Nieuwe verbetertool om statushouders aan het werk te helpen

De werkloosheid onder statushouders is hoog. Met alle negatieve gevolgen van dien. Gemeenten proberen op allerlei manieren om statushouders aan de slag te helpen, maar wat werkt nu echt? Een nieuwe verbetertool van KIS vertaalt wetenschappelijke kennis naar de praktijk en geeft gemeenten inzicht hoe ze de arbeidsparticipatie van statushouders kunnen vergroten.

KIS publicatie
Vluchtelingen

 

De verbetertool en het Wat werkt-dossier over arbeidsparticipatie van statushouders zijn begin 2020 vernieuwd. De nieuwe links vind je hieronder.

 

‘Er is veel kennis en onderzoek over arbeidsparticipatie van statushouders. Zaak is om deze inzichten naar de praktijk te brengen. Dat willen we met deze verbetertool doen’, licht onderzoeker Thijs van den Enden toe. Eind vorig jaar publiceerde KIS al een Wat werkt-dossier over arbeidsparticipatie van statushouders. De hoge werkloosheid onder hen kan onder meer leiden tot armoede, schulden en gezondheidsproblemen. Reden voor KIS om wetenschappelijke kennis en onderzoek te bundelen in een ‘wat-werkt-dossier’.

Kennis

‘Iedereen wil voorkomen dat een grote groep nieuwkomers over tien jaar nog in de bijstand zit'

De behoefte aan kennis en aan effectieve methodes onder gemeenten is groot. Het Wat werkt-dossier op de site wordt dan vaak geraadpleegd. Van den Enden: ‘Iedereen wil voorkomen dat een grote groep nieuwkomers over tien jaar nog in de bijstand zit. Beleidsmakers zijn vooral benieuwd naar werkzame elementen, wat werkt nu echt om statushouders aan het werk te helpen?’

Voor de nieuwe verbetertool zijn – op basis van literatuur – een aantal stellingen gemaakt. Aan de hand van vijf thema’s gaan gemeenten met de eigen aanpak aan de slag. Zo kunnen ze snel zien op welke vlakken ze hoog of laag scoren. Vervolgens krijgen ze praktische verbetertips per stelling om de aanpak te verbeteren.

Thema's

In de tool komen de thema’s die een belangrijke rol spelen bij de arbeidsparticipatie van nieuwkomers aan bod: taal, opleidingsniveau, kennis en vaardigheden, gezondheid en financiën, sociaal netwerk en de relatie met werkgevers. Van den Enden: ‘Grote thema’s waar in het beleid rekening mee gehouden moet worden. Pas wanneer deze gebieden in kaart zijn gebracht, kunnen gemeenten maatwerk bieden.’

Van den Enden: ‘Het grootste obstakel blijkt toch vaak de integrale aanpak. Het is belangrijk dat klantmanagers of andere gemeentemedewerkers die statushouders begeleiden op de hoogte zijn van al deze thema’s. Zijn er gezondheidsproblemen? Wat zijn iemands vaardigheden? Wat zijn de verwachtingen van bepaalde werkgevers, hoe regel je de ondersteuning op de werkvloer? Statushouders hebben al heel snel met allerlei instanties en professionals te maken, hoe geef je dat in de praktijk vorm? En wie houdt het overzicht?’

Het verschil in aanpak tussen gemeenten onderling is groot, weet de onderzoeker. ‘Voor sommige gemeenten zal deze tool een feest van herkenning zijn, voor anderen komen er zeker interessante verbeterpunten uitrollen. Ik kan me voorstellen dat het arsenaal aan tips en informatie rondom arbeidsparticipatie de komende jaren verder uitgebreid kan worden. We hebben vorig jaar voor het eerst een dergelijke verbetertool ingezet rondom het thema eenzaamheid. Die was erg succesvol.’

Naar de praktijk

De onderzoekers van KIS zetten komend jaar nog een stap verder richting de praktijk. ‘We gaan bij een aantal gemeenten echt inzoomen op de resultaten van de verbetertool en proberen gezamenlijk met betrokken gemeenteambtenaren zaken te verbeteren. Dat wordt een soort lerende praktijk.’

Van den Enden benadrukt dat de afgelopen jaren gemeenten veel werk op dit terrein hebben verzet. ‘Er is enorm veel beweging, veel op touw gezet. Het besef dat de groep statushouders extra ondersteuning nodig heeft, is groot. De kunst is om die aandacht en energie vast te houden nu het aantal nieuwkomers terugloopt. We moeten straks niet alles weer afbreken wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Verder zien we ook dat statushouders die eerder naar Nederland zijn gekomen vaker bij het beleid worden betrokken; daar ben ik zeker voorstander van. Zij weten uit ervaring wat er nodig is.’

Ga naar de verbetertool
Ga naar het Wat-werkt-dossier

Meer informatie?Neem contact op met:

Bora Avrić

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892141
Afbeelding

Marjan de Gruijter

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding