Studenten beschermen tegen gevolgen van stagediscriminatie
Stagediscriminatie in het mbo is een hardnekkig probleem, tonen verschillende onderzoeken aan. Daarom zijn er meerdere initiatieven en acties uitgezet om dit tegen te gaan. Zo is er een stagepact Mbo 2023-2027 gesloten door mbo’s, werkgevers en de rijksoverheid. Daarmee wordt stagediscriminatie tegengaan door onder andere in te zetten op het (h)erkennen, voorkomen en aanpakken van stagediscriminatie. Hoe kun je als mbo-docent studenten beschermen tegen de mogelijke schadelijke gevolgen van stagediscriminatie? Lees de tips uit het KIS-rapport.
Steeds meer mbo’s zetten zich in voor de aanpak van stagediscriminatie. Als docent kan het lastig zijn om het onderwerp bespreekbaar te maken. Want als je de studenten gaat waarschuwen dat zij te maken kunnen krijgen met stagediscriminatie, kan dit mogelijk juist tot stress leiden waardoor ze meer gespannen aan hun stage beginnen. Daarom heeft KIS onderzoek gedaan naar hoe docenten dit kunnen aanpakken.
Het onderzoek richtte zich op de volgende vragen: Hoe kunnen docenten in hun lessen over stages aandacht besteden aan stagediscriminatie, zonder dat het bij de studenten tot stress of andere gezondheidsklachten leidt? En hoe kun je de studenten beschermen of weerbaar maken tegen de mogelijke schadelijke gevolgen van (stage)discriminatie? Om dit te beantwoorden, hebben de KIS-onderzoekers allereerst meer dan 150 (internationale) wetenschappelijke studies bekeken over wat gezonde en minder gezonde copingstrategieën zijn. Copingstrategieën zijn manieren om te reageren op discriminatie of de dreiging ervan. Vervolgens zijn er 12 interviews afgenomen met docenten en 5 focusgroepen gehouden met in totaal 25 studenten van het mbo. Zowel de docenten als de studenten komen van verschillende mbo-instellingen verspreid over Nederland, zijn betrokken bij verschillende opleidingen en bij verschillende niveaus en leerjaren. Op basis van deze inzichten heeft KIS een aantal concrete tips geformuleerd voor mbo-docenten en -scholen die willen zorgen dat hun studenten weerbaar op stage gaan.
1. Voorkom de nadruk op ‘fixing the student’ in plaats van ‘fixing the system’
Het is belangrijk om studenten weerbaar te maken tegen mogelijke stagediscriminatie. Maar op de eerste plaats moet de insteek zijn dat stagediscriminatie moet worden voorkomen. Het is niet de bedoeling dat de school, net als sommige studenten, gaat accepteren dat stagediscriminatie nu eenmaal bestaat en zich hierbij neerlegt. Stagediscriminatie is en blijft onwenselijk. Het voorkomen daarvan is de eerste prioriteit, zoals beschreven in het stagepact (onder meer door stagematching in te voeren op basis van leerwens). Maar omdat dit nog niet overal wordt ingezet, is het ook van belang studenten gezonde copingstrategieën aan te reiken.
2. Veranker en waarborg het thema stagediscriminatie in de opleiding
Of studenten wel of niet les krijgen over stagediscriminatie blijkt afhankelijk van de docent, de opleiding en de onderwijsinstelling. Cruciaal is daarom dat lessen over stagediscriminatie een vast onderdeel worden van de stagevoorbereiding, zodat iedere student deze lessen krijgt. Leg de lessen over stagediscriminatie vast binnen de opleiding en zorg dat deze gebaseerd zijn op effectieve kennis.
3. Leer studenten wat stagediscriminatie is en hoe je het herkent
Uit het onderzoek blijkt dat het op het mbo niet vanzelfsprekend is dat er lessen gegeven worden over wat stagediscriminatie is en hoe je het herkent. Studenten weten veelal wel wat stagediscriminatie is, maar weten niet altijd op welke gronden dit kan spelen. Ook onder de docenten blijkt hier nog onduidelijkheid over.
