Gezien!

Jawad Alzawahra over inburgeren in Nederland: ‘ Open je vriendenkring voor nieuwkomers’ GEZIEN! GEZIEN! is een uitgave van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) Staatssecretaris Maarten van Ooijen: ‘ We moeten een ander verhaal gaan vertellen’ Krystyna Meijer ondersteunt Poolse nieuwkomers ‘ Stilte betekent niet ‘het gaat goed’’ Stichting Mano traint rolmodellen ‘ Ervaringsdeskundigheid is een professie’ S AME NWE R K E N A AN S U C C E S VO L L E I NT E G R AT I E

ind 2020 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport ’Samenleven in verscheidenheid. Beleid voor de migratiesamenleving’. Daarin roept zij op om werk te maken van (structurele) voorzieningen voor de ontvangst van alle nieuwkomers in de gemeente, én om te investeren in de sociale samenhang in buurten en wijken waar nieuwkomers zich vestigen. Als Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) zien we veel inspirerende voorbeelden van gemeenten en hun samenwerkingspartners die nieuwkomers – EU-migranten, statushouders en gezinsmigranten – welkom heten en hen een steuntje in de rug geven, zodat zij een nieuw leven in Nederland kunnen ‘ We moeten een ander verhaal gaan vertellen’ Maarten van Ooijen aan het woord Stilte betekent niet ‘het gaat goed’ Krystyna Meijer over haar werk voor Poolse nieuwkomers ‘ Wij verbinden kwetsbare aan niet kwetsbare mensen’ Figulus Welzijn ondersteunt sociaal netwerk ‘ Open je vriendenkring voor nieuwkomers’ Jawad Alzawahra vertelt over inburgeren in Nederland Opbrengsten uit 7 jaar onderzoek en advies ‘ Ervaringsdeskundigheid is een professie met specifieke vaardigheden’ Stichting Mano traint rolmodellen ‘ De eerste stap is het opbouwen van vertrouwen’ In gesprek met Karin Wolters, Programmamanager EU-arbeidsmigranten Rotterdam ‘ Zorg dat het een informele ontmoetingsplek is’ Steunpunt inburgering Vlaardingen helpt nieuwkomers Jongeren met en zonder vluchtelingenachtergrond werken samen door Wake Up Your Mind! Tips voor de praktijk Webinar: ‘Samenwerken aan succesvolle integratie’ ‘ Wij zijn er voor de mensen die buiten de boot vallen’ De kracht van Krachtmoeders Varia Over KIS & Colofon opbouwen. En die daarbij de samenleving, in al zijn verscheidenheid, niet uit het oog verliezen. Ons magazine heet ‘Gezien!’. Want, je bent pas onderdeel van de samenleving als je gezien wordt. Gezien door je nieuwe buren. Maar ook dat gezien wordt wat je hebt te bieden, én wat je nodig hebt. Sleutelpersonen zijn hierbij onmisbaar. Zij slaan bruggen tussen nieuwkomers en instanties en tussen nieuwkomers en gevestigden. Zij maken het – te vaak nog op vrijwillige basis- mogelijk dat we ‘zien en gezien worden’. Zien en gezien worden: met alles wat je bent, je talenten, én je behoeften. Dat is wat mij betreft wat de verhalen in dit magazine zo inspirerend maken. Veel leesplezier! ● Voor u ligt een verzameling prachtige verhalen over integratie van nieuwkomers in onze samenleving. Integreren betekent meedoen, maar ook kunnen en mogen meedoen. Nieuwkomers, gemeenten, organisaties en bewoners werken samen om dat mogelijk te maken. Hun ervaringen willen wij graag met u delen! E Marjan de Gruijter is senior onderzoeker bij Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). KIS doet sinds 2015 onderzoek, adviseert en biedt praktische tips en instrumenten over vraagstukken rond integratie, migratie en diversiteit. Een enthousiast team van KIS medewerkers stelde dit magazine samen. Inhoud 04 04 16 40 10 15 20 26 32 34 36 38 40 43 44 22 GEZIEN! | 2 3 | GEZIEN!

‘ We moeten een ander verhaal gaan vertellen’ aarten van Ooijen is later op de afspraak voor het interview met KIS. Hij verontschuldigt zich. Over de reden van zijn verlate binnenkomst straks meer. Niet veel later steekt de (toen nog) wethouder energiek van wal om de missie en ambitie van het Utrechtse beleid rond nieuwkomers nauwgezet uit de doeken te doen. In de tussentijd zijn broodje opetend omdat de lunch er vanwege een volgende afspraak bij inschiet. Morele verantwoordelijkheid ‘We constateren al een tijd hier in Utrecht dat er een ander verhaal nodig is rond nieuwkomers. Wat nu vooral het narratief is, ook in de politiek: nieuwkomers zijn lastig, het is allemaal ingewikkeld, ze kosten geld, ze kosten ruimte.’ Maarten en zijn Utrechtse medebestuurders zien dus graag een ander verhaal verteld. ‘Dat het de plicht is van bestuurders om morele verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te gaan. We willen in de stad een nieuwe samenleving bouwen. Een samenleving waarin we de oprechte en terechte zorgen van mensen willen combineren met de komst van nieuwkomers die iets te bieden hebben.’ Hij illustreert de ambitie en het al gevoerde beleid met een voorbeeld: de vestiging van een azc in de wijk Overvecht een paar jaar geleden. Daarover ontstond flinke beroering bij bewoners in de wijk. Van Ooijen: ‘In het oude narratief zou je kunnen zeggen: “die mensen hebben gelijk, of ze hebben geen gelijk”. Maar waar het om gaat is dat we als gemeente hebben gezegd: “we nemen de oprechte zorgen van bewoners serieus.” We bouwen een opvang nieuwe stijl waarin voor een deel ook woonruimte wordt gecreëerd voor mensen die al jaren op zoek zijn naar een woning, onder wie veel jongeren. En dat alle activiteiten in het azc niet alleen voor nieuwkomers zijn maar ook voor bewoners in de wijk. Overvechters met een taalachterstand, Overvechters die op zoek zijn naar een baan.’ Aldus geschiede. En niet toevallig volgens Van Ooijen dat de aanvankelijk grootste tegenstanders van de komst van het azc, zich uiteindelijk ontpopten tot voorstanders. En teleurgesteld waren toen de opvang weer weg moest. In Utrecht worden zogenaamde Welkomhuizen ingericht. Hier kunnen inburgeraars hun begeleiders ontmoeten, maar ook activiteiten organiseren of vrijwilligerswerk doen. In de Welkomhuizen kunnen oud-inburgeraars of andere Utrechters nieuwe inburgeraars een handje helpen, in het vinden van de weg, het leren van Nederlands of met een gesprek en luisterend oor in de eigen taal. Het is de bedoeling dat de Welkomhuizen een plek worden voor álle Utrechters. We spreken hierover met voormalig wethouder Maarten van Ooijen. Maarten van Ooijen, nu bekend als Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, was ten tijde van dit interview als Utrechtse wethouder verantwoordelijk voor het beleid rond de participatie van nieuwkomers. Hij toonde zich een ambitieus pleitbezorger van een ander uit te dragen verhaal rond nieuwkomers. Hoe doet Utrecht dat en welke missie ligt eraan ten grondslag? Je moet als bestuurder grotere stappen durven te zetten. Durf te kiezen! M ▲ GEZIEN! | 4 5 | GEZIEN!

Los van het voorbeeld – het gaat hem om het grotere verhaal dat erachter zit. ‘Als we in alle beleid rond nieuwkomers het zo zouden aanpakken, dan creëer je een veel grotere massa. Dan is de kans veel groter dat mensen zeggen: “ja, van die nieuwe samenleving wil ik deel uitmaken”.’ Het maakt voor hem ook dat de nieuwe inburgeringsopgave waarvoor de gemeente staat niet een technocratische invuloefening is. ‘Inburgeren is meer dan taalonderwijs en kennis van de Nederlandse samenleving. Voor alle maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan – niet alleen inburgering - groeit de urgentie en de noodzaak om de overheid en onze manier van organiseren op andere principes, op dat andere narratief te baseren.’ Welkomhuizen Een belangrijk element in de Utrechtse aanpak rond de inburgering en participatie van nieuwkomers, vormen de welkomhuizen (zie ook kader pagina 8). Medewerkers van de gemeente, VluchtelingenWerk en buurtteams werken in het welkomhuis nauw samen. Achterliggende gedachte: huidige en toekomstige statushouders en gezinsmigranten beter begeleiden, zodat zij zich sneller thuis voelen in de stad. Tegelijkertijd kunnen allerlei inwoners uit de wijk of stad elkaar daar ontmoeten. Maar gaat dat laatste ook gebeuren, gaan die inwoners komen? Van Ooijen: ‘Het is belangrijk dat je op de plekken waar je aanbod creëert ook voorziet in een behoefte die bewoners in de volle breedte hebben. Als je zegt: “er is hier een inburgercursus maar iedereen is welkom”, dan zul je zien dat er behalve de inburgeraar niemand anders komt. Je zult dus moeten nagaan: wat is er in deze wijk nodig? Je zult aanbod moeten creëren waardoor mensen die er al jaren wonen denken: “hé, dat is iets voor mij!”’ Je doet niet iets specifieks voor nieuwkomers, nee je doet iets voor de buurt.’ Om die reden is bij de kick-off bijeenkomst van de welkomhuizen een open oproep gedaan aan organisaties en bewoners. Heb je een maatschappelijk initiatief dat volgens jou een plek verdient in de welkomhuizen: meld je aan. ‘We willen wat er in de welkomhuizen gebeurt, breed inbedden in de nieuwe samenleving die er allang is. Waar al Taalmaatjesprojecten zijn, waar al huiswerkklassen zijn, waar al buurtcentra zijn met clubjes die zich verenigen rond een bepaald onderwerp. Het ís er allemaal al.’ Hij verheft zijn stem: ‘Je wilt dat zo’n initiatief daar onderdeel van wordt. Dat het de look and feel krijgt van wat er al gebeurt. Bewoners hebben er een broertje dood aan als er een nieuw initiatief komt zonder dat er bij hen is aangeklopt. “Hé, wij zijn hier al jaren actief, waarom is er niet met ons gepraat?”’ Durf te kiezen! Van Ooijen toont zich gedurende het vraaggesprek een energiek pleitbezorger van het beoogde nieuwe narratief over nieuwkomers. Tegelijkertijd steekt hij niet onder stoelen of banken dat het niet zonder slag of stoot gaat, het loskomen van ‘incidentenpolitiek’. Zijn verlate binnenkomst bij het interview had te maken met een onvoorziene gebeurtenis waarvoor de gemeente zich ineens gesteld ziet. De geplande opvang van 500 asielzoekers in het voormalig pand van Holland Casino kan niet doorgaan. Niet brand- veilig genoeg volgens de brandweer. Het nieuws erover lekte uit waardoor er volgens Van Ooijen onvolledige en onjuiste informatie naar buiten kwam. Het gevolg: de wethouder en de gemeente moesten, tot zijn ongenoegen, vanuit de reactiestand opereren. De vraag is hoe je voorkomt dat je blijft hangen in incidentenpolitiek dat de beeldvorming blijft bepalen? Hoe kom je er onderuit zodat je voller kunt inzetten op dat nieuwe narratief? Creëer aanbod voor nieuwkomers waardoor ook mensen die er al jaren wonen denken: “hé, dat is iets voor mij!” Ontvangst in het Welkomhuis in Utrecht Van Ooijen: ‘Er is een verandering nodig in het denken in de asielketen om dit soort incidenten te voorkomen. Je moet als bestuurder grotere stappen durven te zetten. Durf te kiezen! We moeten minder bang zijn voor de waan van de dag. We moeten minder bang zijn voor de kritiek op beslissingen. Niet met kaasschaaf beleid weer bijstellen vanwege die kritiek. Op zo’n manier opereren vraagt een verandering van onze smalle manier van beleidsdenken. Durf is daarbij een sleutelwoord.’ Terug naar de welkomhuizen. Ervaringsdeskundigen, sleutelpersonen - ex-vluchtelingen - spelen een belangrijke rol bij de ontvangst van de nieuwkomers en de activiteiten. Wat is de gedachte erachter? Van Ooijen: ‘Niets over ons zonder ons. Je moet altijd ervoor zorgen dat de mensen die het intrinsiek betreft, aan tafel aanschuiven. Dat doen we ook met andere thema’s overigens, zoals bij mantelzorg, dagbesteding, jongerenwerk. Je krijgt er andere gesprekken door. En het gaat daarbij niet alleen om meepraten maar ook om meedoen, het mee vormgeven van het concept en de activiteiten.’ Voor veel nieuwkomers – of het nu gaat om statushouders, gezinsmigranten en de (niet inburgeringsplichtige) EU-arbeidsmigranten geldt dat ze kampen met de nodige problemen die hun welzijn danig kunnen ondermijnen. Denk aan psychische problemen die te herleiden zijn naar de gebeurtenissen in het thuisland voor de komst naar Nederland, oorlog, ervaren trauma. Ook financieel-economische problemen – geen werk, slechte huisvesting - kunnen mensen danig parten spelen. Ondermijnt dat niet heel erg het participatiestreven? Mensen hebben eerst wat anders aan hun hoofd, namelijk overleven… Van Ooijen: ‘Ik ben het daar niet mee eens. Ik heb zelf geconstateerd dat als we als gemeente deze mensen, die met deze problemen kampen, vragen: “wat heb jij nodig? Wil jij met ons meedenken over hoe de hulpverlening moet worden georganiseerd”, dat ▲ GEZIEN! | 6 7 | GEZIEN!

