Emancipatie in de superdiverse samenleving: dilemma’s en oplossingsrichtingen

Nederland is een superdiverse samenleving. Een diverse samenleving is echter niet automatisch een inclusieve samenleving. Veel groepen ervaren ongelijkwaardigheid, uitsluiting en discriminatie. Gelukkig zetten velen zich actief in voor emancipatie op verschillende niveaus. Toch zijn er ook uitdagingen. Emancipatie van verschillende groepen kan soms met elkaar op gespannen voet staan of stuiten op weerstand in de samenleving. Wat te doen als verschillende waarden en vrijheden tegenover elkaar worden gezet? Hoe kunnen we de gezamenlijke strijd voor vrijheid versterken? Deze vraag was aanleiding voor KIS om in gesprek te gaan met activisten, professionals en beleidsmakers.

Artikel
Polarisatie en verbinding

Verschillende activisten, influencers, politici, beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en instellingen werken aan emancipatie. Zij agenderen zaken en jagen positieve verandering aan voor meer acceptatie en emancipatie van diverse groepen wiens stemmen vaak niet gehoord worden. Soms staat hierbij de onderlinge solidariteit onder druk. Zoals dat bijvoorbeeld gebeurde bij de onrust rondom het wel of niet dragen van de One Love-band. Hoe kun je het eens worden over het oneens zijn (agree to disagree)? Voor welke dilemma’s staan activisten, professionals en beleidsmakers? En hoe gaan zij daar vervolgens mee om? In dit artikel delen we ervaringen en inzichten.

Werken aan emancipatiedoelen: de kracht en frictie

De kracht van het (gezamenlijk of individueel) werken aan emancipatiedoelen schuilt deels in de gedrevenheid van mensen die zich hiervoor inzetten. Zij ervaren zelf of zien van dichtbij de impact van uitsluiting en discriminatie binnen 'hun groep'. Daarnaast vraagt succes om de inzet van effectieve strategieën en interventies. KIS en andere kennisorganisaties hebben afgelopen jaren kennis ontwikkeld over wat werkt om de acceptatie en emancipatie van (minderheids)groepen in de samenleving te vergroten. Deze kennis wordt ingezet om verschillende emancipatiedoelen te behalen. Wat werkt is bijvoorbeeld het vergroten van inleving en empathie door het delen van persoonlijke ervaringen over uitsluiting. En het bevorderen van positieve sociale normen, bijvoorbeeld symbolen als een regenboogvlag of de actie van de spelers van Oranje die elkaars hand vasthouden als statement tegen racisme.

Deze aanpakken hebben afgelopen jaren daadwerkelijk bijgedragen aan sociale verandering en meer acceptatie en emancipatie. Iedereen die werkt aan emancipatiedoelen streeft naar respect, acceptatie, erkenning, gelijke behandeling en het recht om te zijn wie ze zijn en te leven volgens hun eigen waarden en normen. Afgelopen jaren is er steeds meer oog voor intersectionaliteit op het gebied van emancipatie. Denk aan de inzet van Black Lives Matters. De aanpak van anti-Zwart racisme werd hoog op de (politieke) agenda gezet en uiteindelijk heeft dit geleid tot een bredere aanpak van discriminatie op allerlei gronden, waaronder lhbtiqa+. Emancipatiedoelen kunnen elkaar zo versterken.

We zien echter op basis van recente voorvallen dat (groepen) mensen in de samenleving heftig kunnen reageren op het succes van inzet op emancipatie van een bepaalde groep. Soms leidt dat tot frictie binnen én tussen verschillende groepen. Dat heeft ook impact op hoe mensen samen leven en werken. Tijdens de KIS-bijeenkomst in oktober 2023 werden persoonlijke ervaringen en dilemma’s in deze context gedeeld door de deelnemers.

Ervaren dilemma’s

Aan de ene kant is er respect voor de rechten en vrijheid van de ander, maar iemand wil ook trouw blijven aan eigen overtuigingen

Schurende overtuigingen

Beleidsmakers en onderzoekers kunnen schuring ervaren tussen hun persoonlijke (geloofs)overtuiging en genderdiversiteitsvraagstukken waar ze zich professioneel mee bezighouden. Het wordt gezien als een persoonlijk dilemma: aan de ene kant is er respect voor de rechten en vrijheid van de ander, maar iemand wil ook trouw blijven aan eigen overtuigingen. Er is niet altijd begrip en respect voor dat persoonlijk perspectief.

