Wat is intersectionaliteit? Drie vragen aan onderzoeker Trees Pels

Em. prof. dr. Trees Pels doet als sinds 1975 onderzoek naar de opvoeding van kinderen in gezinnen met een migratieachtergrond. Ze besteedt veel aandacht aan de leefwereld en ervaringen van kinderen en ouders. Hoe kunnen bestaande instituties voor jeugd en gezin beter op hen aansluiten? Haar drijfveer om wetenschappelijk onderzoek te doen is dat ze hierin écht iets wil helpen bewegen. Recent onderzocht Trees wat het fenomeen intersectionaliteit betekent voor de praktijk van pedagogische professionals en instellingen. Wij stelden haar drie vragen. 

Artikel
Jeugd en opvoeding

Wat betekent intersectionaliteit?

Als mens ben je uniek in de mix van kenmerken die je identiteit uitmaken. Je rekent je bijvoorbeeld tot een bepaald gender, behoort tot de witte Nederlanders met veel privileges of tot een etnische of religieuze minderheid, hebt veel of weinig opleiding of verdient al dan niet voldoende geld. Allemaal kenmerken die bepalen hoe jij wordt gezien en welke kansen je krijgt. Vaak word je maar op één van al die kenmerken beoordeeld, bijvoorbeeld alleen op je kleur of geloof. Intersectionaliteit wil dat doorbreken, want je bent niet tot één kenmerk te herleiden. Belangrijk daarbij is dat die verschillende kenmerken ook nog eens op elkaar inwerken; hun ‘intersecties’ kunnen eraan bijdragen dat je meer of minder bevoordeeld bent in de maatschappij. Én ze beïnvloeden hoeveel kansen je krijgt vanuit de samenleving en haar instituties. 

Jouw identiteit is gelaagd, terwijl jouw omgeving vaak is geneigd je op één van jouw kenmerken aan te spreken.

Dit alles kan een grote impact hebben op de kansen van kinderen en op ouders als opvoeders. Vaders, die in ons project centraal staan, zijn hierbij een interessant voorbeeld. Als vader ben je aan de ene kant bevoordeeld omdat je als man doorgaans meer maatschappelijke macht hebt en meer kansen op de arbeidsmarkt dan vrouwen. Maar aan de andere kant is het vaak zo dat vaders in het gezin de benadeelde partij zijn, omdat moeders er dikwijls van uitgaan dat vaders minder goed opvoeden. 

Naar het onderzoek

En ook professionals, bijvoorbeeld op school of in het wijkteam, kunnen om die reden de neiging hebben vaders als opvoeders te negeren. Als vader, zeker als vader met een migratieachtergrond, kun je te maken krijgen met veel meer vooroordelen over je betrokkenheid bij de kinderen. Je kunt er onzeker van worden en je daardoor ook minder in staat voelen je rol als opvoeder goed op te pakken. Er wordt ook weinig rekening gehouden met vaders in het aanbieden of bedenken van activiteiten die hen kunnen ondersteunen. Eigenlijk weten we nog weinig over wat nodig is om vaders in hun vaderrol te bekrachtigen. Zij krijgen, kortom, niet dezelfde kans als moeders op steun. 

Waarom is aandacht voor intersectionaliteit nodig bij de ondersteuning van opvoeders?

Er is nog weinig bekend over wat het kijken naar ouders en kinderen vanuit de ‘intersectionele lens’ betekent voor het werk van pedagogische professionals. Meer aandacht hiervoor is echt nodig om goed te kunnen ondersteunen. Werken vanuit dit perspectief betekent het vermijden van of-of-denken, van het beoordelen van ouders of kinderen op grond van maar één van hun vele met elkaar samenhangende kenmerken. Tegelijk betekent het aandacht voor de ongelijkheid die met deze kenmerken samenhangt en die de opvoeding en ontwikkeling van kinderen negatief kan beïnvloeden.

Er is nog een hele wereld te winnen als het om het bestrijden van ongelijkheid gaat.

Pedagogisch professionals moeten er meer oog voor hebben dat hun beeld van kinderen en ouders gekleurd kan zijn door vooroordelen. Zij moeten leren rekening te houden met de veelheid aan factoren die de ontwikkeling en opvoeding van kinderen kan beïnvloeden, in meer of minder gunstige zin. En er bijvoorbeeld voor oppassen het accent vooral te leggen op vermeende cultuurverschillen. Ook belangrijk om in het oog te houden: instituties kunnen bijdragen aan ongelijkheid. De heersende opvattingen en praktijken van professionals en instituties voor jeugd en gezin kunnen hen al dan niet bewust benadelen, kijk maar naar de toeslagenaffaire. De bejegening van vaders, zeker ook van vaders met een migratieachtergrond, is ook een voorbeeld. Het is belangrijk dat juist degenen die minder geprivilegieerd zijn een stem krijgen in de voorzieningen die er voor kind en gezin zijn.

Wat zijn tips die jij mee wilt geven n.a.v. het onderzoek?

  1. Wees je als professional bewust van je eigen achtergrond, bevoorrechting en denkbeelden.
  2. Sta open en maak ruimte voor de kinderen, ouders en hun verhalen. Pas vanuit een oog voor hun omstandigheden en beleving  kun je hen passend ondersteunen. 
  3. Bekijk vaders niet vanuit een moederbril; luister naar hun eigen ideeën over goed vaderschap en kijk hoe ze daarin zijn te ondersteunen. Vermijd het bijdragen aan bevestiging van stereotypen.
  4. Kijkend vanuit de ervaringskennis van kinderen en ouders krijg je ook meer oog voor het maatschappelijk onrecht en de systematische achterstelling waar ze mee te maken kunnen hebben. 
  5. Ondersteun de stem en agency van kinderen en ouders en doe ook zelf iets met de kennis die je opdoet en het onrecht dat je ziet, al is activisme vaak geen vanzelfsprekend onderdeel van je taak en van de taakopvatting van je instelling.  

Naar het onderzoek

Door: Melanie Kouters

Meer informatie?Neem contact op met:

Trees Pels

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding