Johan Tijink van KFC Lelystad: 'Begin gewoon met één vluchteling'

Het product, het merk en dan de mensen. Sinds zijn eerste baan in 1986 als managementtrainee bij een fastfoodrestaurant, was dat Johan Tijinks visie op bedrijfsvoering. Totdat zijn vader overleed en hij het roer omgooide. Nu is hij eigenaar van een KFC-restaurant aan de A6 bij Lelystad en heeft hij elf vluchtelingen in dienst.

Artikel
Vluchtelingen

In de hoek van het restaurant prijken de ingelijste bekroningen aan de muur. ‘Partner van Werkbedrijf Lelystad’ staat er op een, ‘Winnaar Flevopenning 2017’ op een ander. Vorig jaar won Johan Tijink (53) deze Flevolandse Participatiepenning als meest inclusieve ondernemer van de provincie Flevoland. Tijink haalt zijn schouders op. ‘Ja, ik ben natuurlijk hartstikke blij met die prijs’, zegt hij op een doordeweekse ochtend in zijn restaurant, kort voor openingstijd. ‘Maar wist je dat een van mijn statushouders vorige week ook een prijs heeft gewonnen? Hij is uitgeroepen tot “Beste Talent Lelystad 2017”. Dat vind ik nog veel leuker!’

De 20-jarige Efrem Tekle uit Eritrea ontving de prijs van het Lelystad Akkoord, een initiatief van gemeente Lelystad en lokale onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen. Efrem kreeg zijn eerste baan in Nederland bij de KFC. Tijink: ‘Ik ben apetrots. Die jongen was 14 toen hij uit Eritrea vluchtte, hij komt uit de middle of niks. Bijna twee jaar geleden kreeg ik een telefoontje dat hij en nog een statushouder werk zochten. Ik had al twee nieuwkomers in dienst, dus ik zei “kom maar”. Binnen twintig minuten hadden ze een baan.’

'Ik zie het juist als een kans, wij ondernemers hebben die mensen nodig'

Dat was snel geregeld.
‘Het is ook niet zo ingewikkeld. Andere ondernemers vinden het vaak een hoop gedoe om nieuwkomers in dienst te nemen. Ik zie het juist als een kans, wij ondernemers hebben die mensen nodig. Er is een krapte op de arbeidsmarkt, de vergrijzing in Nederland is een feit en de economie is weer op toeren. Je moet mensen ook de kans geven en ze klaarmaken voor de volgende stap in hun carrière.’

Hoe helpt u nieuwkomers daarbij? 
‘Ik geef ze het eerste duwtje. De statushouders die bij mij werken, komen bijna allemaal uit Eritrea. Ze zijn jong en hebben vaak weinig onderwijs gehad. Hier bieden wij ze allereerst een structuur. We leggen ze bijvoorbeeld uit dat wanneer je om twaalf uur moet werken, je hier om vijf voor twaalf moet staan. En niet om twaalf uur weg moet fietsen van huis. Structuur, eerlijkheid, respect, ontwikkeling, regels en procedures, geen enkele uitzondering. Dat geven we hun mee. Je ziet dat het zelfvertrouwen daardoor groeit. Deze jongens [tien van de elf statushouders is man, red.] zitten allemaal in de leeftijd dat ze nog makkelijk te vormen zijn. Dat maakt het wel makkelijker, denk ik.’

U hebt op dit moment elf vluchtelingen met een verblijfsstatus en twee mensen met een beperking in dienst. Waarom?
‘Ik heb een verantwoordelijkheid als mens en als ondernemer. Ik kan het toch niet laten gebeuren dat sommige mensen geen kans krijgen en aan de onderkant van de arbeidsmarkt blijven schommelen? Mensen zijn goud waard. Een pionier in de fastfood zei ooit tegen mij: “Iedereen kan een hamburger maken zolang je de juiste producten, apparatuur en ingrediënten hebt. Maar degenen die het echt succesvol maken, zijn jouw mensen. De kassière aan de kassa zorgt ervoor dat iemand terugkomt of nooit meer terugkomt”. Destijds dacht ik dat die man gek was geworden. Nu weet ik dat hij gelijk heeft.’