Een vergelijkbaar dilemma had een deelnemer die veel met ouders werkt. Als voorbeeld werden lessen op school rond de ‘lentekriebels’ genoemd. De deelnemer deelt het belang van aandacht en respect voor seksuele diversiteit. Maar tegelijkertijd zijn er ouders die hier vanuit hun geloof veel moeite mee hebben, en dat begrijpt hij ook vanuit hun perspectief.

Neutraliteit of stelling nemen?

Andere voorbeelden waren situaties waarin een neutrale opstelling wordt verwacht van betrokkenen in hun (vrijwilligers)werk. Terwijl zij op grond van hun persoonlijke waarden en moreel kompas zich zouden willen uitspreken tegen onrecht. Zo gaf een voormalig vrijwilliger van Amnesty aan te worstelen met de politieke neutraliteit van deze organisatie. Bijvoorbeeld omdat ze demonstraties moest monitoren van organisaties die staan voor zaken die indruisen tegen haar persoonlijke waarden, zoals Pro-life protest (anti-abortus) en Pegida (anti-islam).

Ambtenaren worden geacht neutraal te zijn en zich niet uit te spreken als ze persoonlijk niet achter de opstelling van het bestuur of de politiek staan. Dat betekent soms ook dat ambtenaren beleid moeten uitvoeren dat zij onrechtvaardig vinden. Maar wat doe je als grenzen worden overschreden? De situatie in Palestina en Israël werd verschillende keren als voorbeeld genoemd. Maar ook andere professionals vinden het vanuit hun positie lastig om zaken in de organisatie bespreekbaar te maken. Mede door het weerwoord dat ze soms krijgen: dat ze zich laten leiden door emotie of dat ze polariseren.

Worstelen met intersectionele loyaliteiten

Vaak is bij emancipatiebevordering weinig aandacht voor de diversiteit binnen groepen. De roep om gelijke behandeling klinkt nu eenmaal harder als je je presenteert als uniforme verenigde groep. Maar daardoor is er weinig oog voor intersectionaliteit: de diverse factoren waaruit iemands identiteit bestaat, wat zorgt voor een unieke ervaring van achterstelling en bevoordeling hebben. Ook kun je verschillende loyaliteiten kennen. Een deelnemer gaf aan daarmee te worstelen. Hij identificeert zich als lid van de lhbtiqa+ gemeenschap, maar is ook erg betrokken bij (online) Marokkaanse gemeenschappen. Dit conflicteert soms in bepaalde situaties. Zoals bij de regenboogband van de KNVB. In een de online communities van Marokkaanse Nederlanders waarin hij participeert, was er veel weerstand tegen deze band. Dat voelde voor hem ook als weerstand tegen hemzelf als lid van de lhbtiqa+ gemeenschap. Tegelijkertijd ervaarde hij druk vanuit de lhbtiqa+ gemeenschap om zich uit te spreken tegen de weigering van voetbalspelers om de band te dragen. Een keuze die hij niet wilde maken omdat hij zich ook kon verplaatsen in de afwegingen vanuit het andere perspectief om de band niet te dragen. Een dubbele loyaliteit.

Meten met twee maten

Een aantal deelnemers ervaarden situaties waarin verschillende standaarden werden gehanteerd. Een diversiteitsadviseur gaf als voorbeeld twee thema’s waar aandacht voor was binnen de organisatie: 

  1. De oorlog in Oekraïne.
  2. Anti-Zwart racisme.

In het pand werden posters opgehangen: posters voor steun aan Oekraïne en anti-racismeposters. De anti-racismeposters werden op een gegeven moment verwijderd terwijl de posters voor Oekraïne bleven hangen. Deze oneerlijkheid was niet uit te leggen vanuit haar positie.

Als er ongelijkheid wordt ervaren in de aandacht en acceptatie van iemands eigen waarden in vergelijking met waarden van anderen, kan er weerstand ontstaan. Het kan leiden tot (persoonlijke) dilemma’s van de mensen die zich inzetten voor emancipatie van gemarginaliseerde groepen in onze samenleving.

