‘Een tegengeluid voor populistische politiek’

Afiah Vijlbrief is onderzoeker bij KIS. Ze vertrekt binnenkort naar de landelijke antidiscriminatie-organisatie Radar. Hoe kijkt ze aan tegen de Internationale dag tegen het racisme op 21 maart en het belang van de dag? KIS stelde haar vier vragen.

Artikel
Discriminatie

Wat betekent 21 maart voor jou?

Hoewel ik me dagelijks hard maak om discriminatie te verminderen, betekent 21 maart extra veel voor mij, omdat ik met medestrijders de straat op ga om te demonstreren. Deze groep bestaat uit mensen die gediscrimineerd worden en uit bondgenoten. Het sterkt mij in de strijd tegen discriminatie. Ik zet mij altijd in tegen alle vormen van discriminatie: seksisme, validisme (discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een functiebeperking op grond van hun lichamelijke en/of verstandelijke gesteldheid), anti-semitisme, racisme, islamofobie, lesbofobie, homofobie, bi-fobie en transfobie, maar op 21 maart in het bijzonder. Dit jaar loopt het vanwege het coronavirus wat anders. Maar ondanks de afgelasting van de demonstratie moeten we wel blijven strijden en ons blijven inzetten om discriminatie te verminderen.

Waarom is de dag belangrijk in z’n algemeenheid?

We staan stil bij discriminatie en de gevolgen ervan, dat is altijd belangrijk. Als samenleving hebben we een verantwoordelijkheid de huidige ongelijkheid te verkleinen. We moeten blijven praten en luisteren. Geef mensen die vaak niet gehoord worden een stem en podium, zodat zij hun verhalen kunnen delen. Binnen het huidige politieke klimaat waar polarisatie tussen groepen bestaat, blijft anti-discriminatie actueel. Des te belangrijker een dag te organiseren, ook als tegengeluid richting populistische politiek.

Je vertrekt naar Radar, wat ga je daar doen?

Bij Radar INC zal ik gaan werken als projectleider en onderzoeker. Binnen deze functie richt ik mij op het landelijk rapportageproject in samenwerking met een aantal partijen waaronder het ministerie BZK, de nationale politie en College van de Rechten van de Mens. Een volgend project gaat over het registratiesysteem van de meldcijfers. Voor dit project ben ik ‘spokes persoon’ voor de pers, maar ook voor gemeenten en verschillende anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s). Verder zal ik meewerken in onderzoeksprojecten.

Wat hoop je er te bereiken en hoe kunnen KIS en Radar elkaar versterken rond antidiscriminatie?

Het lijkt me goed het registratiesysteem bij Radar steviger te kunnen neerzetten. Daarbij hoop ik enerzijds dat burgers eerder bereid zijn te melden, maar dat deze meldingen anderzijds ook vanuit één centrale plek beter naar buiten kunnen worden gecommuniceerd. Laten we vooral de inzichten en resultaten van KIS-onderzoeken, maar ook de rapporten van Radar INC zelf, gebruiken om verschillende vormen van discriminatie te agenderen én effectiever aan te pakken.