Kennisgids Nederlandse Sinti en Roma
In deze kennisgids vind je relevante (beleids)informatie over Sinti en Roma in Nederland. Van de sociaal-culturele geschiedenis tot actuele ontwikkelingen en beleid. Met praktische tips en verwijzingen naar goede informatie bij (externe) bronnen: allemaal in één handig overzicht en altijd up-to-date.
Auteurs: Celina Sanchez Ramirez, Judith Khajavi-Zijlstra, Eliane Smits van Waesberghe
13. Wet- en regelgeving
Er bestaat geen specifieke wet- en regelgeving die direct betrekking heeft op Nederlandse Sinti en Roma. Wel bestaat er wet- en regelgeving die invloed heeft op hun positie en rechten. In dit overzicht lichten we kort de belangrijkste wetgeving en actuele ontwikkelingen toe die direct impact hebben.
Woonwagenbeleid
Beleidskader
In 2018 heeft de minister van BZK het Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit kader geeft aan hoe gemeenten hun standplaatsenbeleid zodanig kunnen vormgeven dat het aan het mensenrechtelijk kader voldoet.
Meer weten: Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid.
Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting voorziet erin dat Rijk, provincies en gemeenten vanaf 2026 een volkshuisvestingsprogramma hebben vastgesteld. Het wetsvoorstel voorziet er verder in dat de integrale woonzorgvisies voor aandachtsgroepen en ouderen, waaraan vanaf 2025 wordt gewerkt, vanaf 2026 opgaan in de gemeentelijke en volkshuisvestingsprogramma’s.
Onderscheid tussen woonvormen
Gemeenten verwijzen vaak naar de wooncrisis als reden voor het gebrek aan standplaatsen. Echter, deze situatie roept de vraag op: kan de overheid in haar handelwijze van de wooncrisis onderscheid maken tussen verschillende woonvormen? Wat betreft woonwagenbewoners moet de overheid dit onderscheid maken. De overheid heeft zowel een negatieve als een positieve verplichting om de bijzondere woonvorm van woonwagenbewoners te beschermen, wat inhoudt dat deze woonvorm toegankelijk en behouden moet blijven, en dat de kwetsbare woonwagencultuur moet worden beschermd. Deze positieve verplichting vereist een gedifferentieerd huisvestingsbeleid van gemeenten om historische ongelijkheden aan te pakken. Volgens de jurisprudentie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) worden woonwagenbewoners erkend als een kwetsbare groep en minderheid die speciale bescherming behoeft. Het samenleven in woonwagens of caravans maakt integraal deel uit van hun culturele en etnische identiteit, zelfs wanneer er geen nomadisch bestaan meer is of de woonruimte niet rechtmatig is. Deze levensstijl wordt beschermd onder artikel 8 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op respect voor privé-, familie- en gezinsleven en de woning waarborgt.
Gemeente veroordeeld wegens uitblijven standplaatsen
In 2024 werd voor het eerst een Nederlandse gemeente door een rechtbank schuldig bevonden aan discriminatie van woonwagenbewoners, wegens het niet uitbreiden van het aantal woonwagenstandplaatsen. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor gemeenten in heel Nederland, die eveneens extra standplaatsen zullen moeten realiseren. Uit eerdere oordelen van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat veel gemeenten tekortschieten in het tegemoetkomen aan de woonwensen van woonwagenbewoners. Sinds 2018 werd in 16 van 29 gevallen vastgesteld dat er sprake was van discriminerend beleid of handelen.
Staatloosheid
De Wet vaststellingsprocedure staatloosheid
De Wet vaststellingsprocedure staatloosheid kan voor een deel van de ongedocumenteerde Roma een uitkomst bieden om eenvoudiger de status van staatloosheid te verkrijgen. Dit is vooral van toepassing wanneer families hun staatloosheid niet met documenten kunnen aantonen, wanneer ambassades of consulaten niet willen meewerken, of wanneer het proces te ingewikkeld is om alsnog documentatie te verkrijgen. Toch moet worden benadrukt dat het ontbreken van verblijfsrecht vaak een grotere uitdaging is dan de staatloosheid op zich (Smits van Waesberghe & Hoogenbosch, 2022).
De verruiming van het optierecht voor staatloos in het Koninkrijk geboren kinderen
Het optierecht is een recht op Nederlanderschap voor mensen die behoren tot een in de wet genoemde bijzondere groep. Anders dan naturalisatie, is de optieprocedure zonder discretionaire bevoegdheid, uitgevoerd door gemeenten. Dit maakt de procedure om Nederlander te worden ook korter (3 maanden) en eenvoudiger.
Een wetswijziging in 2023 heeft het optierecht uitgebreid voor staatloos in het Koninkrijk geboren kinderen: zij kunnen na vijf jaar stabiel verblijf in Nederland, opteren voor de Nederlandse nationaliteit, ook als ze geen verblijfsrecht hebben. Staatloos in het Koninkrijk geboren kinderen die wel een verblijfsrecht hebben, konden al veel langer opteren. Hier is de termijn drie jaar legaal verblijf. Opties worden bevestigd door de burgemeester.
De wetswijziging uit 2023 biedt nieuwe kansen, bijvoorbeeld voor Roma-kinderen, om een Nederlands paspoort te verkrijgen en daarmee een onbeperkt recht op verblijf en terugkeer naar Nederland. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat ouders van een kind dat door optie Nederlander wordt vervolgens een realistische kans hebben om verblijf te krijgen bij hun Nederlandse kind. Dit kan middels een zogenoemde Chavez vergunning (voor de verzorgende ouder van een Nederlands kind) of een artikel 8 EVRM verblijfsrecht vanwege een beroep op gezinsleven met een Nederlands kind.
Meer weten: