Jaaroverzicht KIS 2023: vooruit- en terugblik

Bestaanszekerheid, onvrede, wantrouwen en afgehaakte burgers. Het waren belangrijke termen in 2023. De verkiezingsuitslag zet veel op scherp en de roep om meer verbinding klinkt steeds luider. KIS kijkt met drie bevlogen experts terug en vooruit.

Artikel
Algemeen
ANP

Jerzy Soetekouw 

Ik voel meer dan ooit de urgentie om al die bubbels te doorbreken

Jerzy Soetekouw is sinds 1 maart 2023 directeur van de vereniging Humanitas, de landelijke vrijwilligersorganisatie met meer dan 20.000 vrijwilligers.

‘Terugblikkend op 2023 komt toch de verkiezingsuitslag in mijn gedachten. Een uitslag die aantoont hoe versplinterd de Nederlandse samenleving is. We komen steeds meer in eigen bubbels terecht, waardoor het niet meer vanzelfsprekend is dat we de ander ontmoeten. Die bubbels zijn gevaarlijk en sociale media helpen daarbij niet. We gingen er vanuit dat internet ons leven vrijer en meer verbonden zou maken maar de tragiek is eigenlijk dat we meer naar binnen zijn gekeerd. Door het internet word je voortdurend bevestigd in het eigen geluid. Alle algoritmes duwen je zelfs in de richting van steeds extremere standpunten. En dat is precies wat we nu zien gebeuren. Dit alles maakt dat ik meer dan ooit de urgentie voel om die bubbels te doorbreken, om die samenleving op te bouwen, om te blijven verbinden.

Wij zijn er als Humanitas voor iedereen, voor de mensen waar niemand anders naar omkijkt. Voor heel veel mensen zijn wij een veilige haven. We spreken met mensen die zich bedreigd voelen door de uitspraken van de PVV en we spreken ook met mensen die op de PVV stemmen omdat zij zich bedreigd voelen door de multiculturele samenleving. Juist met onze bijna 20.000 vrijwilligers proberen wij afstanden te overbruggen. Dat is de taak die we als civil society hebben. We zien dat de sociale cohesie om allerlei redenen onder druk staat, de verzorgingsstaat brokkelt steeds verder af en aan de rafelranden staan de mantelzorgers, de vrijwilligers, zij vullen de leemten dicht. Mijn wens voor 2024? Ten eerste, wens ik een herwaardering voor vrijwilligerswerk. Ik durf wel te zeggen dat zonder vrijwilligers ons land stil komt te liggen. En vrijwillige inzet zorgt voor ontmoetingen die je anders niet zou hebben, dwars door alle bubbels heen. Die sleutel voor die herwaardering ligt in mijn ogen bij de overheid, bij werkgevers, bij het onderwijs. Werkgevers kunnen, zoals de gemeente Amsterdam en een aantal grote banken nu doen, in arbeidsvoorwaarden opnemen dat medewerkers zich een paar dagen per jaar vrijwillig ergens voor moeten inzetten. Mijn tweede wens is wat persoonlijker, maar ik zou mensen willen oproepen wat kwetsbaarder te zijn. Op social media presenteren we vooral de mooie plaatjes, terwijl jij en ik net als een ieder ander ook veel kwetsbare momenten meemaken. Mensen spiegelen zich graag aan succes, maar de herkenning zit in de kwetsbaarheid. Ik geloof dat vanuit die kwetsbaarheid echt verbinding kan ontstaan.’

Saskia Bouma 

Ik word elke dag geconfronteerd met de enorme verschillen in Nederland

Saskia Bouma is kinderarts, met speciale aandacht voor kinderen met obesitas. In 2020 vertrok ze uit het ziekenhuis en opende ze De Kinderartsenpraktijk in Amsterdam-Zuidoost.

'De aandacht voor gezondheidsverschillen, voor kansenongelijkheid is dit jaar gelukkig gegroeid. Het is toch ongelofelijk dat mensen in kwetsbare wijken acht jaar korter leven? En die achterstanden beginnen in de kindertijd. Ik hoor verhalen van kinderen die met vier broertjes en zusjes op een kamer slapen en niet weten waar ze hun huiswerk moeten maken. Of verhalen van alleenstaande moeders die zich tien keer in de rondte werken, in een beschimmeld flatje wonen en slechts een keer per week verse groenten kunnen kopen. Elke dag word ik in onze praktijk geconfronteerd met de enorme verschillen in Nederland, dus ik ben zeker blij met die groeiende aandacht voor deze problemen. Ook de verzekeraars maken steeds meer zorgen over die grote gezondheidsverschillen in Nederland.

Een kinderarts dichtbij in de wijk, ik geloof daar echt in. Veel kinderen hebben wel een kinderarts nodig, maar niet een heel ziekenhuis. Hier nemen we de tijd, meer tijd om vertrouwen te winnen en goed te luisteren. We kijken echt naar het hele leven van de kinderen. Er speelt vaak veel meer dan alleen een medisch probleem. In het ziekenhuis ben je vooral gericht op de klacht. We werken in hier Amsterdam- Zuidoost ook nauw samen met de huisarts, jeugdarts en jeugdverpleegkundige die weer goede contacten heeft met het sociaal domein. Er werken hier zoveel bevlogen professionals in de wijk, die met eenzelfde missie dit werk doen. Ik geloof echt in deze vorm van netwerkgeneeskunde.

Ik was drie jaar geleden de eerste kinderarts die zich buiten het ziekenhuis vestigde, mijn collega Dirk-Jan heeft zich eerder dit jaar bij de Kinderartsenpraktijk aangesloten en nu vormen we samen met Lindsay Silva in Rotterdam – Kinderarts Dichtbij – een stichting zodat we gezamenlijk zaken kunnen aanpakken. Ik hoop dat in 2024 meer collega’s in grote steden ons voorbeeld gaan volgen. Dit is een manier om die enorme achterstanden tegen te gaan. Kijk, we kunnen niet de hele wereld veranderen, maar we kunnen wel voor individuele kinderen het verschil maken.'
 

Mohamed Belkasmi 

Het is belangrijk dat de overheid ook de burger vertrouwt, het is een wisselwerking

Mohamed Belkasmi (24) is gemeenteraadslid voor de Partij van de Arbeid in Amsterdam.

'Ik heb veel contact met de jongeren in de wijk waar ik ben opgegroeid: de Vogelbuurt in Amsterdam-Noord. Ik voetbal met ze, ik ken ze goed. Het zijn mijn leeftijdsgenoten. Zo vallen dingen op. Zij maken zich zorgen over de toekomst, of ze wel een betaalbaar huis kunnen vinden. Het niet hebben van een stabiele thuissituatie, armoede en regelmatig naar de voedselbank gaan verhoogt het risico op schooluitval. Dit maakt dat sommige jongeren – ondanks potentie en talent – in de criminaliteit belanden. Ik ben de politiek in gegaan om deze jongeren weer perspectief te bieden. Voor die groep kan de politiek iets betekenen. Door te investeren in goed onderwijs, de inzet van jongerenwerk, door het verplichten van stagevergoeding. Het lost het probleem niet direct op, maar het is een begin.

Tegelijkertijd zie je dat jongeren niet het gevoel hebben dat de politiek er ook voor hún is. Een grote groep jongeren stemt niet en het vertrouwen in de politiek is laag. Kijk maar naar de recente verkiezingsuitslag: veel mensen voelen zich ongehoord. Tegelijkertijd is het een bevestiging van wat moslims al jaren voelen: een kloof tussen de politiek en inwoners – jongeren in het bijzonder. Het is aan ons de taak om dat vertrouwen weer te herstellen en de kloof te dichten. Hiervoor is het ook belangrijk dat de overheid de burger vertrouwt, het is een wisselwerking. Laten we vooral met elkaar in dialoog blijven. Mensen zitten in een eigen bubbel, met continue bevestiging van eigen idealen. In verbinding met elkaar moeten we kijken: wat is er mogelijk? Mijn kerntaak als raadslid is – naast alle andere verantwoordelijkheden - om de buurt in te gaan. Ik moet de dialoog aangaan en weten wat er speelt om dit vervolgens politiek te maken. Mijn wens voor Nederland in 2024 is een land waarin iedereen kan zijn wie hij wil zijn, waar we met elkaar in verbinding staan, we werken aan vertrouwen in elkaar, waar we staan voor mensen die het minder hebben. Een land dat gebouwd is op perspectief voor alle inwoners - en specifiek perspectief voor jongeren.’