dit iets teweegbrengt. Mensen voelen zich allereerst eindelijk serieus genomen en ze voelen zich gewaardeerd. Iemand wiens mening ertoe doet. “Ik ben nu in de positie om het systeem te helpen verbeteren”.’ Het vereist wel een andere manier van benaderen door de gemeente geeft Van Ooijen toe. Je bent er niet met een uitnodigingsbrief voor een inspraakavond. Nee, soms moet je gewoon aanbellen, huis aan huis. En daarbij: wees je als gemeente bewust van de gemarginaliseerde positie van mensen. Dus wees begripvol als mensen op het laatste moment afhaken omdat ze toch niet durven. Geef dan niet vervolgens op, is daarbij het motto.’ Wanneer zijn jullie tevreden over wat er met welkomhuizen is bereikt? Van Ooijen: ‘Dat zijn we wanneer er op verschillende plekken in de stad welkomcentra zijn, op loopafstand voor iedereen. Dat de status ervan onomstreden is en dat deze voorzieningen, zoals ik eerder zei, volledig ingebed zijn in de voorzieningen van de wijk en aansluiten op de behoeften van alle inwoners. Dus niet alleen op die van de nieuwkomers.’ Het interview loopt op zijn eind. Wat adviseert Van Ooijen tot slot wethouders van andere gemeenten rond beleid van participatie nieuwkomers? ‘Allereerst: zet een stip op de horizon. Kies! Dat vergt dat je als gemeente, samen met de betrokken maatschappelijke organisaties bij wijze van spreken opsluit in een kamertje en deze vraag beantwoord: “wat willen we met inburgeren en participatie?” Wat ik nog veel te veel zie is gelatenheid. De redenering: er is een wet en die wet voeren we uit. Dan denk ik: come on mensen! Waar hoop je op, waar droom je van? Hoe hoop je dat je samenleving er over tien jaar uitziet? Als je zo aan de gang gaat, dan weet je het vuur aan te wakkeren en enthousiast te maken. ● Twee vrouwen in gesprek tijdens een activiteit van Plan Einstein ok Ariëtte Reijersen van Buuren, regiomanager VluchtelingenWerk West -en Midden Nederland, wil meer doen dan alleen een wet uitvoeren. ‘In Utrecht werken willen we met het inburgeringsbeleid eraan bijdragen dat nieuwkomers echt onderdeel zijn van de samenleving.’ Reijersen van Buuren benadrukt dat het belangrijk is om de - uiteindelijk maar - korte fase van inburgering in het leven van nieuwkomers goed te benutten. ‘Nu heb je als nieuwkomer soms allerlei afspraken op verschillende plekken. Je ontmoet wel anderen, maar alleen functioneel. In het Welkomhuis is dat anders: daar heb je afspraken, maar kun je bijvoorbeeld ook deelnemen aan een activiteit, of koffie drinken met andere bezoekers. Nu kan dat ook, maar activiteiten zijn verspreid over de stad en het vereist uitzoekwerk en moed om deel te nemen. Het Welkomhuis moet een smeltkroes worden, waar die initiatieven allemaal samen kunnen komen.’ Net als de wethouder vindt Ariëtte het ontzettend belangrijk dat er ervaringsdeskundigen werken in de Welkomhuizen. ‘Deze mensen weten als geen ander hoe het is om te moeten of mogen integreren. Welke uitdagingen erbij komen kijken, niet alleen praktisch, maar ook qua gevoel. Zij signaleren vaak als eerste wat er speelt, en dat hebben wij als partners heel hard nodig.’ Samenwerking In de Welkomhuizen gaan ‘teams begeleiding inburgeraars’ werken. Deze teams bestaan uit vrijwilligers en professionals vanuit de gemeente en VluchtelingenWerk. ‘In Utrecht wordt al langer door deze partijen samen- gewerkt’, vertelt Ariëtte, ‘maar in de Welkomhuizen zijn we echt een team. Vanaf de start zij we bijna uitwisselbaar op verschillende onderdelen. Dat zegt veel over het vertrouwen over en weer.’ Een tip van Ariëtte voor samenwerkingspartners in andere gemeenten is dan ook: ‘Vind het wiel niet opnieuw uit, maar doe het samen. Er is zoveel kennis en expertise bij verschillende partijen, zorg dat je dat verbindt! Vanuit het vertrouwen in ieder expertise kun je iets moois creëren. Voer niet alleen uit, maar ontwikkel een visie met elkaar.’ ‘ Het Welkomhuis moet een smeltkroes worden waar alles rond inburgering samenkomt’ We zijn tevreden wanneer er op verschillende plekken in de stad welkomcentra zijn, op loopafstand voor iedereen O VluchtelingenWerk partner in het Utrechtse inburgeringsbeleid GEZIEN! | 8 9 | GEZIEN!

rystyna Meijer vertelt wat voor haar en haar collega’s de impuls was om te starten met een steunpunt arbeidsmigranten. ‘We zagen steeds meer auto’s met witte kentekenplaten (Pools, red.) rondrijden. Het was een groeiende groep in de gemeente, die we echter niet tegenkwamen binnen de muren van onze organisatie. We wilden weten: wat zijn hun wensen, behoeften?’ Huiselijke problemen ‘Onze organisatie’ is welzijnsorganisatie LEV-groep in Zuid-Oost Brabant waar Krystyna als sociaal werker werkt. Samen met collega’s startte ze een spreekuur in de avond met een sociaaljuridisch medewerker en een tweetalige vrijwilliger. Het spreekuur – dat ook via sociale media als Facebook werd gepromoot - bleek in een grote behoefte te voorzien. Met name Poolse nieuw- komers, arbeidsmigranten, kwamen langs met allerhande vragen over arbeidscontracten, huisvesting en financiële kwesties. worstelen professionals ook mee, en daarop wordt vervolgens actie ondernomen. ‘We zetten af en toe een vrijwilliger in die helpt met vertalen en meedenken met professionals – we hebben inmiddels een groot netwerk opgebouwd van professionals en vrijwilligers die deze groep kunnen helpen. Ook met de GGD en Stiching MEE is contact want er gaan ook vaak gezondheidsproblemen schuil achter veel problemen waarmee arbeidsmigranten kampen, zegt ze. ‘We hebben veel expertise opgedaan en dit geven we door aan anderen.’ Op de vraag of er beleid is ontwikkeld rond het steunpunt is Meijer voorzichtig. De problemen zijn acuut en het steunpunt ondersteunt de professionals bij het oplossen ervan. Maar het is roeien met de riemen die het steunpunt heeft. Meijer is coördinator en werkt met vrijwilligers, waarvan de meeste tweetalig zijn. ‘Onze middelen en onze mankracht zijn beperkt. Veel gemeentes willen niet extra inzetten op deze groep mensen. Het uitgangspunt van gemeenten is: Arbeidsmigranten moeten gebruik maken van het reguliere hulpaanbod. Maar wij zien dat ze daar niet of nauwelijks terechtkomen. Het is een stille groep die hard werkt en nauwelijks van zich laten horen.’ Maar dat “stil” moeten we vooral niet interpreteren als: het gaat goed, zegt Meijer. ‘Wij zien veel zware problemen die voorkomen hadden kunnen worden als er eerder informatie en ondersteuning was gegeven.’ Voor interactie is taal nodig In hoeverre is er interactie tussen de Poolse nieuwkomers – er wonen overigens ook Roemenen in de regio maar die groep is kleiner – en de andere bewoners van Helmond? Kortom, hoe staat het met de participatie en wat betekent het steunpunt daarin? Meijer: ‘Voor interactie is taal nodig. En we investeren daar behoorlijk in. We organiseerden een avond ‘Langzamerhand kwamen we erachter dat achter hun vragen een grote sociale component schuilging’, zegt Meijer. Ze geeft het voorbeeld van een Poolse vrouw die met een vraag kwam over het ontslag van haar man. Bij nader inzien bleek dat terug te voeren op over- matig alcoholgebruik van hem, wat vervolgens weer leidde tot huiselijke problemen. ‘Goed doorvragen is heel belangrijk’, stelt Meijer. Stil betekent niet: het gaat goed Het Steunpunt arbeidsmigranten startte met een avondspreekuur. Tijdens de uitbraak van corona was er een goedbezochte online helpdesk. Nu de coronamaatregelen niet meer van kracht zijn worden er fysieke activiteiten ontplooit zoals ontmoetingsactiviteiten voor jongeren en volwassenen. Overigens, zo benadrukt Meijer, het steunpunt is niet alleen voor de nieuwkomers maar ook voor de professionals. ‘Een derde van de meldingen over huiselijk geweld in de regio Helmond komt uit de Poolse hoek.’ Daar Eropaf! Dat zou je een belangrijk motto kunnen noemen van het Steunpunt Arbeidsmigranten in Helmond en omgeving. Coördinator Krystyna Meijer, zelf met een Nederlandse vader en een Poolse moeder, vertelt hoe het steunpunt met haar activiteiten een goede voedingsbodem probeert te creëren voor participatie van met name Poolse nieuwkomers. Tegelijkertijd werkt het steunpunt om fundamentele problemen op te lossen die knagen aan de bestaanszekerheid van deze nieuwkomers. Arbeidsmigranten komen nauwelijks terecht bij het reguliere aanbod K In de regio Helmond en omgeving wonen naar schatting vierduizend Poolse inwoners. Er zijn ook inwoners uit andere Oost-Europese landen maar die groep is een stuk kleiner. Niet iedereen van deze nieuwkomers is geregistreerd als ingezetene. Stilte betekent niet ‘het gaat goed’ ▲ Krystyna Meijer Krystyna Meijer ondersteunt Poolse nieuwkomers GEZIEN! | 10 11 | GEZIEN!

timulans Het voorleesuurtje was al twee keer het hoogtepunt van de jaarlijkse kinderboekenweek in Helmond en Someren. Leuk om een keer te doen en te beleven, maar vooral bedoeld als stimulans om kinderen thuis in de moedertaal voor te lezen. Want dat is prima, legt Toos Van den Beuken, projectleider en leesmediacoach uit: ‘Als kinderen van migranten thuis kunnen genieten van een verhaal dat hun ouder voorleest, heeft dat een positief effect op hun taalontwikkeling. Als moeders gewoon in hun eigen taal mogen voorlezen is dat gelijk een stuk leuker en makkelijker te doen.’ Van den Beuken is trekker van het project ‘Taalvaardig maken met een focus op de Poolinzichten. Zodra kinderen thuis in het Pools woorden kennen voor de dingen om hen heen, pakken ze het Nederlands sneller op. Voorlezen in de eigen taal is het beste wat een Poolse moeder voor de taalvaardigheid van een kind kan doen.’ En dat niet alleen, het versterkt de identiteit van de kinderen. Het Pools doet ertoe. Steunpunt Arbeidsmigranten Het Steunpunt Arbeidsmigranten van de LEV groep speelde een belangrijke rol bij het initiatief. ‘Via het steunpunt konden we ouders en kinderen bereiken. Krystyna Meijer van het steunpunt kent veel Poolse mensen. Zij is de spil in dit hele verhaal. Via haar se arbeidsmigranten’. Ze komt in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en scholen en heeft nauwe contacten met Welzijnswerkers. ‘Ik vroeg in een klas aan een moeder om voor te lezen, niet uit een Nederlands, maar juist een Pools prentenboek. Dat deed deze moeder met zo veel plezier. Je zag de kinderen naast haar glunderen, want hun mama kon het ook! Dat was een heel mooi moment. Daarom hebben we ook tijdens het voorleesfeest een moeder gevraagd om voor te lezen in het Pools.’ Moedertaal In de moedertaal voorlezen heeft voordelen, legt Van den Beuken uit: ‘Een tijdje terug dachten we dat om Nederlands te leren, kinderen dat thuis telkens moesten horen en spreken, maar er zijn nu nieuwe kwam ik vrij snel aan tafel met twee Poolse dames, die allerlei ideeën hadden wat voor hun achterban zou kunnen helpen. Poolse boeken voor volwassenen In de bibliotheek bijvoorbeeld. En goede informatie over wat er in de gemeenten te doen is. Ik dacht, laat dat nou net iets zijn waar bibliotheken van oudsher een taak in hebben, educatie en voorlichting! De Poolse dames kwamen ook met het idee van het voorleesfeest.’ Zo gezegd zo gedaan. Het project had budget, de ouders en kinderen konden zij makkelijk bereiken met hulp van Krystyna. Voorleesfeestje voor Poolse kinderen in de bibliotheek Glunderende gezichten buiten bij de voorleesbus tijdens het Poolse voorleesuurtje in de bibliotheek van Helmond. Kinderen dansen, bewegen en zingen met taalspelletjes. Ze genieten van een mooi verhaal, dat een van de moeders in het Pools voorleest. Bewust wordt er in het Pools voorgelezen, niet in het Nederlands. S over taallessen en taalaanbod en daarbij zat de hele zaal vol.’ Maar legt Meijer uit, het taalaanbod sluit niet altijd aan op de behoefte. ‘Prijzen zijn te hoog of de lessen zijn op momenten dat mensen werken. En werken aan participatie valt niet altijd mee als je vijftig tot zestig uur per week moet werken om rond te komen’, voegt ze toe. Mensen met eigen verhalen Een van de recente activiteiten is de foto-expositie ‘Kennen we Elkaar?’ die Krystyna met de medeweris trots en tevreden over wat de expositie teweegbrengt. Ze bemerkte een kanteling bij reacties op sociale media. Waar voorheen nogal eens werd geklaagd over wangedrag, stond nu de bewondering op de voorgrond. ‘Ik hoorde en las reacties als “Poolse mensen werken heel hard”, “ze zijn niet allemaal hetzelfde”.’ Heel belangrijke reacties, vindt ze. ‘Polen voelen zich zo in een hoekje gedrukt. Nu, met deze expositie en hun verhalen laten we ze als mensen zien met hun eigen verhalen.’ kers en het steunpunt organiseerde. De expositie omvat grote portretten en persoonlijke verhalen van de nieuwkomers. Door letterlijk mensen en hun verhalen in beeld te brengen, krijgen ze een gezicht. Meijer en haar collega’s hopen zomeer begrip te kweken voor deze groep en hen meer zichtbaar te maken voor andere bewoners in de regio. Voor de opening van de expositie, begin oktober, was veel belangstelling, ook van de regionale pers. Emile Roemer, voorzitter van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten was één van de sprekers. Meijer Een andere recente participatie-activiteit wordt binnenkort ondernomen in de bibliotheek in Helmond. Speciaal voor ouders en kinderen van 0-4 jaar worden tweetalige activiteiten georganiseerd. (zie kader ‘Pools voorleesfeestje’) Veel ouders brengen hun kind naar een Poolstalige nanny, vertelt Meijer, waardoor de kleintjes in de eerste jaren weinig Nederlands leren. Met de speelse activiteit in de bibliotheek wordt geprobeerd daar verandering in te brengen en de participatie van de ouders te vergroten. Agnieszka Ferenz leest voor in het Pools ▲ GEZIEN! | 12 13 | GEZIEN!

