Hoe is de arbeidsmarktparticipatie van vluchtelingen die al langer in Nederland zijn?

In de jaren negentig waren de grootste vluchtelingengroepen afkomstig uit Afghanistan, Iran, Irak, Somalië en Joegoslavië. De netto arbeidsparticipatie van deze groepen in Nederland is laag, zo blijkt uit het SCP Jaarrapport Integratie 2013 (Joegoslaviërs zijn niet onderzocht). Vooral de positie van Somaliërs is ongunstig; in deze groep werkt slechts 26% meer dan 12 uur per week. Iraniërs hebben de meest gunstige arbeidsmarktpositie.

Netto participatie op de arbeidsmarkt* (2012)

 

Iraniërs

60%

Afghanen

42%

Irakezen

39%

Somaliërs

26%

Autochtonen

70%

 * Netto participatie betreft het aandeel werkenden met een baan van twaalf uur en meer per week in de bevolking van 15-64 jaar.
Bron: SCP Jaarrapport Integratie 2013

Arbeidsparticipatie stijgt

Cijfers tonen aan dat naarmate vluchtelingen langer in Nederland wonen, hun arbeidsparticipatie stijgt. Een recentelijk uitgevoerde cohortstudie naar de positie van asielmigranten die tussen 1995-1999 en verblijfsvergunning kregen, wijst uit dat 50% van de asielmigranten na vijf jaar een baan (van acht uur of meer) heeft. Dit blijkt uit de WRR Policy Brief van de WRR-projectgroep Migratiediversiteit. Na 15 jaar heeft 57% van de asielmigranten een baan. De arbeidsmarktparticipatie stijgt dus over de jaren, maar blijft alsnog achter vergeleken met autochtone Nederlanders. Uit het onderzoek blijkt dat van alle herkomstgroepen de voormalig Joegoslaven na een verblijf van vijftien jaar het meest (65%) participeren en de Somalische groep het minst (43%). Anders dan uit het Jaarrapport Integratie van het SCP blijkt, doet de Iraanse groep in het onderzochte cohort het niet beter dan de groep Irakezen en Afghanen.

Tijdelijke contracten

Mannen werken vaker dan vrouwen, blijkt uit het jaarrapport Integratie 2014. Afghaanse, Iraakse en Somalische mannen werken ongeveer twee keer zo vaak als de vrouwen uit deze groepen. Iraanse vrouwen werken veel vaker dan vrouwen uit de andere vluchtelingengroepen.

De meeste vluchtelingen hebben contracten voor bepaalde tijd, zo blijkt uit de VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2014. Van de vluchtelingen met een baan werkt 66% op basis van een tijdelijk contract. Ter vergelijking: 34% van de autochtonen en 55% van de niet-westerse allochtonen werkt op een tijdelijk contract.