgroepen) over wat de interventie hen heeft opgeleverd en wat zij doen met het geleerde in de praktijk (denk aan vragen zoals ‘Wat heb je in de praktijk veranderd na het volgen van de interventie?’)
Deze interventie/workshop is op meerdere scholen uitgevoerd. Vanuit de feedback die we ontvangen hebben op het materiaal en de uitvoer hebben wij de workshop aangepast, zodat het uitvoerbaar is op alle niveaus in het vo en pro. Binnen de interventie zijn verschillende differentiaties verwerkt, waardoor er naar behoefte gekozen kan worden voor verdieping of vereenvoudiging.