‘Drastische maatregelen nodig tegen ongelijkheid in onderwijs’

Het gezin waarin een kind wordt geboren, is steeds bepalender voor zijn loopbaan in het onderwijs. Dat concludeerde de Inspectie van het Onderwijs. Anita Nanhoe deed er in 2012 promotieonderzoek naar: ‘Ons onderwijssysteem is de laatste jaren enorm achteruitgegaan. Als er geen drastische maatregelen worden getroffen, blijft het een onderwijssysteem voor welgestelden.’

Artikel
Jeugd en opvoeding

In het jaarverslag De staat van het onderwijs van de Inspectie staat dat bij gelijke intelligentie het steeds belangrijker wordt uit wat voor gezin de leerling komt. De opleiding van de ouders speelt hierbij de hoofdrol. Bij een kind uit een lagere klasse wordt al snel gedacht dat die thuis weinig steun krijgt, vertelt Nanhoe desgevraagd. Deze leerling krijgt daarom een lager schooladvies zodat hij het wat makkelijker krijgt op de middelbare school. Nanhoe: ‘Niet slecht bedoeld natuurlijk, maar een kind uit een achterstandssituatie dat een citoscore van 540 haalt, heeft een enorme groeispurt gemaakt. Dit is een voorspeller van verdere groei. Hij of zij zou daarom juist een hoger advies moeten krijgen dan het kind afkomstig uit een middenklassengezin met dezelfde citoscore.’

Vooroordelen en onterechte verwachtingen

Sinds vorig jaar is het schooladvies van de leerkracht doorslaggevend voor de middelbare schoolkeuze. De citotoets wordt pas afgenomen als het advies al is gegeven. Nanhoe: ‘De citotoets was een instrument voor docenten om te controleren of hun advies en verwachting wel klopte. Nu dit is weggevallen, is er meer ruimte voor vooroordelen en misschien onterechte verwachtingen van leraren die kunnen leiden tot onderadvisering en een beperking van de onderwijskansen.’ Volgens onderwijsdeskundigen is het vooral de mondige hoogopgeleide ouder die bezwaar maakt als het schooladvies niet bevalt. Nanhoe vult aan: ‘Uit mijn onderzoek bleek dat met name de laagopgeleide ouders van niet-westerse herkomst niet hun weg weten te vinden naar effectieve maatregelen die de loopbaankansen van hun kinderen bevorderen. Denk aan individuele huiswerkbegeleiding of een second opinion na een schooladvies. Daarbij kost het allemaal geld en dat heeft niet iedereen.’

In 2012 promoveerde Nanhoe, die nu werkzaam is als onderzoeker bij de gemeente Rotterdam, op de onderwijscarrière van autochtone, Hindostaanse en Marokkaanse hoogopgeleiden uit lagere sociaaleconomische milieus in Nederland. Ze onderzocht welke factoren bijdroegen aan de opwaartse onderwijsmobiliteit. Een daarvan was een outreachende benadering van docenten, vooral bij de leerlingen van Hindostaanse en Marokkaanse herkomst. Nanhoe: ‘Bijvoorbeeld een docent die bij ouders langsgaat om uit te leggen waarom het goed is als dochter of zoon verder studeert. Of een leerkracht die even apart zit met een leerling voor extra ondersteuning of Nederlandse taalles. Dergelijke inspanningen motiveren kinderen en jongeren om net dat stukje harder te lopen.’

jongeren hard werken

Scholen belonen

'Scholen moeten beloond worden als kinderen uit lagere sociaaleconomische klassen een hoger schooladvies krijgen'

Volgens Nanhoe is de onderwijsloopbaan van leerlingen nu te veel afhankelijk van die ene individuele leraar. Zij stelt dat extra ondersteuning onderdeel moet zijn van het beleid, en niet alleen geschreven beleid. Momenteel probeert de overheid met de zogenoemde ‘gewichtenregeling’ onderwijsachterstanden te bestrijden. Het primair en voortgezet onderwijs krijgt een extra bedrag op basis van het opleidingsniveau van de ouders of verzorgers van een leerling. De scholen bepalen vervolgens zelf hoe ze dat budget besteden. Nanhoe: ‘Veel scholen kiezen ervoor om van dat geld extra docenten aan te nemen om zo kleinere klassen te vormen. Alle leerlingen hebben daar echter profijt van en daarmee hef je niet de ongelijkheid tussen scholieren op.’ Volgens Nanhoe moeten de extra middelen een duidelijke bestemming krijgen, bijvoorbeeld individuele huiswerkbegeleiding of ondersteuning in de Nederlandse taal. Ook stelt ze dat er een prestatiecriterium aan de gewichtenregeling moet worden gekoppeld: scholen moeten dus beloond worden als kinderen uit lagere sociaaleconomische klassen een hoger schooladvies krijgen. ‘Dit moet docenten prikkelen om extra te investeren in die leerlingen.’

Aparte scholen

Uit het rapport van de Inspectie van het Onderwijs komt naar voren dat ook het verdwijnen van brede scholengemeenschappen, met vmbo, havo en vwo in één school, een rol speelt bij de toenemende ongelijkheid in het onderwijs. Nanhoe: ‘Hetzelfde geldt voor gemengde brugklassen. In plaats van een ontwikkeling naar twee jaar durende gemengde klassen, dus verdere uitstel van een definitieve selectie van het onderwijsniveau, verdwijnen die helemaal.’ Dit maakt volgens Nanhoe de doorstroom naar een hoger niveau lastig: ‘In die eerste jaren van de middelbare school vindt er bij kinderen een enorme biologische en psychologische ontwikkeling plaats en willen ze vooral bij de groep horen. Stel dat ze in een vmbo-klas zitten waar het niet “cool” is om hoge punten te halen. Omdat ze er graag bij willen horen, gaan zij niet hun best doen. Ze schikken zich dus naar het niveau waarop ze zijn ingedeeld.’ Nanhoe legt uit dat voor veel scholen dit een argument is dat een kind op het juiste niveau is ingedeeld. ‘Maar het resultaat is dat dit kind veel moeilijker in het hoger onderwijs terecht komt, vooral nu het stapelen van studies om een hoger niveau te bereiken steeds moeilijker wordt.’

Volgens de onderzoeker wordt met het huidige onderwijsbeleid de kansen van een kind uit een achterstandsmilieu alleen maar kleiner: ‘Het is een infrastructuur voor welgestelden geworden, zeker nu studiefinanciering een lening is geworden. Als je in een uitkeringsgezin bent geboren, dan hang je.’

 

Interessant artikel? 

Misschien wilt u deze artikelen ook lezen: