Vraag en antwoord
KIS staat open voor vragen en suggesties over integratie en diversiteit. Op deze pagina vind je een overzicht van veelgestelde vragen.
Thema's
Discriminatie
-
Op basis van een viertal uitgebreide literatuuronderzoeken naar wat werkt tegen discriminatie, deelt KIS de do's en don'ts bij het voorkomen van discriminatie op grond van afkomst, religie en huidskleur.
Lees meer -
De letterlijke betekenis van discriminatie is ‘het maken van onderscheid’. In juridische en maatschappelijke betekenis staat discriminatie voor het ongelijk behandelen of achterstellen van individuen of groepen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Discriminatie is in Nederland verboden.
Lees meer
Diversiteitsbeleid
-
De methodiek is gebaseerd op praktijkgericht onderzoek. Op basis van ervarings- en praktijkkennis wil deze publicatie vooral inzichtelijk maken hoe de methodiek eruitziet en wat belangrijke aandachtspunten zijn als je de methodiek gebruikt. We willen de methodiek in de toekomst evalueren en de positieve en negatieve effecten in kaart brengen. Hiermee kunnen we de methodiek waar nodig verbeteren.
De methodiek is bedoeld voor professionals en vrijwilligers die werken met vluchtelingen, zoals medewerkers en vrijwilligers van belangenorganisaties, migrantenzelforganisaties, COA, Ggz en maatschappelijk werk. Ook advocaten hebben baat bij een samenhangend verslag over de levensloop van hun cliënt. Er staan lessen in die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) kan benutten voor het gehoor.
-
Gemeenten vervullen met hun diversiteitsbeleid een voorbeeldfunctie voor anderen in de non-profitsector. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om de aandacht voor diversiteit in het algemeen te vergroten door andere maatschappelijke organisaties aan te sturen.
Lees meer -
Dat kan op verschillende manieren. Pas bijvoorbeeld bij het werven van nieuwe medewerkers vacatureteksten aan zodat deze een diverse groep aanspreken.
Lees meer -
Kennisplatform Inclusief Samenleven ontwikkelde een checklist die inzicht biedt in het diversiteitsbeleid van gemeenten.
Lees meer -
Uit gesprekken met verschillende burgerinitiatieven zijn negen concrete handvatten naar voren gekomen voor burgerninitiatieven die bewoners van diverse culturele en etnische achtergronden willen bereiken.
Lees meer
Europese arbeidsmigranten
-
KIS ondervroeg vrijwilligers uit de gemeenschappen die veel werken met ouders en kinderen. Zij noemen de Nederlandse taal een belangrijk vehikel voor ouders om in Nederland te kunnen functioneren. Wel zijn er meer mogelijkheden nodig om op andere manieren Nederlands te leren, bijvoorbeeld in de avonduren of op taalpunten waar ouders in het weekend al komen met hun kinderen om de eigen taal te leren.
Lees meer -
Onder andere door de tweetaligheid van kinderen te ondersteunen.
Lees meer -
De praktische informatie verkrijgen Poolse arbeidsmigranten vrij gemakkelijk. Vaak gaat dat via internet of via hun netwerk. Maar hulp hebben ze wel nodig. Dat blijkt uit een rapport van Kennisplatform Inclusief Samenleven.
Poolse migranten hebben hulp nodig bij het handhaven van een veilige werksituatie, het verkrijgen van hun rechten op de werkvloer en het verbeteren van hun woonsituatie. Wat meer gespecialiseerde informatie hebben ze ook nodig, bijvoorbeeld over de gevolgen van ondernemer worden, hun rechten als ze direct voor een werkgever gaan werken in plaats van via een uitzendbureau en over zwangerschapsregelingen in Nederland.
Bij persoonlijk contact met instanties als de Kamer van Koophandel, gemeenten of de Belastingdienst is het van belang dat de arbeidsmigranten ook in het Engels geholpen kunnen worden. Hun Nederlands is namelijk vaak te gebrekkig.
-
In de afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken gedaan naar dit onderwerp. KIS vulde de bestaande kennis aan door een perspectief te kiezen dichtbij ouders en kinderen en uit de migrantengroepen zelf. Vrijwilligers die veel met ouders en kinderen uit deze groepen werken, signaleren in het onderzoek de volgende aandachtspunten:
- Taal. Ouders beheersen het Nederlands onvoldoende en hebben weinig mogelijkheden om Nederlands te leren door lange werkdagen. Kinderen worden juist soms te weinig gestimuleerd door leerkrachten om hun moedertaal te leren.
- Onderwijs. Ouders ontberen kennis over het Nederlandse onderwijssysteem. Tegelijkertijd geldt: het onderwijssysteem lijkt kinderen die op latere leeftijd zij-instromen weinig kansen te geven op een succesvolle schoolloopbaan.
