Samen tegen stagediscriminatie

Discriminatie wordt volgens recent onderzoek ongeveer door 20 procent van de Nederlandse bevolking ervaren. Volgens meldcijfers ervaren mensen dit voornamelijk op de arbeidsmarkt. Dat moet anders. Om dit probleem aan te pakken, moeten we terug naar de basis: de eerste ervaring met de arbeidsmarkt, namelijk stages of leerwerkplekken. 

Tijdens deze training zullen verschillende onderwerpen aan bod komen. Bijvoorbeeld de definitie van discriminatie, discriminatiegronden, juridische kaders, microagressies, effecten van discriminatie, manieren om in te grijpen en hoe mensen het gesprek aan kunnen gaan over stagediscriminatie. Samen voor een veilige stagemarkt, samen tegen stagediscriminatie. 

De training duurt ongeveer een dagdeel. Een vervolgsessie wordt wel aangeraden. Aangeboden door Antidiscriminatiebureau RADAR (enkel voor regio Brabant en Zuid-Holland-Zuid).

Deze tekst is opgesteld door de interventie-eigenaar en aan de hand van de verandertheorie door KIS getoetst. Neem voor meer informatie contact op met de contactpersoon.

  • Contactpersoon: Lilia Visser
  • Organisatie: Antidiscriminatiebureau RADAR
  • Website: www.radar.nl
  • E-mailadres: L.visser@radar.nl of info@radar.nl
  • Kosten: afhankelijk van de financiële middelen van de betreffende organisatie en regio

Doelgroepen van de interventie

De training is geschikt voor docenten op hbo en mbo, stagebegeleiders, beleidsmakers en studentondersteuners.

Doel van de interventie

Docenten (h)erkennen stagediscriminatie en voelen bereidheid om hier is aan te doen binnen hun school of opleiding.

Subdoelen

  1. Docenten weten wat discriminatie is en wat de gevolgen ervan zijn (weten).
  1. Docenten weten dat stagediscriminatie bestaat en voelen de ongelijkheid (weten, voelen + willen).
  1. Docenten weten hoe ze discriminatie bespreekbaar kunnen maken met studenten, collega’s en het werkveld (weten en kunnen).
  1. Urgentie voelen en actie willen ondernemen.

Werkzame mechanismen

1. Bewustwording en inzichten vergroten van stagediscriminatie

Door kennis te delen over discriminatie en hierbij relevante voorbeelden te benoemen creëren deelnemers bewustwording over het onderwerp, hun eigen én andermans handelen. Hierdoor zijn deelnemers bewuster van hun eigen gedrag en denkpatronen wat onbedoelde discriminatie verminderd.

2. Sociale norm

Door het gesprek over discriminatie te openen krijgt de groep deelnemers de mogelijkheid om te sparren over hoe zij discriminatie in hun eigen context zien. Ze kunnen bediscussiëren hoe ze om willen gaan met het onderwerp op school en wat ze hierin moeten doen. Zo stellen ze samen de sociale norm. Door de sociale norm van iets abstracts en persoon gerelateerd naar een universeel en duidelijk statement te brengen, kunnen alle deelnemers zich eraan houden en dit verspreiden. Zo hebben docenten houvast en kunnen ze beter ingrijpen als ze discriminatie zien.

3. Ondoordachte beslissingen

Door ‘active bystander’ in te zetten maak je deelnemers bewust van hun manieren van reageren op discriminatie. Naast dat dit zorgt voor bewustwording over verschillende manieren dat een persoon kan ingrijpen wanneer ze discriminatie zien, draagt het ook bij aan het verminderen van ondoordachte beslissingen. Door mensen zowel kennis als een referentiekader een geven kunnen ze beter doordacht een keuze maken.

4. Inleving

Tijdens de training maken we gebruik van echte casussen en filmpjes van studenten die stagediscriminatie hebben meegemaakt. Hierdoor kunnen deelnemers zich inleven in de situaties van hun studenten. Dit doen we ook door onderzoeken uit te lichten en deelnemers na te laten gaan of dit herkenbaar is. Zo koppelen we de theorie met hun eigen gevoel waardoor hun inleving en empathie vergroot.

Verandertheorie

Bekijk het schema

Evaluatie

Op het einde van de training hebben we de deelnemers gevraagd wat ze ervan vonden. Ook hebben ze een evaluatieformulier ingevuld. Deze punten kwamen daaruit naar voren:

  • Een goede introductie van het onderwerp is belangrijk inclusief omgangsvormen 
  • Genoeg ruimte laten voor deelnemers om eigen vragen en ervaringen te delen 
  • Een vervolgsessie met intervisie-aspect is gewenst 

Op basis hiervan hebben we de presentatie aangepast en de trainers meegegeven dat er behoefte is aan meer ruimte voor gesprek. Daarnaast bieden we nu ook een tweede vervolgsessie aan als hier behoefte aan is. De reden dat we het niet combineren met de huidige training is dat de ervaring ons leert dat de stof goed moet indalen en deelnemers met elkaar moeten kunnen sparren voordat we verdiepen. 

Onderzoek