'Mijn managers van het restaurant waren er in het begin helemaal niet blij mee. Inmiddels vinden ze het hartverwarmend'

Werkgevers die openstaan voor vluchtelingen, hebben in de praktijk vaak ondersteuning nodig van bijvoorbeeld de gemeente. Hoe verliep dat proces bij u?
‘Het begin was het lastigst. Tijdens een bijeenkomst van de Rotary Club Lelystad hoorde ik van een medewerker van VluchtelingenWerk dat ze hulp zochten voor de vluchtelingen die destijds hier in de sporthal bivakkeerden. Ik gaf mijn kaartje en zei dat ze me konden bellen, ik had misschien wel werk voor hen. Vanaf dat eerste contact tot het moment dat de eerste vluchteling bij mij aan het werk was, daar zat vijf maanden tussen! Dat kun je je toch niet voorstellen? Die gasten vliegen tegen de muur op van verveling en ik zat in een proces waarbij alle instanties er wat van moesten vinden. Maar toen de eerste statushouder aan het werk was, ging het gemakkelijk. Nu komen ze via via. Mijn tip is daarom: begin gewoon met iemand.’

Wat vonden uw andere werknemers ervan dat u vluchtelingen in dienst nam?  
‘Mijn managers van het restaurant waren er in het begin helemaal niet blij mee. We hadden hele discussies. Ze waren erg beïnvloed door de media, al die verhalen over mogelijke terroristen. Ik zei: “Jongens we zitten hier langs de A6, midden in de polder. Heb je enig idee aan hoeveel soorten gasten je hier dagelijks kip verkoopt? Daar zitten ook dubieuze mensen tussen.” Inmiddels weten ze niet anders en vinden ze het hartverwarmend. Ze zijn allemaal blij dat ze nieuwkomers helpen om in Nederland een leven op te bouwen.’

Geeft u extra begeleiding aan vluchtelingen?
‘Ik geef hun wat extra aandacht, dat is wat ze vooral nodig hebben. Verder behandel ik ze gewoon als Lelystedelingen. Ze zijn jong, gezond en kunnen gewoon werken. Ik maak geen uitzonderingen, we blijven het gewoon proberen.’

Aandacht voor alle medewerkers, daar draait het bij Tijink allemaal om. Voor sommigen betaalt hij zelfs de studieboeken, voor een enkeling koopt hij een laptop. Voor veel van zijn medewerkers – ook de statushouders – is het werk bij het KFC-restaurant een bijbaan. Doordeweeks studeren ze of lopen ze stage bij een ander bedrijf. ‘Mensen zijn gewoon mijn passie’, legt hij uit. ‘Van kinds af aan. Ik dacht vroeger dat ik schoolmeester wilde worden. Nu hoop ik mensen op een andere manier wat mee te geven. Het betaalt zichzelf uit.’

Hoe?
‘Direct en indirect. Wij hebben een enorm laag verloop en vrijwel geen ziekteverzuim. En natuurlijk haal ik er als mens veel voldoening uit. Efrem, de jongen die de prijs had gewonnen, volgt nu een mbo-praktijkopleiding. Hij werkte bij een ander bedrijf als stagiair en heeft daar nu een vaste baan gekregen, inclusief een BBL-opleiding. Op zaterdagen werkt hij nog steeds bij mij. Na de prijsuitreiking van ‘Beste Talent Lelystad 2017’ zat Efrem bij mij in de auto. Hij wilde zijn prijs aan mij geven, als bedankje. Ik zei: “Nee, zet deze thuis neer en kijk er regelmatig naar. Als je wat ouder bent, zeg je tegen je kinderen: ik werkte vroeger bij KFC, daar begon ik ooit”.’

Dit artikel verscheen eerder in magazine Doen!, een initiatief van Movisie. 

Bekijk het magazine

Meer informatie?Neem contact op met:

Joline Verloove

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892239
Afbeelding