- Opvoeding. Opvoeden in Nederland is anders dan in het herkomstland. Ouders missen soms ondersteuningsstructuren en hebben tegelijkertijd nog te weinig zicht op de steun die er in Nederland voorhanden is, bijvoorbeeld in wijkteams.
-
Bij registratie, zowel in de Basisregistratie Personen als de Registratie Niet-Ingezetenen, kan de gemeente doorverwijzen naar bestaand (lokaal) taalaanbod. De gemeente kan tevens arbeidsmigranten proactief bereiken via werkgevers, huisvesters, uitzendbureaus, zelforganisaties en kerken.
Taalaanbod is commercieel aanbod, aanbod van of via organisaties van migranten, aanbod van werkgevers, maar ook taalcoachorganisaties die werken met vrijwilligers. Als een dergelijk aanbod ontbreekt, kan de gemeente een taalcoachorganisatie opzetten. In een aantal gemeenten is taalscholen actief waarin kinderen en jongeren les krijgen in de taal van het herkomstland. Op deze scholen wordt vaak door vrijwilligers Nederlandse les gegeven aan ouders.
Werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen in het taalaanbod voor arbeidsmigranten. Een betere beheersing van de Nederlandse taal is in het belang van zowel de werkgever als werknemer. Gemeenten kunnen werkgevers stimuleren om bijvoorbeeld deel te nemen aan het Taalakkoord van het ministerie van SZW. Hiermee zetten werkgevers zich in om de taalvaardigheden van hun medewerkers te verbeteren.
-
Migratie brengt vaak risico’s met zich mee bij de opvoeding van migrantenkinderen in Nederland. Laagopgeleide ouders − met name Bulgaren, Roma en niet-geregistreerde migranten – hebben vaak specifieke opvoedingskwesties die extra aandacht vanuit het gemeentelijk jeugdbeleid vragen.
Lees meer
Integratie- en inburgeringsbeleid
-
Integratie is een proces waarbij nieuwkomers zich mengen in de Nederlandse samenleving en er tegelijkertijd ruimte is voor de nieuwkomer om zijn of haar eigen normen en gebruiken te behouden. Er is dus sprake van aanpassing aan de Nederlandse samenleving én van cultuurbehoud. Assimilatie behelst daarentegen dat de nieuwkomer afstand doet van zijn of haar eigen cultuur en zich volledig voegt naar de normen en gebruiken van de Nederlandse samenleving.
In het vreemdelingenbeleid van de overheid is niet gedefinieerd wanneer iemand is geïntegreerd. Wel moet een deel van de nieuwkomers verplicht inburgeren; zij zijn officieel ‘ingeburgerd’ wanneer zij het Staatsexamen NT2 of het inburgeringsexamen succesvol hebben afgerond. Het inburgeringsexamen bestaat uit zes onderdelen: schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid, kennis van de Nederlandse maatschappij en oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Meer informatie: www.inburgeren.nl.
-
Plan zo vroeg mogelijk een intakegesprek in, bij voorkeur in samenwerking met relevante stakeholders. Hierdoor komt een vluchteling goed in beeld bij alle partijen en voorkom je dubbele intakes.
Lees meer -
Via de KIS Wijkmonitor zijn gegevens beschikbaar over de sociaaleconomische integratie van migranten op buurtniveau.
Intercultureel vakmanschap
-
Risico’s op overbelasting en lage kwaliteit van zorg doen zich met name voor onder geïsoleerde mantelzorgers met een migratieachtergrond. Deze informele zorgverleners komen soms uit lagere sociale klassen of zijn de Nederlandse taal niet machtig. Met als gevolg dat ze de ondersteuning niet weten te vinden of geen ondersteuning zoeken. Aan de andere kant sluit de ondersteuning en de manier waarop die wordt aangeboden, niet goed aan op de hulpbehoefte, ook bij hoogopgeleide mantelzorgers.
Lees meer -
Een tip is om samen te werken met organisaties die deze groepen al bereiken en samen met hen voorlichting te geven over mantelzorg en de ondersteuning die u kunt bieden.
Lees meer -
Handelingsverlegenheid in gesprek met moslimleerlingen over gevoelige onderwerpen; veel leerkrachten en jongerenwerkers hebben er mee te kampen. Of het nu gaat om de strijd in Syrië, terroristische aanslagen of cartoons van de profeet Mohammed. De gemakkelijkste weg lijkt om deze kwesties dan maar uit de weg te gaan. Ons advies: niet doen, blijf in dialoog. Maar hoe doet u dat? Tien tips.
Lees meer
Jeugd en opvoeding
-
We zetten op een rij welke opvoedinterventies (zowel vrijwillig als professioneel) speciaal zijn gericht op ouders met een migratieachtergrond.