Verdiep je in de groep en werk met sleutelfiguren die de gemeenschap kennen Meijer zou heel graag meer activiteiten willen ontplooien, ook rond participatie. ‘We hebben honderd ideeën’, zegt ze lachend. ‘Maar niet altijd de mankracht om ze uit te voeren. ’ Ze somt de activiteiten op die al vorm hebben gekregen: taalmaatjes, K!x Works, een samenwerking met het Stadsleerbedrijf Helmond waar mensen kunnen strijken en tegelijkertijd de taal kunnen leren. Ook merkt ze dat niet alle arbeidsmigranten staan te springen om mee te doen: ‘inburgeren is niet verplicht’ (immers EU-burgers). Blog met tips voor landgenoten Krystyna is, behalve op de expositie ook trots op de blog die op de site van het steunpunt staat. Alle geportretteerde deelnemers aan de expositie zijn geïnterviewd. Hun verhalen staan op de site, ook in het Pools. Een ervan, Kasia, geeft daarin bijvoorbeeld tips aan haar landgenoten. ‘Ze geeft hen mee om goed voor zichzelf te zorgen’, vertelt Meijer: ‘Blijf niet hangen in een baan die je niet leuk vindt en pak regie.’ Over de selectie van mensen die met een blog op de site staan, heeft Meijer goed nagedacht. ‘Het zijn allemaal mensen die goed liggen in de gemeenschap of die iets hebben georganiseerd. Ze zijn voorbeeldfiguren.’ Welke tips geeft ze andere organisaties, professionals en vrijwilligers die ook aan de slag willen met de participatie van EU-arbeidsmigranten? Meijer: ‘Verdiep je in de groep, ga aan de slag met sleutelfiguren die de gemeenschap goed kennen. Als je eenmaal bekend raakt als steunpunt dan groeit het vanzelf.’ Ze wijst ook op de te vermijden valkuilen voor professionals en welzijnsorganisaties. ‘Er wordt vaak door professionals aangestuurd op eigen regie en eigen kracht. Maar ga er niet te gemakkelijk vanuit dat mensen dit ook oppakken. Win het vertrouwen, investeer in de mensen. Dan laten ze meer van zichzelf zien en vertellen ze ook waar ze werkelijk tegenaan lopen.’ ● Foto uit de expositie ‘Kennen wij elkaar’: Olga ging van tomatenplukker naar ambulant begeleider ric Wichgers is sinds 2016 directeur-bestuurder van Figulus Welzijn. Ghaidaa Gherra is sinds 2019 in dienst. Zij is zes jaar geleden gevlucht uit Syrië en ze werkt als ‘cultuurverbinder’. Cultuurverbinders zijn statushouders die al langer in Nederland verblijven, een trainingsprogramma hebben doorlopen en een brug kunnen slaan tussen de Nederlandse cultuur en de cultuur van de statushouders. Ghaidaa houdt zich bezig met allerlei activiteiten voor en met statushouders: ‘Ik doe bijna alles voor nieuwkomers: huisvesting, het inschrijven bij een huisarts, etc. En ik ben er om alles uit te leggen, over de cultuur te vertellen en te vertalen.’ Eric: ‘Maar dus niet alleen vertalen, het is veel breder. Ghaidaa doet hetzelfde werk als onze andere werknemers, maar het voordeel is dat ze de taal en de cultuur kent van een groot deel van de statushouders. Daardoor kan ze net een stapje extra zetten.’ En dat is te merken: wanneer er nieuwkomers voor hulp bij Figulus binnenkomen, vragen ze vaak direct naar Ghaidaa. Dat heeft volgens haar met name te maken met taal, cultuur en vertrouwen: ‘De mensen vertrouwen mij, ik heb in de afgelopen 3 jaar een band met ze opgebouwd en ze vertellen eerder problemen aan mensen uit hun eigen land of met dezelfde achtergrond, dan aan Nederlandse collega’s.’ Desgevraagd vertellen Ghaidaa en Eric waarom Figulus ervoor gekozen heeft om een cultuurverbinder in dienst te nemen – op veel plekken worden deze ‘sleutelpersonen’ immers als vrijwilliger ingezet. Eric: ‘Ik vind het belangrijk om aan statushouders en naar onze samenwerkingspartners duidelijk te laten zien dat Ghaidaa onderdeel is van ons team.’ Ghaidaa: ‘Ik kreeg bijvoorbeeld direct een werktelefoon. Nu Figulus Welzijn is een brede welzijnsorganisatie in Aalten, een gemeente in de Achterhoek. Figulus ondersteunt in opdracht van de gemeente statushouders bij de dagelijkse praktische zaken, de financiële huishouding en het opbouwen van een sociaal netwerk. We spraken Eric Wichgers en Ghaidaa Gherra over de vraag wat je als welzijnsorganisatie kan doen om de integratie van nieuwkomers te ondersteunen. Eric Wichgers: ‘Wij proberen de participatiemaatschappij zoals ie bedoeld is, hier vorm te geven.’ Nieuwkomers vertellen eerder problemen aan mensen uit hun eigen land of met dezelfde achtergrond E ‘ Wij verbinden de kwetsbare aan de niet kwetsbare mensen’ ▲ Figulus Welzijn ondersteunt sterk sociaal netwerk in de gemeente GEZIEN! | 14 15 | GEZIEN!

weten mensen dat ze me daarop kunnen bereiken, maar dat ik die ook gewoon uitzet, als ik niet werk.’ Eric: Als Ghaidaa voor een statushouder contact zoekt met een van onze samenwerkingspartners, zoals de woningcorporatie, of het maatschappelijk werk, of de gemeente, dan kan ze direct zakendoen. Zie maar eens als vrijwilliger mensen te spreken te krijgen. Door Ghaidaa in dienst te hebben, kunnen we haar beschermen tegen overbelasting, én het mogelijk maken dat zij zaken kan doen.’ buurthuizen en de ondernemersvereniging. Dat zijn allemaal zelfstandige netwerken en wij verbinden die om ervoor te zorgen dat onze doelgroep – kwetsbare mensen – bij deze organisaties terecht kunnen. Als statushouders bijvoorbeeld willen sporten, dan zorgen wij ervoor dat ze gewoon bij de lokale vereniging terecht kunnen. Het is dan niet de vraag of dat kan, of mag, het is vanzelfsprekend. In veel gemeenten krijgen nieuwkomers één jaar speciale begeleiding en daarna worden ze geacht gebruik te maken van reguliere voorzieningen. Dat doen wij hier in Aalten Welke visie hebben jullie op de participatie van nieuwkomers en wat is jullie rol daarin? Eric: ‘Wij zijn een welzijnsorganisatie voor alle kwetsbare inwoners, kinderen, eenzame ouderen, statushouders, we zijn er voor alle groepen. In het verleden organiseerden we voor al die groepen aparte activiteiten. Dat hebben wij losgelaten. Wij ondersteunen sociale netwerken in Aalten en versterken en verbinden die met elkaar. Om dat te kunnen doen hebben we intensieve contacten met alles en iedereen. Zoals de sportverenigingen, de ouderenbonden, de dus niet. We laten ze niet na één jaar los. Wij doen wat nodig is. Er zijn mensen die na een half jaar op eigen benen staan en mensen die langer ondersteuning nodig hebben. Die blijven komen. En dat geldt niet alleen voor statushouders. Er is gewoon tien tot twintig procent van de bevolking, die moeite heeft om alle regelingen te begrijpen, voor hen is het gewoon te ingewikkeld. Zij hebben daar ondersteuning bij nodig.’ Hoe zorg je voor draagvlak bij de gemeente voor deze aanpak? Eric: ‘Het is heel belangrijk dat de gemeente je visie deelt. Ze moeten je immers die rol wel toevertrouwen! Daarom investeren we ook heel veel in directe lijnen met de gemeente, maar ook met de politie, het maatschappelijk werk, etc. We hebben ook veel contact met raadsleden en de wethouders. Je wilt met elkaar voorkómen dat je beleid gaat maken naar aanleiding van incidenten. Want die hou je altijd. Met elkaar kan je je koers bepalen. Het is hard werken hoor, het zijn heel veel puzzelstukjes die goed in elkaar moeten passen. En het helpt vast dat wij een kleinere gemeente zijn.’ Jullie doen veel met en voor statushouders. Hoe zorg je ervoor dat gevestigde inwoners ook betrokken worden en blijven? Eric: ‘We gaan het gewoon doen. Er waren hier aanvankelijk best wel wat mensen die het gek vonden dat wij zoveel voor nieuwkomers doen. Toen we bijvoorbeeld begonnen met het vrouwencafé, zagen we op facebook daar enorm veel reacties op. Dan is het de kunst door te zetten en ondertussen met zoveel mogelijk mensen in gesprek te gaan. En dan zie je de protesten gewoon verstommen.’ Ghaidaa: ‘En nu zie je dat allerlei vrouwen bij het vrouwencafé komen. Ook veel Nederlandse vrouwen. Die komen elke dinsdag heel trouw. Het is belangrijk dat statushouders mensen leren kennen. Dat kan best wel eens lastig zijn als buren elkaars gewoonten bijvoorbeeld niet begrijpen. We komen ook bij de mensen thuis en dan maken we ook kennis met de buren. Zo zorgen we ervoor dat mensen elkaar leren kennen.’ ▲ Ghaidaa Gherra en Eric Wichgers GEZIEN! | 16 17 | GEZIEN!

Uitdaging Eric: ‘Voor de komende tijd zie ik een grote uitdaging om de verregaande individualisering een halt toe te roepen. Wij werken in een kleine gemeente, hier is de gemeenschapszin misschien nog iets groter, maar ook hier zie je de tendens om eerst aan jezelf te denken en dan pas aan de rest. Wij organiseren veel activiteiten voor kinderen en jongeren, zodat we ze écht leren kennen. We beginnen al met kinderen in de laatste jaren van de basisschool, dus voordat ze puber worden. We willen hen zo veel mogelijk meenemen in onze filosofie, dat het goed is om eens iets voor elkaar te doen. We hebben samen met voetbalclub De Graafschap een ‘naobercompetitie’ opgezet. Dat zijn gewoon teams van kinderen die tegen elkaar spelen. Niet alleen in voetbalwedstrijden, maar ook met andere sporten. Bijzonder is dat zij niet alleen met sporten punten kunnen behalen, maar ook door buurtbijdrages te doen. Dat kan van alles zijn: cupcakes bakken voor ouderen, flessen inzamelen voor de voedselbank, of meehelpen met een schoonmaakactie in de buurt. Het team dat het afgelopen jaar de meeste punten haalde, verloor bijna alle wedstrijden, maar verdiende hier enorm veel punten mee. Zo leer je jongeren spelenderwijs dat het normaal is om vrijwilligerswerk te doen, om te helpen de gemeenschap in stand te houden. Je moet het immers samen doen!’ ● n vier blokken van 10 weken krijgen inburgeraars een mix van activiteiten aangeboden, volgen ze (taal)lessen en doen ze vrijwilligerswerk. Zo ontdekken zij waar hun talenten liggen. Richard van Brichbouw Sportondersteuning vertelt: ‘Onze deelnemers zijn druk met taallessen en zijn zich ook aan het oriënteren op werk. Sportief en actief bezig zijn kan een ondersteunend middel zijn om zowel figuurlijk als letterlijk in beweging te komen waarbij ontdekken en anderen ontmoeten belangrijke pijlers zijn.’ Maatwerk Activiteiten worden afgestemd op de groep waardoor iedereen mee kan doen. De groep die komt sporten kan bijvoorbeeld ingedeeld worden in een snelle en een rustige groep, om zo laagdrempelig in te spelen op de beweeg- intensiteit van de individu. Richard: ‘Belangrijk is dat je door te sporten met elkaar in contact komt. Je kan eigenlijk op elk spel oneindig veel variaties bedenken, waardoor het verschillende mensen aanspreekt.’ Veilige omgeving Ook bij de fietslessen is het goed om rekening te houden met de persoonlijke behoeften en grenzen van de deelnemers. Richard: ‘Van tevoren goed afstemmen is een must aangezien je veel te maken krijgt met het thema afstand en nabijheid. Van tevoren overleg ik dan met Ghaidaa, medewerker en cultuurverbinder van Figulus: hoe kunnen we eventuele ongemakkelijkheden wegnemen en verwachtingen bespreken? Zo creëren we samen een veilige omgeving.’ Sport verbindt Op de vraag of het weleens lastig is met taal, vertelt Richard dat hij liever geen nadruk legt op vertalen: ‘Ik wil juist via sport en spel dat onderling contact gemaakt wordt.’ En dat werkt: ‘Als er een spel wordt gespeeld, is er zowel verbaal als non-verbale beleving. En als je samen iets beleeft, dan heb je contact.’ ‘ Als je samen iets beleeft, dan heb je contact’ I Onder leiding van trainers van Brichbouw Sportondersteuning vindt elke woensdagochtend een sportactiviteit plaats voor statushouders. Deze activiteit is onderdeel van het project ‘Samen Achterhoek’. Dit is een inburgeringsprogramma dat wordt georganiseerd door Figulus Welzijn, Laborijn, de gemeente Aalten en het Graafschap College, waar totaal 21 statushouders aan meedoen. Ghaidaa en een vrijwilliger van het Rode Kruis tijdens een training bij Figulus Welzijn GEZIEN! | 18 19 | GEZIEN!

‘ Open je vriendenkring voor nieuwkomers’ e spreekt me op een bijzonder moment: morgen is mijn ceremonie tot naturalisatie, dan ben ik officieel Nederlander. Vanaf morgen mag ik stemmen, kan ik verandering brengen in dit land. Vanaf morgen kunnen jullie me niet meer wegsturen onlangs een hondje geadopteerd. We hopen binnenkort een huis te kunnen kopen, maar dat is moeilijk in deze tijd.’ Een snelle start ‘Ik kreeg mijn verblijfsvergunning binnen 1,5 maand, omdat ik nog net minderjarig was toen ik naar Nederland kwam. Daardoor kwam alles in een versnelling. Ik kon gelijk fulltime met school starten. Dat is echt een groot voordeel als je je leven opnieuw moet opbouwen. Want ik hoor van veel mensen dat het juist in die beginperiode fout gaat, omdat ze heel lang in een azc moeten wonen en lang in onzekerheid leven over hun verblijfsvergunning. Het gaf me een rustig gevoel dat ik die verblijfsvergunning direct kreeg. Het helpt dat je hoort: je mag hier blijven dus ga maar kijken naar je toekomst hier. Ik was vastbesloten direct te gaan werken en vrienden te maken.’ Gesloten kringetjes ‘Ik heb direct Nederlandse vrienden gemaakt. Nou, vooral kennissen dan. Want vrienden maken in Nederland is heel moeilijk. Iedereen heeft zijn eigen kringetje al gebouwd: van de universiteit, van het sporten of wat dan ook. Ik zou Nederlanders willen adviseren: open je kring. Neem me mee naar de kroeg met je vrienden, laat me zien waar jullie sporten, wat jullie in het weekend doen, welke nummers jullie zingen bij karaoke. Dat gebeurt niet. Als ik mensen spreek, vinden ze dat leuk en ze vinden het zo knap wat ik heb bereikt. En ze willen best een keer een biertje drinken, als ze tijd hebben. Maar ze nodigen me niet zomaar uit in hun persoonlijke leven, in hun vriendengroep.’ Hollandse liedjes ‘Ik ben nu al vijf jaar samen met mijn vriendin, en dat heeft me enorm geholpen. Ze is taaldocent dus vandaar dat ik accentloos spreek. Ze komt uit Brabant en haar eigen accent is sterker haha. Via mijn vriendin heb ik veel Nederlands kunnen oefenen, bijvoorbeeld op verjaardagen. Maar ik wil ook leren hoe Nederhaha. Dat het zover is, geeft me een voldaan gevoel: het is gelukt! Het voelt als het begin van een nieuwe periode. Ik voel me thuis in Nederland. Ik heb hier een thuis opgebouwd. Ik woon al 4,5 jaar samen met mijn Nederlandse vriendin en we hebben landers leven en denken. En dat kan via hun muziek. Daarom luister ik veel Nederlandstalige liedjes. Dan leer je niet alleen de taal, maar ook hoe mensen van elkaar houden, hoe ze elkaar haten, verlaten en hoe ze tegen hun ouders spreken. Het liedje ‘papa’ van Stef Bos vind ik heel mooi.’ Vanaf nul ‘Vanaf dag één heb ik de instelling gehad: ik ben nu hier en ik ga hier mijn toekomst opbouwen. Ik had nog geen diploma’s, dus ik wist dat ik vanaf nul moest beginnen. En wat is nul in Nederland? De Mbo Entree-opleiding. Andere vluchtelingen zeiden: ‘Waarom doe je dat, daar ben je veel te slim voor. Waarom word je geen dokter of rechter?’ Ik weet dat Entree voor mij een laag niveau is, maar als je nog geen boek kan lezen in het Nederlands, moet je ergens beginnen. Ik heb Mbo 1, 2 en 3 doorlopen. Mijn belangrijkste les aan nieuwkomers is: accepteer dat je toekomst in Nederland ligt, en zorg dat je realistisch bent in je verwachtingen. Ik had die acceptatie gelijk: ik bén niet nul, maar ik ga vanaf nul beginnen.’ Onafhankelijkheid ‘Ik heb altijd gewerkt. Ik snap niet hoe sommige vluchtelingen zeggen dat ze geen werk kunnen vinden, terwijl er overal werknemers nodig zijn. Ook als je geen Nederlands spreekt, kan je werken. Ik heb nooit een uitkering gehad. Dat is heel belangrijk voor mij. Het geeft me zelfvertrouwen dat ik financieel vrij ben. Ik heb niks met instanties, ik wil onafhankelijk zijn. Van de gemeente moet je van alles, dat zie ik bij mijn ouders. En je kan wel hulp krijgen van een organisatie, maar die hulp stopt ook weer. Ik ben dankbaar als een instantie helpt met een brief van de gemeente, maar dat is niet wat mijn leven is. Mijn leven is contact met mensen, sporten, met iemand kunnen praten. Ik ben blij dat ik via mijn werk, via volleybal en via mijn vriendin mensen heb leren kennen.’ ● Als je hem belt, denk je een geboren en getogen Nederlander aan de lijn te hebben. Jawad Alzawahra (24) is zes jaar geleden vanuit Syrië gevlucht en sindsdien werkt hij keihard om Nederland te doorgronden. Met succes: een baan, een hondje, een vriendin en sinds kort ook stemrecht. Alleen het maken van échte vrienden blijft een pittige klus. ‘J Mijn belangrijkste les aan nieuwkomers is: accepteer dat je toekomst in Nederland ligt, en zorg dat je realistisch bent in je verwachtingen GEZIEN! | 20 21 | GEZIEN!

Sociale verbinding tussen nieuwkomers en andere wijkbewoners De afgelopen jaren zijn diverse wijkinitiatieven opgezet, waarin nieuwkomers en wijkbewoners samenwerken aan de inclusie van nieuwkomers in de samenleving. Welke voorwaarden zijn nodig om met wijkinitiatieven sociale verbinding tot stand te brengen? We onderzochten twee initiatieven die de verbinding tussen (met name) statushouders en de wijk willen verstevigen: de Voorkamer in Utrecht en Huiskamer voor Vluchtelingen Eindhoven. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Enquête gemeenten en EU-migranten Via een enquête brachten we voor het eerst landelijk in beeld wat gemeenten weten over EU-migranten, welke knelpunten zij ervaren en wat ze doen om EU-migranten te ondersteunen. Maar liefst 70 procent van de Nederlandse gemeenten waar EU-migranten wonen, ervaart knelpunten ten aanzien van deze doelgroep. Toch heeft 61 procent geen gericht beleid voor deze nieuwkomers. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Participatieprofielen vrouwen met een migratieachtergrond Voor gemeenten en hun ketenpartners die beleid en uitvoering van arbeidsmarkttoeleiding van vrouwen met een migratieachtergrond willen ontwikkelen maakte KIS drie participatieprofielen van diverse groepen vrouwen met een migratieachtergrond: vrouwelijke gezinsmigranten, statushouders en oudkomers. Hier vind je informatie over demografische kenmerken, opleidingsniveau, arbeidsmarktpositie en leefsituatie. Ook geven we tips voor gemeenten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Gerichte aandacht voor (sub)groepen van statushouders: wanneer alleen algemeen beleid niet voldoende is In deze publicatie brengen we in kaart wanneer gemeenten ervoor (kunnen) kiezen om doelgroepspecifiek beleid voor groepen statushouders te voeren, in plaats van algemeen beleid. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Succesvolle participatie van EU-arbeidsmigranten In deze brochure beschrijven we knelpunten én oplossingen voor de participatie van EU-migranten: hoe kunnen zij wegwijs worden in, en onderdeel worden van de lokale samenleving? Twee wijkbewoners (een met een Poolse en een met een Nederlandse achtergrond), een welzijnsprofessional (met een Tsjechische achtergrond) en een beleidsprofessional vertellen over hun ervaringen, visie en ambities rondom de participatie van EU-migranten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Culturele interventies gericht op volwassen statushouders Op welke manier kunnen kunstprojecten bijdragen aan het bevorderen van sociale contacten tussen statushouders en Neder- landers? KIS zette de werkzame elementen op een rij. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl De rol van gezondheid bij inburgering statushouders Welke rol spelen gezondheidsproblemen bij het inburgeren van statushouders in Nederland? De Wet inburgering 2021 biedt gemeenten kansen om statushouders vanuit een integrale aanpak - waarin ruimte is voor gezondheidsbelemmeringen - te helpen bij hun proces van integratie en participatie. We geven vier aanbevelingen voor gemeenten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl KIS doet sinds 2015 onderzoek naar de integratie van nieuwkomers. Zo hebben we ondertussen een rijk scala aan kennisproducten en instrumenten. We presenteren een selectie! Opbrengsten uit 7 jaar onderzoek en advies KIS publicaties rond integratie en participatie GEZIEN! | 22 23 | GEZIEN!