Maak studenten expliciet duidelijk dat het niet hun schuld is als ze gediscrimineerd worden
4. Maak duidelijk wat stagediscriminatie is en stel de norm dat stagediscriminatie niet acceptabel is
Discriminatie is verboden in Nederland en hoeft nooit getolereerd of geaccepteerd te worden. Maak studenten expliciet duidelijk dat het niet hun schuld is als ze gediscrimineerd worden. Ondersteun een kritisch bewustzijn ten aanzien van machtsongelijkheid in deze samenleving. En reageer ook op andere docenten die mogelijk aan victim blaming doen en studenten verantwoordelijk maken voor de stagediscriminatie die zij ervaren. Maak duidelijk dat dit niet oké is. Straal dit als onderwijsinstelling uit naar leerbedrijven en ga niet mee in discriminerende verzoeken. Zorg dat de aanpak van stagediscriminatie een onderdeel is van het schoolbeleid en op alle lagen wordt uitgedragen. Zorg onder meer dat studenten stagediscriminatie laagdrempelig kunnen melden (zie dit rapport van het Verwey-Jonker instituut). Maak ook expliciet duidelijk wat er onder stagediscriminatie verstaan wordt en wat niet. Uit het onderzoek blijkt dat dit op veel scholen (nog) niet vanzelfsprekend is (zie ook het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs uit 2024), dus inzet hierop is cruciaal.
5. Stimuleer studenten om steun te zoeken bij anderen in hun omgeving
Of stimuleer het ontwikkelen van een andere bewuste copingstrategie. Wanneer studenten te maken hebben gehad met stagediscriminatie is het belangrijk dat ze steun zoeken. Sociale steun kan de gezondheidsschade die ontstaat door het ervaren van discriminatie verminderen of beperken. Adviseer studenten daarom om steun te zoeken. Doorgaans is dat een gezonde manier om met een discriminatie-ervaring om te gaan die de schade op de gezondheid beperkt. Scholen kunnen zelf sociale steun faciliteren bijvoorbeeld door te zorgen voor een ruimte waar studenten met gelijkgestemden ervaringen kunnen delen over stagediscriminatie. Een aanbeveling kan zijn om hier een docent bij te betrekken die ervaringskennis/-deskundigheid heeft op het gebied van discriminatie. Ook kunnen studenten vaak terecht bij vrienden en familie nadat zij te maken hebben gehad met discriminatie. Studenten kunnen daarnaast steun hebben aan een religieuze gemeenschap en aan religie; ontmoedig dit als docent niet, want voor religieuze studenten kan dat een gezonde steun zijn.
6. Reageer als docent positief op de culturele en etnische identiteit van studenten
Het blijkt dat een positieve culturele of etnische identiteit kan helpen om de eigen gezondheid te beschermen tegen de negatieve gevolgen van discriminatie. Belangrijk is dus dat docenten niet afwijzend reageren op de culturele of etnische identiteit van hun studenten.
7. Wees alert op copingstrategieën die risicovol zijn
Harder gaan werken om jezelf te bewijzen wordt vaak als strategie toegepast door mensen die regelmatig gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. Maar daar zitten risico’s aan vast, bijvoorbeeld om overwerkt te raken. Cruciaal is om daar als docent alert op te zijn en er met studenten over in gesprek te gaan. Je kunt ze bijvoorbeeld doorverwijzen naar het schoolmaatschappelijk werk of de vertrouwenspersoon. Ditzelfde geldt bij copingstrategieën die het risico hebben dat de negatieve gezondheidseffecten juist vergroot worden. Zoals proberen om discriminatie te accepteren of te vermijden, jezelf zo veel aanpassen dat je niet jezelf kunt zijn en/of (overmatig) middelengebruik. Belangrijk is dat docenten hier alert op zijn en studenten gezonde copingstrategieën aanreiken, zoals sociale steun zoeken.
Publicatie details
- Titel
- Studenten beschermen tegen gevolgen van stagediscriminatie
- Auteur
- Koen Kros, Maxime van de Gevel, Suzan de Winter-Koçak, René Broekroelofs, Caroline Harnacke en Hanneke Felten
- Uitgever
- Kennisplatform Inclusief Samenleven
- Jaar van uitgave
- 2024