Helft pleegzorg werft niet gericht gezinnen met andere achtergrond

De helft van de pleegzorginstellingen werft niet gericht naar ouders met een specifieke etnisch-culturele of religieuze achtergrond. Wel is er nog steeds een tekort aan dergelijke pleeggezinnen. ‘Een divers bestand aan pleegouders vraagt een lange adem en een cultuursensitieve werkwijze’, reageert Ellen van Ravenswaaij van jeugdzorgaanbieder Youké.

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Er is een groot tekort aan islamitische pleegouders, kopte NOS in 2013. Een citaat van Jeugdzorg Nederland als reactie op de commotie in Turkije toen een Turks-Nederlandse jongen bij een lesbisch stel in Den Haag geplaatst werd. Van Ravenswaaij, pleegzorgbegeleider en medewerker werving & selectie bij Youké, vertelt dat als gevolg hiervan kortstondig een lichte stijging van het aantal aanmeldingen van islamitische pleeggezinnen te zien was. Deze gezinnen blijven echter in de grote minderheid. Uit het onderzoek van Kennisplatform Inclusief Samenleven blijkt dat migrantengroepen zich niet snel uit zichzelf als pleeggezin melden. ‘Veel gezinnen hebben het vooroordeel dat pleegzorg kinderen van de ouders permanent afpakt. Ook haken migrantengezinnen vaker af vanwege de intensiteit van het voortraject en de bureaucratische rompslomp die erbij komt kijken’, legt onderzoeker Hans Bellaart uit.

Lange adem en cultuursensitiviteit

Uit het onderzoek komt naar voren dat instellingen die wél gericht werven, deze acties als succesvol ervaren en dat geleverde inspanningen vruchten beginnen af te werpen. Is het daarom niet opmerkelijk dat de helft van de instellingen dit toch niet doet, vroegen we Van Ravenswaaij. ‘Het is wel verrassend. Tegelijkertijd vraag het ook veel van organisaties. Er moet kennis in huis zijn hoe je deze gezinnen kunt bereiken, het kost veel tijd en vraagt flexibiliteit. Deze ouders komen niet binnen via de website, Facebook of Twitter. Je moet actief erop af gaan. Bij buurthuizen aankloppen, bij mensen langsgaan of bijvoorbeeld voorlichting geven op ontmoetingsplekken van Marokkaanse vrouwen. Het vraagt om een lange adem en cultuursensitieve werkwijze. Bij Youké zijn we hierin getraind en beschikken we over een uitgebreid netwerk, waaronder verschillende zelforganisaties. We vragen ook mensen met specifieke etnische achtergronden om mee te denken en helpen.’

Pleeggezin

Perfecte match?

Het is niet bekend uit onderzoek of pleegkinderen het per se beter doen in een pleeggezin met dezelfde etnisch-culturele achtergrond. En ook niet wat de effecten hiervan zijn op langere termijn. Toch hebben veel instellingen wel voorkeur voor plaatsing van het kind bij een gelijkgestemd gezin. Het lijkt namelijk dat de overgang voor de kinderen iets makkelijker gaat als zij in een gezin terechtkomen met gelijkwaardige levensovertuiging en waarden als hun ouders. Instellingen proberen daarom altijd eerst kinderen in de naaste omgeving op te vangen. Van Ravenswaaij: ‘Lukt dit niet, dan kom je terecht bij de pleegouders uit het bestand. Door het grote tekort aan pleegouders lukt het niet altijd om een perfecte match te vinden.’

De matching van pleegkind met pleeggezin, start volgens Van Ravenswaaij met de behoefte van het kind. ‘Wat heeft hij of zij nodig qua opvoedingsvaardigheden? Is het voor het kind fijn wanneer er andere kinderen in het gezin zijn? Moet de woonplaats van de pleegouders dicht bij de ouders zijn of juist wat verder weg? Is het crisisopvang of langdurig? Daarnaast kijken we naar religie en etniciteit. Dit geldt ook voor Nederlandse pleegouders: waar ligt hun grens? Willen ze bijvoorbeeld halal koken of niet?’ Van Ravenswaaij stelt dat een plaatsing succesvol is wanneer een kind zich op zijn gemak voelt en de ouders er ook achter staan. De Youké-medewerker merkt daarbij op dat ze van Marokkaanse ouders een keer een verzoek kreeg om het kind juist niet in een ander Marokkaans gezin te plaatsen. ‘In hun gemeenschap kende iedereen elkaar, zeiden ze.’

 

In Nederland zijn 16.065 pleeggezinnen die de zorg en opvang van 21.606 pleegkinderen op zich nemen. Een derde van de pleegkinderen is van niet-Nederlandse afkomst. Kinderen met een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond zijn oververtegenwoordigd, terwijl kinderen van Turkse of Marokkaanse herkomst ondervertegenwoordigd zijn binnen de Nederlandse pleegzorg. Onderzoeker Hans Bellaart van Kennisplatform Inclusief Samenleven: ‘Kinderen uit de laatste groepen worden vaker binnen hun eigen netwerk opgevangen.’