Hoe sluit opvoedingsondersteuning beter aan bij gezinnen uit Midden- en Oost-Europa?

FORUM onderzocht de opvoedingsondersteuning voor migranten uit Midden en Oost-Europa en formuleerde op basis daarvan een aantal praktische adviezen voor gemeenten en instellingen:

  1. Voorlichting voor ouders bij de schoolintake
    Informeer als school individuele gezinnen al bij het aanmeldingsgesprek (regulier onderwijs of schakelklassen) over het zorgsysteem op school en de mogelijkheden voor ondersteuning. Laat weten dat de school (leerkracht/mentor) openstaat voor vragen over opvoeding en kan helpen bij het zoeken naar opvoedingsondersteuning, mocht dat nodig zijn.
  2. Geef groepsgewijze voorlichting
    Ook groepsgewijze voorlichting vanuit het onderwijs over het zorgsysteem en de mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning, kan heel effectief zijn. Organiseer die in samenwerking met de Zorg Advies Teams, opvoedingsondersteuners en intermediairs uit de eigen groepen. Besteed bij de bijeenkomsten expliciet aandacht aan de drempels die ouders ervaren. Denk aan angst voor betutteling en een ongenuanceerd beeld van jeugdbeschermingsmaatregelen. Door samen te werken met sleutelpersonen, kunnen voorlichtingsbijeenkomsten en cursussen voor een deel in de eigen taal worden gegeven.
  3. Maak leerlingenzorg in het voortgezet onderwijs tot prioriteit
    Stimuleer als gemeente dat op concentratiescholen (met schakelklassen of relatief veel leerlingen uit Midden- en Oost-Europa) intermediairs of sleutelpersonen gaan werken. Zij kunnen helpen met het vroegtijdig signaleren van problemen bij scholieren, samenwerken met schoolmaatschappelijk werkers en vroegtijdige ondersteuning op gang krijgen door contact met ouders te leggen. Het gaat immers niet alleen om de problemen van de leerling zelf, maar ook om de relatie met de ouders.
  4. Benut de brugfunctie van intermediairs
    Faciliteer vanuit de gemeente zelforganisaties, sleutelpersonen en intermediairs zodat zij een brugfunctie kunnen vervullen voor de gezinnen. Stimuleer voorlichting over opvoeding en het vormen van gespreksgroepen voor ouders. Bevorder de samenwerking tussen migrantenorganisaties enerzijds en scholen, jeugdteams en het Centrum voor Jeugd en Gezin anderzijds. Vaak kan met een kleine subsidie en met vrijwilligersvergoedingen al veel nuttig werk worden verzet.
  5. Bepaal de omgang met niet-geregistreerden
    Maak als gemeente de jeugdinstellingen duidelijk hoe zij behoren om te gaan met niet-geregistreerde gezinnen. Wijs de instellingen erop dat volgens de nieuwe jeugdwet de gemeente verantwoordelijk is voor opvoedingsondersteuning van ‘vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf in Nederland hebben en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt’. Oftewel: de reguliere jeugdteams moeten kinderen van EU-migranten helpen, ook al zijn zij niet geregistreerd. Zet deze eis kracht bij door te benadrukken dat dit bedoeld is om te voorkomen dat deze gezinnen marginaliseren.
  6. Bied wel- en niet-geregistreerden dezelfde zorg aan
    Hanteer bij het aanbieden van zorg geen onderscheid tussen geregistreerden en niet-geregistreerden. Waar nodig kunnen niet-geregistreerde gezinnen bereikt worden via kinderdagverblijven, schakelklassen, scholen, zelforganisaties en het informele circuit. Wanneer er signalen zijn dat er hulp nodig is, maak dan duidelijk dat niet-geregistreerde gezinnen wel recht hebben op (kosteloze) opvoedingsondersteuning.
  7. Leg als jeugdgezondheidzorg (JGZ) altijd een huisbezoek af
    Ga als JGZ standaard op huisbezoek wanneer een gezin uit Midden- en Oost-Europa zich vestigt in een gemeente. Doe dit niet alleen bij gezinnen met kinderen tot vier jaar, maar ook bij die met oudere kinderen.

Meer informatie?Neem contact op met:

Marjolijn Distelbrink

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding