Verminderen van discriminatie door professionals in de jeugdhulpverlening

De workshop ‘Verminderen van discriminatie door professionals in de jeugdhulpverlening’ sluit aan bij alle deskundigheidsprofielen Vakbekwame HBO Jeugd- en gezinsprofessional omdat het met name gericht is op de ontwikkeling van de beroepshouding van de HBO-professional. Daarnaast is er sprake van kennisoverdracht en het aanleren/oefenen van vaardigheden. Naast het overdragen van de meest actuele kennis op het gebied van cultuursensitief werken, diversiteit, racisme en discriminatie wordt ervaringskennis door deelnemers uitgewisseld waardoor men ook van elkaar leert. 
Zelfreflectie is moeilijker aan te leren dan het overdragen van theoretische kennis. Het vraagt een mate van kwetsbaarheid en openheid en daar is veiligheid voor nodig. Dit wordt gefaciliteerd door hiervoor opgeleide trainers waardoor deelnemers hun vakbekwaamheid vergroten.
 

Deze tekst is opgesteld door de interventie-eigenaar en aan de hand van de verandertheorie door KIS getoetst. Neem voor meer informatie contact op met de contactpersoon.

Door de workshop word je je (meer) bewust van je eigen kijk op de wereld, reflecteer je (in een veilige omgeving) op het effect daarvan op je werk en wordt je uitgedaagd om de krachten uit jouw eigen verhaal ten volle te benutten. Na afloop ben je meer responsief en sensitief voor diversiteit en discriminatie binnen jouw werkveld, heb je praktische tools om dit zelf bij cliënten en collega’s toe te passen en heb je een begin gemaakt met het bieden van gelijke kansen en verminderen van discriminatie binnen de jeugdhulpverlening.

Doelgroepen van de interventie

Professionals werkzaam in de jeugdhulpverlening.

Doel van de interventie

Verminderen van discriminatie en racisme tussen jeugdhulpprofessionals op de werkvloer en van jeugdhulpprofessionals richting jeugdigen en hun families. 

Subdoelen

  1. Jeugdhulpprofessionals zijn zich bewust van hun (onbewuste) vooroordelen
  2. Kennis wordt onderling gedeeld o.a. over discriminatie en racisme 
  3. Jeugdhulpprofessionals zijn gemotiveerd antiracistisch te handelen
  4. Er wordt een ruimte gecreëerd (transitionele ruimte) waarin deelnemers kwetsbaarheid tonen en bereid zijn zich positief door elkaar en de trainers te laten beïnvloeden.
  5. Jeugdhulpprofessionals voelen met elkaar mee, empathie wordt aangewakkerd.
  6. Jeugdhulpprofessionals hebben geoefend met praktische vaardigheden die zij kunnen toepassen in hun werk/op de werkvloer.

Werkzame mechanismen

Inleving en empathie

Een ervaringsdeskundige (opgeleid, bvb via expertisecentrum ExpeEx) laten wij zijn/haar ervaringsverhaal delen met de deelnemers en hierover praten wij door. Als trainers van kleur delen we ook eigen ervaringen met discriminatie.

Oefenen

De deelnemers oefenen vaardigheden die nodig zijn bij het inzetten van het genogram en de levenslijn. De trainer tekent het eigen genogram als voorbeeld en laat daarbij zien wat aandachtspunten zijn en welke helpende vragen je kunt stellen. Er is speciale aandacht voor verschillende generaties, migratie als faseovergang en het stellen van contextuele vragen. De deelnemers oefenen met het tekenen van het genogram en de levenslijn in tweetallen waarna we het plenair bespreken.

Kennis en bewustwording 

We informeren deelnemers over (basiskennis) grofmazige en fijnmazige culturen, interculturele communicatie, stereotypen, discriminatie, racisme, dominant vertoog, houding van gelijkwaardigheid. In kleine groepjes geven we deelnemers een oefening in het bewust worden van vooroordelen en stereotypen/privileges. We hebben hierover geen oordeel maar benaderen het als leermoment. We laten ze oefenen met deze momenten waarop ze zichzelf hierop betrappen.

Sociale norm wordt gezet

Wij zetten als trainers de norm neer dat discriminatie (institutioneel en binnen jeugdzorg) een bewezen feit is (ook in NL) en dat dit onwenselijk en onrechtvaardig is. We dragen/spreken dit uit. We spreken naar de deelnemers uit wij geloven in de mogelijkheid hierin verschil te kunnen maken. We communiceren dat veel mensen het belangrijk vinden om anderen gelijk te behandelen of om niet te discrimineren.
Doordat we deelnemers laten kennis maken op basis van gelijkwaardigheid creëren we een veilige (transitionele) ruimte. We laten ze kennismaken met elkaars achtergronden en maken de diversiteit binnen groep zichtbaar.

Zelfreflectie 

In de training wordt ingezet op zelfreflectie ten aanzien van de eigen normen en waarden, ‘heilige huisjes’, eigen opvoeding etc. Er worden veel praktijkvoorbeelden door de trainers aangehaald (persoonlijke en professionele), tekst en beeld/filmfragmenten (vanuit ogen gediscrimineerde) worden afgewisseld om deelnemers actief te houden. Er is ruimte voor uitwisseling tussen de deelnemers. We motiveren deelnemers gezamenlijk kritisch te kijken naar hun bestaande normen binnen de groep en hebben aandacht voor overeenkomsten tussen mensen.

Creatief werken/out of the box denken

Door de hele training heen worden er creatieve werkvormen ingezet om het out-of-the-box denken te stimuleren. 

Verandertheorie

Bekijk het schema

Evaluatie

  • We hebben mondeling gevraagd op het einde van de interventie naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (‘Wat vonden jullie ervan?’) 
  • We hebben via een formulier gevraagd naar de waardering/ tevredenheid van de deelnemers (denk aan vragen zoals “Wat vond je er goed aan?”, “Welke tips heb je nog?”, “Wat kan er nog beter?” etc.)
  • We hebben een kwantitatieve evaluatie gedaan waarin deelnemers achteraf een vragenlijstje hebben ingevuld over wat zij hebben geleerd en/ of hebben gehad aan de interventie. 
  • Evaluatiegesprekken met de opdrachtgevers.
  1. Bewustwording van normen en waarden: Professionals zijn zich bewuster geworden van hun eigen normen en waarden en begrijpen nu beter hoe deze hun werkhouding beïnvloeden. Dit inzicht doordachte en ethische besluitvorming in hun werk.
  2. Kennisniveau en bespreekbaarheid: Professionals hebben inzicht gekregen in hoeverre ze kennis hebben over het onderwerp en hoe ze dit kunnen bespreken en toepassen in de praktijk. Open communicatie en effectievere samenwerking binnen teams om te kunnen over de thema.
  3. Behoefte aan verdieping: De interventie heeft bij professionals een nieuwsgierigheid gewekt naar verdieping van de aangeboden basistraining/ workshop. Ze willen na de basistraining graag meer diepgaande sessies om persoonlijk handelen, denkwijzen en leervragen verder te verkennen en ontwikkelen.
  4. Aanpassingen voor trainers: Trainers hebben geleerd om up-to-date te blijven met nieuwe trends binnen de thema en om regelmatig zelfreflectie toe te passen. Dit heeft de trainers geholpen om trainingen/workshop beter af te laten stemmen op de behoeften van organisaties, professionals en de teams.
  5. Door het aanbieden van praktische casussen tijdens verdiepingstrainingen wordt de leerervaring van professionals verrijkt.  Dit geeft de kans om de geleerde stof direct toe te passen op realistische situaties.
  6. Door het vooraf meegeven van voorwerk aan professionals stimuleert de individu om gerichter deel te nemen aan trainingen met een specifieke leervraag. Dit maximaliseert de effectiviteit van onze trainingen en vergroot de betrokkenheid van de deelnemers.

Al met al heeft de evaluatie waardevolle inzichten opgeleverd die kunnen bijdragen aan het optimaliseren van de trainingen en het verder ontwikkelen van zowel de professionals als de trainers.