Lees meer -
Onder jongeren is er redelijk veel vertrouwen in een rechtvaardige behandeling door de politie en zijn dus dat de politie iedereen gelijk behandelt. Tegelijkertijd heeft een aanzienlijk deel van de jongeren het gevoel dat de politie slachtoffers met een migratieachtergrond slechter behandelt.
Lees meer -
De toekomstvisie van jongeren van Nederlandse komaf en met een migratieachtergrond komt veelal overeen. Werk en inkomen hebben prioriteit. Er wordt veel waarde gehecht aan een vaste baan en ‘inkomenszekerheid’. De ouders trots maken, reizen, een eigen woning en trouwen staan ook hoog op de wensenlijst.
Jongeren denken zelf dat ze het meest beïnvloed worden door familie en vrienden als het gaat om hun toekomstoriëntatie. Daarnaast zijn ze van mening dat school een rol hierin speelt. Jongeren met laagopgeleide ouders maken veelal zelfstandig keuzes over hun toekomst, als het gaat om onderwijs. Terwijl jongeren met hoogopgeleide ouders vaker ‘instemming’ van ouders vragen.
Het verband tussen de opleiding van de ouders en het toekomstbeeld van jongeren lijkt sterker dan het verband met de etnische achtergrond. Jongeren met hoogopgeleide ouders zien de toekomst op veel terreinen positiever in dan jongeren met laagopgeleide ouders. Zij voelen zich onder andere prettiger in Nederland, hebben meer vertrouwen in hun kansen en zijn positiever over bijvoorbeeld interculturele contacten dan jongeren met laagopgeleide ouders.
Jongeren zijn vooral op zoek naar zekerheid als het gaat om oriëntatie op arbeid. Na zekerheid zijn ook ‘werk dat iets betekent voor anderen’ en ‘goed verdienen’ voorwaarden die jongeren belangrijk vinden om een toekomst op te bouwen.
-
Ouders met een migratieachtergrond zoeken bij opvoedvragen vaak steun bij informele hulpverleners. De formele hulpverlening heeft echter ook een aanbod dat deze gezinnen kan ondersteunen. Hoe sla je een brug tussen deze typen hulpverlening en hoe kunnen professionals en vrijwilligers elkaar versterken?
Lees meer -
Negatieve ervaringen als ervaren onrecht en discriminatie kunnen ertoe bijdragen dat jongeren zich niet thuis voelen in Nederland of dat ze het gevoel hebben dat de samenleving hen niet als Nederlander ziet. Dit kan leiden tot onrust en invloed hebben op hun welzijn.
Lees meer -
Er is geen verschil tussen jeugdcriminaliteit door migrantenjongeren uit West-Europa of andere landen. Alle migrantenjongeren krijgen te maken met meer risicofactoren in vergelijking met autochtone jongeren. Dat geldt ook voor westerse migrantenjongeren. Bijvoorbeeld door de buurt waar ze wonen, de school waar ze naartoe gaan en/of minder controle door de ouders.
-
De oververtegenwoordiging van migrantenjongeren is een feit. Zij vormen een kwetsbare groep, omdat zij vaak te maken krijgen met een cumulatie van risicofactoren. Als we niets doen, wordt het probleem onder deze groepen (en nieuwe migrantengroepen die recent zijn gearriveerd) groter.
Lees meer -
Meerdere onderzoekers hebben kritiek geuit op deze invulling. Hoewel het ontbreekt aan een eenduidige definitie, roept de term parallelliteit vooral de associatie op van langs etnisch-culturele of religieuze lijnen gesloten organisatievorming, van segregatie.
Ook onze verkenning laat zien dat de term parallelliteit slecht past op het fenomeen van eigen voorzieningen in het jeugddomein. Juist omdat er veel dwarsverbanden blijken te bestaan met de bredere samenleving. De activiteiten van eigen voorzieningen in het jeugddomein zijn vaak, naast op bonding, ook op bridging gericht. Bonding wil zeggen dat mensen vooral verbindingen leggen binnen de eigen groep met het risico dat ze verder af komen te staan van de reguliere samenleving. Bridging houdt in dat de organisaties bruggen bouwen naar andere groepen.
Zelfs de sterk op de eigen (religieuze) gemeenschap gerichte voorzieningen, zoals het moskee-onderwijs, onderhouden veelal dwarsverbanden met reguliere instituties.
-
Naar de invloed van het niet of nauwelijks spreken van de Nederlandse taal op toegang tot en kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is tot nu toe weinig onderzoek gedaan. Het onderzoek dat tot dusver is uitgevoerd laat zien dat taalproblemen van invloed zijn op herkenning van gezondheidsproblemen, toegang tot de zorg, zorggebruik en kwaliteit van de zorg.
Lees meer -
Mogelijke verklaringen zijn een passievere houding en minder actiegeneigdheid bij emotionele problemen, een grotere angst voor de hulpverlening en minder probleemherkenning bij ouders en jeugdigen van Marokkaanse en Turkse herkomst.
Lees meer -
Onder culturele en religieuze minderheden hebben LHBT's (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders) het moeilijk. Slechts 28 procent van de moslims en 44 procent van de gereformeerden (buiten de Protestantse Kerk in Nederland) is van mening dat koppels van hetzelfde geslacht mogen trouwen. Onder niet-gelovigen is dit 89 procent. Driekwart van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders zou het problematisch vinden als hun kind homoseksueel blijkt te zijn.
Lees meer -
Laaggeschoolde ouders met een migrantenachtergrond hebben soms minder weet van de werkwijze van voorzieningen als de (voor)school. Omgekeerd weten onderwijsvoorzieningen niet altijd goed contact te leggen met deze ouders en ze bij hun werkwijze te betrekken. Onbekendheid over wat er speelt bij deze gezinnen evenals wat de beste benaderwijze is, kunnen daarbij een rol spelen.
Lees meer -
Migrantenvaders worden vaak maar in beperkte mate bereikt door opvoedondersteuning. Terwijl zij wel vragen hebben.
Lees meer -
Kennis van de opvoedthema’s die leven in gezinnen, en van de diversiteit daarin, is van belang voor professionals die te maken hebben met gezinnen van verschillende afkomst.
Lees meer -
FORUM onderzocht de opvoedingsondersteuning voor migranten uit Midden en Oost-Europa en formuleerde op basis daarvan een aantal praktische adviezen voor gemeenten en instellingen:
Lees meer
Onderwijs
-
Ja, de onderwijspositie van migrantenkinderen is vaak minder gunstig dan die van autochtone kinderen. Het gemiddeld lagere opleidingsniveau van ouders en de soms minder goede Nederlandse taalbeheersing van ouders en/of kinderen spelen daarbij mee.
Lees meer
Ouderen
-
Zo'n honderd woon- en zorginitiatieven verspreid over het land, richten zich op oudere migranten. Dat blijkt uit een verkenning van KIS uitgevoerd met het Netwerk van Organisaties voor Oudere Migranten (NOOM) en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen- Zorg (KCWZ).
Lees meer -
Uit onze zoektocht naar de verklaringen voor het hoge percentage eenzaamheid onder migrantenouderen, met name onder Turks- en Marokkaans-Nederlandse ouderen, blijkt dat dit te maken heeft met hun lage sociaaleconomische status en chronische gezondheidsproblemen. Meerdere onderzoeken tonen dit aan.
In verhouding met autochtone Nederlanders pakken deze factoren voor ouderen van Turkse of Marokkaanse herkomst veel negatiever uit. Zij hebben meer te maken met slechte gezondheid en woonomstandigheden, gering inkomen en zijn niet of beperkt geschoold. Dit zijn allemaal redenen waardoor hun mobiliteit en sociale netwerk gering is, waardoor zowel sociale als emotionele eenzaamheid ontstaat.
-
Het meten van eenzaamheid gebeurt bijna altijd met de eenzaamheidsschaal van professor De Jong-Gierveld. Uit een recent onderzoek blijkt dat deze eenzaamheidsschaal ook voor Turkse en Marokkaanse ouderen een betrouwbare en valide methode is om eenzaamheid te meten.
Lees meer
Polarisatie en verbinding
-
Hiervoor kunnen gemeenten het door KIS ontwikkelde onderzoeksinstrument ‘Zicht op radicalisering’ inzetten. Dit onderzoeksinstrument is een betrouwbare manier om de voedingsbodem voor radicalisering - zowel richting het gewelddadig jihadisme als rechts-extremisme - op lokaal niveau in kaart te brengen. Het onderzoeksinstrument bestaat uit interviews met professionals en sleutelfiguren en een vragenlijst onder jongeren. Deze vragenlijst en de afname daarvan onder jongeren is uitgebreid geëvalueerd. De resultaten staan beschreven in het rapport ‘Onderzoeksinstrument zicht op radicalisering. Een evaluatie van de enquête gericht op jongeren’.
Lees meer -
Ja, maar van deze drie instituties speelt de migratieachtergrond alleen een bepalende rol voor de mate van vertrouwen in de politie. Uit eerder onderzoek en onze eigen analyses blijkt dat jongeren met een migratieachtergrond relatief weinig vertrouwen hebben in de politie. Voor onderwijs en politiek zijn er geen verschillen gevonden tussen jongeren met of zonder migratieachtergrond. Het is wel belangrijk te vermelden dat voor dit onderzoek minder kwantitatieve gegevens over deze instituties beschikbaar waren en er maar een beperkt aantal jongeren met een Nederlandse achtergrond zijn geïnterviewd.