Financiële en sociale zelfredzaamheid van nieuwkomers Deze publicatie bevat een heldere analyse van de verschillende factoren die de financiële en sociale zelfredzaamheid van statushouders, EU-migranten en gezinsvormers kunnen belemmeren. We maken een inventarisatie van bestaande en kansrijke instrumenten die de zelfredzaamheid van nieuwkomers kunnen bevorderen, en geven praktische tips en adviezen voor gemeenten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Interventiewijzer participatie vluchtelingen Deze interventiewijzer geeft een overzicht van veelbelovende praktijkvoorbeelden om de participatie van statushouders te bevorderen. Hoe zorg je dat statushouders zo snel mogelijk deel worden van de samenleving? We beschrijven interventies op diverse thema’s zoals zelfredzaamheid, werk vinden en sociale contacten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Gemengd wonen met statushouders KIS deed onderzoek naar twaalf initiatieven op het gebied van gemengd wonen, waarbij statushouders en reguliere huurders in een wooncomplex samenleven. Onder welke voorwaarden kan deze woonvorm bijdragen aan de integratie en participatie van statushouders? In de publicatie geven we concrete aanbevelingen voor de voorbereiding en uitvoering van deze vorm van gemengd wonen. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Poolse arbeidsmigranten in Nederland en hun behoefte aan informatie en hulp Wat hebben Poolse arbeidsmigranten nodig als het gaat om informatie en ondersteuning? In dit onderzoek interviewden we Poolse arbeidsmigranten die omtrent of na ingang van de vrije EU-toegang voor Polen naar Nederland zijn gekomen. We zetten de belangrijkste verbeterpunten rond informatie en ondersteuning die zij noemden op een rij. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Staalkaart voor gemeentelijk beleid gericht op de integratie van EU-migranten In deze staalkaart geven we voor gemeenten (en partners) die de integratie van EU-migranten willen bevorderen goede voorbeelden uit de praktijk. Dit doen we op zes thema’s die een belangrijke rol spelen: registratie, wegwijs worden in Nederland, taalbevordering, werk, sociale contacten (met Nederlanders) en kinderen van EU-migranten. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl ‘Desnoods eet ik twee weken brood met pindakaas’ Wanneer alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) 18 jaar worden, moeten ze zelfstandig wonen, hun inkomsten en uitgaven beheren en beslissingen zelf nemen. Terwijl ze geen ouders en sociaal netwerk hebben en vaak pas kort in Nederland zijn. Met deze publicatie bieden we gemeenten, professionals en andere betrokken organisaties, aanknopingspunten om de financiele zelfredzaamheid van deze jongeren te versterken. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Ouderbetrokkenheid van nieuwkomers op twee Schiedamse basisscholen Hoe kan je als school ouderbetrokkenheid bij nieuwkomers stimuleren? KIS bezocht twee basisscholen die streven naar goed contact met ouders en een versterking van de onderwijsondersteuning van ouders thuis. Op basis hiervan geven we aanbevelingen voor alle scholen die de ouderbetrokkenheid van nieuwkomers willen verstevigen. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Toen gevlucht… Hoe is het nu? We spraken met Nederlanders die voor het jaar 2000 naar Nederland zijn gevlucht. Hoe hebben zij een plek verworven binnen de Nederlandse samenleving? In het rapport staan lessen om nieuwkomers op weg te helpen, gericht op de nieuwkomers zelf, op de overheid, maatschappelijke organisaties en de samenleving als geheel. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Aan de slag met Eritrese statushouders Doel van deze publicatie is om gemeenten en betrokken samenwerkingspartijen, die aan de slag willen met een specifieke aanpak voor Eritrese statushouders, te inspireren met tips en ervaringen van andere gemeenten. Dit document is ook bedoeld voor gemeenten die de ondersteuning van Eritrese statushouders in hun gemeenten willen verbeteren. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl Opvoeden in gezinnen van statushouders Professionals en andere ondersteuners krijgen steeds meer te maken met opvoedvragen vanuit gezinnen van statushouders. In deze factsheet geeft KIS concrete tips die helpen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat leeft in gezinnen van statushouders. Arrow-Circle-Right Lees het rapport op kis.nl GEZIEN! | 24 25 | GEZIEN!

ijdens het eenjarige opleidingsprogramma krijgen deelnemers 43 trainingsessies over allerlei onderwerpen zoals interculturele communicatie, het inburgeringsbeleid, stresssensitief werken, racisme en discriminatie, huiselijk geweld, en psychosociale problematiek. Ook oefenen ze met gesprekstechnieken, en feedback geven en ontvangen. De deelnemers leren alles over ervaringsdeskundigheid en hoe het eigen ervaringsverhaal ingezet kan worden in de maatschappij. Werk en stage In januari 2021 is de eerste groep van 24 deelnemers begonnen. Nu zij bijna klaar zijn met het programma is Stichting Mano in gesprek met de gemeente en andere organisaties om te kijken naar toekomstige geschikte functies voor de deelnemers. Zelf heeft de stichting in de afgelopen drie jaar acht ervaringsdeskundigen in dienst genomen, en er lopen op dit moment acht ervaringsdeskundigen stage. Training Presenteren Om te zien hoe de opleiding in zijn werk gaat, namen twee KIS onderzoekers een kijkje bij de training ‘Presentatietechnieken’. De training wordt gegeven door Peter van Heemst, oud-Tweede Kamerlid en oud-raadslid van de PvdA in Rotterdam. De interactieve sessie van twee uur wordt gevolgd door een enthousiaste groep deelnemers tussen de 30 en 45 jaar. Wat gelijk opvalt is het hoge taalniveau: het gaat over speechen, retorische vragen, rijmen, een drieslag gebruiken, zintuigen prikkelen, stiltes laten vallen en het gebruik maken van je stem. Opdracht De groep krijgt 5 minuten voor de eerste opdracht: ‘Maak een verhaal van 2 minuten voor een groep vluchtelingen die net gearriveerd is in Nederland. Vertel hierin wat de vier belangrijkste dingen zijn die zij moeten weten.’ De deelnemers komen een voor een naar het midden van de zaal voor hun presentatie. De rest let goed op om feedback te kunnen geven. Minet begint: ‘De eerste sleutel is de Nederlandse taal; ten tweede het omgaan met Nederlanders; ten derde de vraag waar je informatie kunt vinden; en tenslotte timemanagement.’ Peter en een paar deelnemers geven feedback: ‘Heel goed dat je de groep eerst welkom heet en vertelt wat je gaat vertellen. Een spiekbriefje hoeft helemaal niet stiekem: zo kun je je handen kwijt en heb je een geheugensteuntje.’ Dan is de volgende deelnemer aan de beurt: Zij begint haar presentatie met: ‘Ik heb dezelfde ervaring als jullie’. Na haar pitch complimenteert Peter haar met deze openingszin: ‘Heel fijn dat je dat zegt! Dat geeft gelijk verbinding met je publiek’. Dat ervaringsdeskundigen als geen ander vertrouwen kunnen creëren bij nieuwkomers en bruggen kunnen bouwen tussen verschillende culturen, is al langer bekend. Veel organisaties zien dat ervaringsdeskundigen van grote meerwaarde zijn bij het wegwijs worden van nieuwkomers in Nederland. De Rotterdamse organisatie stichting Mano heeft een speciaal opleidingsprogramma voor ervaringsdeskundigen ontwikkeld, onderdeel van het project SamenDoorSamen. KIS onderzoekers namen een kijkje bij dit programma. Wat gelijk opvalt is het hoge taalniveau T ▲ Een deelnemer aan het woord tijdens de training presentatietechnieken ‘ Ervaringsdeskundigheid is een professie met specifieke vaardigheden’ Stichting Mano traint ervaringsdeskundigen in speciaal opleidingsprogramma GEZIEN! | 26 27 | GEZIEN!

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=