Je ‘zijn’ staat ter discussie

Verschillende voorbeelden van situaties waarin mensen ervaren dat ze ‘er niet mogen zijn’ werden genoemd. ‘Staan voor jezelf kan leiden tot uitsluiting. Een pijnlijk dilemma omdat je wilt kunnen zijn wie je bent en erbij wilt horen.’ Een militair vertelt over zijn zoektocht als lhbtiqa+ persoon in het leger. Iemand anders deelt de pijn uit zijn jeugd: ‘Ik moest wit zijn onder mijn zwarte huid. Ik mocht op school niet zwart zijn.’ Hij kreeg de boodschap dat hij er niet bij hoorde. En een derde deelnemer vertelde over een situatie waarbij iemand zijn Nederlanderschap in twijfel trok: ‘Die persoon kon niet geloven dat ik Nederlander ben, omdat mijn ouders uit Marokko komen. Maar ik ben in Nederland geboren en in mijn paspoort staat Nederlander.’ Hij ervaart dit als een conflict: dat andere mensen voor hem bepalen of hij Nederlander is.

Oplossingsrichtingen

Tijdens de bijeenkomst deelden de aanwezigen openhartig situaties en persoonlijke dilemma’s die zij in deze context ervaren. Hierdoor hebben we meer inzicht gekregen in de complexiteit van het omgaan met identiteit, diversiteit en schurende waarden en opvattingen. Specifiek binnen contexten waarin activisten, beleidsmakers en professionals werken. De dilemma’s en uitdagingen zijn divers. Het gaat onder andere over:

  • hoe je omgaat met machtsongelijkheid en verschillende standaarden;
  • hoe je balans vindt tussen verschillende waarden en overtuigingen;
  • hoe je balans vindt tussen persoonlijke opvattingen en professionele loyaliteit en verwachtingen.

Streef ernaar om je eigen verhaal te vertellen zonder anderen te overtuigen

Aangedragen oplossingen benadrukken het belang van dialoog, begrip en respect voor verschillende standpunten. Streef ernaar om je eigen verhaal te vertellen zonder anderen te overtuigen. Door uit te leggen wat je lastig vindt, maak je iemand deelgenoot. Het zorgt dat deze persoon zich in andere perspectieven kan verplaatsen. Dat wil niet zeggen dat je het altijd eens wordt. Soms moet je vrede hebben met agree tot disagree en dat ondergeschikt maken aan het hogere emancipatiedoel: strijden voor gelijkwaardigheid en vrijheid voor iedereen.

Tegelijkertijd is het niet altijd de boodschap die tot frictie leidt, maar de manier waarop die wordt gebracht. Zo werd het voorbeeld gegeven van (gast)lessen op school over genderdiversiteit. Weerstand van ouders kan ontstaan door de expliciete manier waarop dit onderwerp wordt besproken. Ouders hebben daarbij het gevoel dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met hun waarden. Een suggestie is om samen met ouders te overleggen hoe dit onderwerp op een andere manier te bespreken.

Wanneer je zaken binnen je organisatie aan wilt kaarten, kun je gebruikmaken van de structuren die er al zijn. Als er geen wettelijke kaders zijn, kijk dan naar de waarden en visie van een organisatie. Mogelijk kun je op die manier aansluiten op waarden zonder af te wijken van je boodschap. Als je niet de positie of het mandaat hebt om dingen te veranderen, is het raadzaam om mensen te betrekken die dat vanuit hun positie wel kunnen. Een medestander zoeken is ook belangrijk: je kunt niet alles alleen. En je kunt niet alles oplossen: choose your battles wisely.
 

Hoe verder?

Het kennisatelier was een eerste stap om met elkaar beter zicht en grip te krijgen op de thematiek. In 2024 zal KIS samen met de betrokken experts het vraagstuk gaan verdiepen. De bevindingen worden opgeschaald naar het niveau van beleidsmakers en (vrijwillige) medewerkers van maatschappelijke organisaties en instellingen. Op basis van beschikbare kennis en goede voorbeelden zal KIS ondersteuning bieden hoe met de geconstateerde dilemma’s om te gaan.

Meer informatie?Neem contact op met:

Annemarie van Hinsberg

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892114
Afbeelding