Uit het onderzoek komt een aantal overkoepelende factoren naar voren die van invloed zijn op de mate van vertrouwen in deze instituties. Zo hebben jongeren over het algemeen meer vertrouwen als ze zich vertegenwoordigd voelen, met andere woorden het gevoel hebben dat de politiek er voor hen is. Een andere factor is als ze het instituut effectief vinden, bijvoorbeeld als de politiek succesvol misdaad bestrijdt.
Een derde factor die van invloed is op het vertrouwen, is als de jongeren ervaren dat vertegenwoordigers van het instituut goed omgaan met hun machtspositie. En dus alle jongeren gelijkwaardig, rechtvaardig en met respect behandelen. Zoals docenten die een neutraal schooladvies geven.
Daarnaast is bij politie en onderwijs een ander element van invloed op het vertrouwen. De waardering van of beelden over het persoonlijke contact tussen de institutie en jongeren spelen daarbij een belangrijke rol: als de jongeren zelf een meer positieve ervaring hebben of van anderen goede ervaringen horen, hebben ze meer vertrouwen in de institutie.
-
Veel verschillende personen en partijen kunnen bijdragen aan preventie van radicalisering, waaronder de ouders, jongerenwerkers, werkservicepunten van gemeenten en de politie.
Ouders maken hun kind meer weerbaar voor radicale invloeden door open te staan voor eventuele vragen over het geloof. Dit vergroot de religieuze weerbaarheid van hun kind. Ouders dragen ook bij door meer zicht te krijgen op de leefwerelden van hun kind buitenshuis. Jongerenwerkers en werkservicepunten van gemeenten spelen een rol in het vergroten van de weerbaarheid van jongeren door ze naar én bij hun opleiding, stage en werk te helpen Dit vergroot het toekomstperspectief van jongeren.
Ten slotte kan de politie aandacht besteden aan een goede omgang met jongeren op straat, waardoor ervaren discriminatie zoveel mogelijk voorkomen wordt.
-
Dat hangt af van het soort problemen dat er speelt in een gemeente. Kennisplatform Inclusief Samenleven ontwikkelde een onderzoeksinstrument dat deze problemen blootlegt.
Zo kan uit de analyse blijken dat er bijvoorbeeld behoefte is aan opvoedondersteuning, waarbij aandacht wordt besteed aan hoe je kinderen meer weerbaar tegen radicale invloeden maakt. Of dat er in bepaalde wijken sprake is van een criminogene straatcultuur, waarin jongeren kwetsbaar zijn voor negatieve invloeden.
De aanpak van deze problemen kan dan bestaan uit verschillende onderdelen zoals jongeren begeleiden naar werk en opleiding, richting regulier sportaanbod of het inzetten van positieve rolmodellen.
-
De aanpak moet zich richten op het vermogen van bewoners om zelf iets aan overlast of ander ongewenst gedrag in hun directe leefomgeving te doen. Het vergroten van de collectieve en individuele weerbaarheid van bewoners om zelf handelend op te treden, vermindert de kans op spanningen. Als mensen elkaar in een straat, portiek of galerij niet kennen, is het moeilijker om bij problemen elkaar hierop aan te spreken. Een strikte aanpak van overlastgevend gedrag is randvoorwaarde.
Aangezien integraal werken in wijken onder druk staat door bezuinigingen, kan als alternatief worden ingezet op een concentratie op de gebieden binnen buurten waar de problematiek het grootst is. Dit wordt een acupuncturele aanpak genoemd. Voor veel wijken geldt dat ze niet in zijn geheel veilig of onveilig, leefbaar of onleefbaar zijn. De problemen concentreren zich in deelgebieden, straten of blokken. Een intensieve aanpak in een klein gebied kan lucht geven aan een hele buurt.
-
Geradicaliseerde moslima's zijn vaak vrouwen die onder enorme psychische druk hebben geleefd. Deze druk heeft geleid tot kwetsbaarheid en emotionele isolatie bij deze vrouwen en kan veroorzaakt zijn door diverse factoren.
Lees meer -
Tien tips voor jeugdhulpinstellingen hoe zij kunnen bijdragen aan de preventie van radicalisering.
Lees meer -
Voornamelijk jongeren en jongvolwassenen zijn vatbaar voor processen van radicalisering. Dit zijn overwegend jongens en mannen, een minderheid is vrouw.
Lees meer -
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de sociaaleconomische status en werkloosheid beperkte verklaringskracht hebben. Wat zijn volgens de wetenschappelijke literatuur dan wel de belangrijkste voedingsbodems?
Lees meer -
De afgelopen jaren zijn veel concrete aanpakken van radicalisering ontwikkeld, vaak op lokaal niveau en gericht op specifieke doelgroepen. Slechts weinig interventies zijn geëvalueerd op effectiviteit en/of overdraagbaar gemaakt voor een andere context.
Lees meer -
Verschillende interventies zijn veelbelovend. Wij geven een aantal suggesties met betrekking tot het trainen van professionals, ondersteuning van ouders en de pedagogische invalshoek bij het tegengaan van radicalisering. Ook benoemen we verschillende methodieken.
Lees meer
Religie
-
Het vasten tijdens de ramadan is in principe een verplichting binnen de islam, maar er zijn een aantal mensen die hiervoor vrijstelling krijgen. Kinderen hoeven bijvoorbeeld niet mee te vasten met de ramadan. Voor ouderen, zieken en zwangere vrouwen zijn er bepaalde voorwaarden voor het wel of niet vasten tijdens de ramadan.
Lees meer -
Ja, vijftig procent van de pleegzorginstellingen ervaart een tekort aan pleeggezinnen met een specifieke religieuze of etnisch-culturele achtergrond. Er is met name een tekort aan islamitische pleeggezinnen. En binnen de islamitische gemeenschap vooral aan pleegouders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Hoewel deze groepen ondervertegenwoordigd zijn in het pleegouderbestand, zijn ze wel veel vaker betrokken als netwerkpleeggezin: kinderen uit deze groepen worden vaak opgevangen in het eigen netwerk.
Lees meer
Sinti en Roma
-
Ondanks kleine verbeteringen is de maatschappelijke positie van Roma en Sinti in Nederland nog steeds erg slecht.
Lees meer
Stagediscriminatie
-
Studenten met een niet-westerse migratieachtergrond moeten meer moeite om een stageplek te vinden in vergelijking met studenten met een Nederlandse achtergrond. Deze moeten meer brieven schrijven en zijn langer op zoek naar een stageplek. Studenten lijken te berusten in het idee dat discriminatie een rol speelt en reageren hierop door bijvoorbeeld bij bepaalde bedrijven niet te solliciteren.
Het gevoel van ongelijke kansen speelt vooral bij het zoeken naar een stage. Het zit vooral in de zoektocht. Opvallend is dat ze bijvoorbeeld na evenveel gesprekken als jongeren met een Nederlandse achtergrond een stageplek vinden. Ook tijdens de stageperiode spelen (on)gelijke kansen een veel minder grote rol.
Lees meer over stagediscriminatie en onze onderzoeken in het dossier Stagediscriminatie.
-
Door mbo-studenten die mee hebben gewerkt aan ons onderzoek Gelijke kansen op gelijke stages wordt het niveau van hun opleiding als voornaamste reden aangegeven dat ze het gevoel hebben dat ze geen gelijke kansen hebben bij het zoeken naar een stage. Dat heeft te maken met het negatieve imago van het mbo. Werkgevers geven, volgens studenten, de voorkeur aan de stagiaires van het hbo. En ze geven ook aan dat ze liever ouderejaars hebben dan eerstejaars, liever niveau 4 dan niveau 2.
Lees meer over stagediscriminatie en onze onderzoeken in het dossier Stagediscriminatie.
-
Er is niet één oplossing. Studenten, onderwijs en werkgevers spelen een rol. Uit onderzoek blijkt dat 'bekend maakt onbemind' van grote invloed is. Vanuit de literatuur is bekend dat contact met bepaalde doelgroepen kan bijdragen aan het beperken van vooroordelen.
-
Werkgevers herkennen de signalen van stagediscriminatie en hebben hier ervaring mee in de praktijk. Een deel van hen geeft aan bewust te fungeren als vangnet voor jongeren als zij geen stage kunnen vinden en/of past 'positieve' discriminatie toe door juist deze jongeren aan te nemen.
Onderwijsprofessionals reageren wisselend op het fenomeen. Zij keuren discriminatie op de stagemarkt zonder twijfel af, maar vragen zich af óf en hoe onderwijsprofessionals een rol moeten spelen bij het oplossen van dit probleem. Hetzelfde geldt voor de etnische match; voor de onderwijsprofessionals is in eerste instantie niet duidelijk óf dit een probleem is en in de tweede plaats of het een probleem is waarop zij actie moeten ondernemen.
Lees meer in ons dossier over stagediscriminatie.
Vluchtelingen
-
Relatief veel asielzoekers kampen met posttraumatische stressklachten, maar ook armoede en financiële stress zijn risicofactoren voor huiselijk geweld in azc's.
Lees meer -
Kennisplatform Inclusief Samenleven geeft in de Interventiewijzer partcipatie vluchtelingen een overzicht van interventies en veelbelovende praktijkvoorbeelden om de participatie van statushouders te bevorderen.
In dit overzicht zijn verschillende interventies opgenomen. Deze staan allemaal ook in een databank, zijn beoordeeld door een onafhankelijke commissie en hebben de stempel ‘goed beschreven’ of ‘goed onderbouwd’. Ze zijn meestal niet specifiek opgezet voor vluchtelingen, maar voor ‘kwetsbare groepen’ in het algemeen. De interventie-eigenaren zijn daarom geïnterviewd over hun ervaringen met de doelgroep vluchtelingen.
Naast interventies staan ook enkele praktijkvoorbeelden in deze interventiewijzer. Deze beschrijvingen zijn (nog) niet beoordeeld door een onafhankelijke commissie. Bij de selectie van praktijkvoorbeelden is gekeken naar aanpakken om de participatie van vluchtelingen te bevorderen. Andere selectiecriteria zijn dat de aanpak - in nabije toekomst - overdraagbaar moet zijn en de aanpak moet zijn ontwikkeld en uitgevoerd in Nederland.
De interventies en praktijkvoorbeelden zijn ingedeeld volgens het Participatiewiel van Movisie waarin de leefwereld van mensen centraal staat.
-
Het advies is ten eerste om laagdrempelige en cultuursensitieve ondersteuning te bieden.
Lees meer -
De term ‘allochtoon’ heeft al jaren een negatieve connotatie. In november 2016 zetten de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Centraal Bureau voor de Statistiek een nieuwe norm voor de overheid: ze schrappen de woorden allochtoon en autochtoon uit het officiële vocabulaire.
Lees meer -
Onderstaand een lijst met lokale organisaties en burgerinitiatieven voor vluchtelingen. Deze lijst is niet volledig. Heb je aanvullingen? Laat het ons weten!
Lees meer -
Deels zit dat in de voorbereiding van de bewonersbijeenkomst. Wees uitnodigend, organiseer een korte coaching of training voor betrokken bestuurders, zorg voor een risico-inventarisatie, wees zorgvuldig bij de beantwoording van vragen en zorg voor een goede briefing van de baliemedewerkers.
Meer tips leest u in de handreiking Bewonersbijeenkomsten over asielzoekers. Deze is uitgegeven door DoeDemocratie die meerdere gemeenten begeleidt bij de voorbereiding van bewonersbijeenkomsten rondom (de huisvesting en opvang van) vluchtelingen.
-
- Op de site van het Centraal Bureau voor de Statistiek Bijvoorbeeld in het Jaarrapport Integratie 2014. Hierin presenteert het CBS een overzicht van de ontwikkeling van de positie van immigranten (eerste generatie) en hun kinderen (tweede generatie) in de Nederlandse samenleving.
- Op de site van het Sociaal en Cultureel Planbureau Zoek op een onderwerp, bijvoorbeeld 'migranten' of 'allochtonen', voor cijfers hierover.
- Op Polderislam.nl Geen cijfers over migranten in de volle breedte, maar wel over hoeveel moslims er in Nederland zijn.
-
Twaalf innovatieve initiatieven rondom preventie schuldhulpverlening en migrantengroepen.
Lees meer
Werk
-
Een inclusieve werkcultuur laat ruimte aan verschillen. Bijvoorbeeld wanneer er op de personeelsbarbecue op een apart rooster halal vlees wordt gebakken voor de collega’s die moslim zijn.
Lees meer -
Veel gemeenten hebben nieuw beleid ontwikkeld om de arbeidstoeleiding van statushouders te verbeteren. Vergeleken met een jaar geleden starten gemeenten veel eerder met de arbeidstoeleiding. Waar zij vorig jaar vaak wachtten tot statushouders hun verplichte inburgering hadden afgerond, start de meerderheid van de gemeenten momenteel met arbeidstoeleiding op het moment dat de statushouder in de gemeente komt wonen.
Ook is er veel meer sprake van een gelijktijdige aanpak, waarbij naast de inburgering wordt ingezet op het arbeidsfit maken van statushouders, bijvoorbeeld via een werkervaringsplek. De meeste gemeenten pakken daarin zelf ook hun rol als werkgever op en bieden op kleine schaal plekken aan binnen de eigen organisatie.
Voor meer informatie raadpleeg de publicatie: Monitor gemeentelijk beleid arbeidstoeleiding vluchtelingen 2017
-
Creëer momenten van persoonlijke ontmoeting tussen werkgevers en statushouders en maak daarnaast gebruik van voorlopers, werkgevers die vanuit maatschappelijke betrokkenheid er open voor staan om vluchtelingen in dienst te nemen.
Lees meer -
Neem de talenten en behoeften van statushouders als uitgangspunt en sluit je aanbod daarop aan en zet onder andere in op duale trajecten.
Lees meer -
Uit een representatieve enquête onder Nederlandse gemeenten van Kennisplatform Inclusief Samenleven bleek dat bijna driekwart van de gemeenten specifiek beleid heeft of dit ontwikkelt om vluchtelingen met een status aan het werk te helpen.
De enquête liet ook zien dat gemeenten schatten dat ongeveer zestig procent van de vluchtelingen pas kansen op de arbeidsmarkt heeft na het volgen van een (aanvullende) opleiding, of door activeringsactiviteiten zoals vrijwilligerswerk. Dertig procent van de vluchtelingen is volgens gemeenten niet bemiddelbaar naar werk.
Inspiratie nodig?
Kennisplatform Inclusief Samenleven ontwikkelde een interventiewijzer met daarin een overzicht van interventies en veelbelovende praktijkvoorbeelden om de participatie van statushouders te bevorderen. De interventies zijn gerangschikt naar zes leefdomeinen.
-
In de jaren negentig waren de grootste vluchtelingengroepen afkomstig uit Afghanistan, Iran, Irak, Somalië en Joegoslavië. In welke mate participeren zij nu op de arbeidsmarkt?
Lees meer
Zelfbeschikking
-
Lokale organisaties organiseren allerlei voorlichtingsactiviteiten over zelfbeschikking. Daarbij worden taboe-onderwerpen bespreekbaar gemaakt, zoals kindhuwelijken, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Bewustwording speelt er een grote rol bij, zodat meer mensen zich realiseren welke gevolgen kindhuwelijken, huwelijksdwang of achterlating hebben. Voorlichters worden vaak ingezet vanuit de gemeenschap zelf. Communicatie met de gemeenschap is namelijk van groot belang, zodat er daar draagvlak ontstaat. Een voorbeeld van een activiteit die kan helpen bij het bespreekbaar maken van zelfbeschikking bij meisjes en jongens, is sport. Behalve dat zij samen voetballen, praten ze dan over bijvoorbeeld eigen beslissingen van meisjes, seksuele gezondheid en kindhuwelijken.
-
Zelfbeschikking betekent het kunnen en mogen maken van je eigen keuzes.
Lees meer -
Culturen waarin scheiden niet of moeilijk gaat, zijn zeer divers. Huwelijkse gevangenschap komt voor in Turkije, Marokko, Afghanistan, Irak, Egypte, Indonesië, Pakistan, Somalië, Suriname/Hindoestaans, de Filipijnen, Malta en onder Koerden. Er zijn zowel islamitische, joodse als orthodox-protestantse en katholieke slachtoffers.
Binnen de genoemde gemeenschappen lijden vrouwen meer gezichtsverlies bij een scheiding dan mannen. Dat kan een reden zijn voor vrouwen om niet te gaan scheiden. Vooral voor vrouwelijke huwelijksmigranten lijkt het moeilijk te zijn om uit een huwelijk te stappen, omdat zij doorgaans erg afhankelijk zijn van hun man en diens familie die hen naar Nederland hebben laten komen. De familiegerichte cultuur gecombineerd met het taboe op echtscheidingen kan binnen bijvoorbeeld Turkse, Marokkaanse, Irakese, Iraanse en ook de Hindoestaans-Surinaamse gemeenschappen bijdragen aan het fenomeen van ‘gedwongen samenblijven’ of ‘huwelijkse gevangenschap’.
Huwelijkse gevangenschap is het niet of moeilijk kunnen scheiden vanwege bijvoorbeeld religieuze voorschriften of druk van de familie of gemeenschap. Lees het Factsheet huwelijksdwang.
-
Hier is geen eenduidig antwoord op te geven. Het maakt verschil of het om een meisje van 9 of van 17 jaar gaat. Of het ‘getrouwde’ meisje alleen in Nederland is of dat haar ouders hier ook zijn. Of zowel haar ouders als haar echtgenoot hier zijn, of dat haar man hier wel is maar haar ouders niet. En of zij vrijwillig is getrouwd of gedwongen.
Lees meer -
Om huwelijksdwang goed aan te pakken, is het van belang dat professionals vroegtijdig signalen opvangen en weten wat zij kunnen doen. Zij kunnen scholing krijgen en advies vragen bij verschillende instellingen. Als de veiligheid van een jongere in gevaar is, zijn er speciale opvangvoorzieningen ingericht.
Lees meer -
Vrouwenemancipatie is een begrip dat vele facetten omvat; van economische zelfstandigheid tot je vrij voelen of vrij zijn om als vrouw of meisje je eigen keuzes te maken. Economische zelfstandigheid hangt onder andere af van de vraag of zij buitenshuis werken en zo ja, hoeveel uren.
Lees meer -
Huwelijksdwang is het dwingen van een meisje/vrouw of een jongen/man tot een huwelijk door ouders, familie of gemeenschap. Het kernbegrip is ‘dwang’.
Lees meer
Stel ons je vraag!
Heb jij een vraag over integratie en diversiteit? Of wordt er volgens jou te weinig aandacht aan een onderwerp besteed? Neem via de knop hieronder contact met ons op. Wij geven graag antwoord! Vragen van particulieren, scholieren of studenten kunnen wij helaas niet beantwoorden.
Wat doen wij met je vraag?
Je krijgt van ons altijd reactie, ook als wij je vraag niet kunnen beantwoorden.