Jij ziet er niet Nederlands uit!

Het is maandagochtend. Ik sta op Arnhem station. Ik besluit de hogesnelheidstrein te nemen naar Utrecht. Snel en comfortabel reizen, zoals de slogan luidt. Zodra ik plaatsneem stapt een jonge man van begin twintig op me af. ‘This is the Dutch border police. Can I see your passport?’

Blog
Discriminatie

Ik heb mijn paspoort niet bij me en vraag in het Nederlands of ik mijn rijbewijs ook kan tonen ter identificatie. Hij knikt, pakt het roze kaartje en bestudeert die aandachtig. ‘Waar kom jij vandaan?’ vraagt hij. ‘Ik ben Nederlands’, antwoord ik nogal provocerend. Immers, dat is wettelijk zo. Ruim vijftien jaar geleden ben ik ‘genaturaliseerd’. Dat wil zeggen, wettelijk ontdaan van mijn oorspronkelijke nationaliteit. Eigenlijk een vreselijke term.

On-Nederlands

'Hangt mijn Nederlands-zijn af van mijn uiterlijke kenmerken? In dat geval ben en zal ik nooit als Nederlander gezien worden.'

‘Maar je ziet er niet Nederlands uit! Dus ik moet je toch vragen: waar kom je vandaan? Want ik zie op je rijbewijs dat Kabul je geboorteplaats is. Hoe lang woon jij in Nederland?’, vraagt de agent. Een mengelmoes van emoties neemt de overhand. Enerzijds ben ik verbaasd. Hij hoort toch aan mijn aardig accentloos Nederlands dat ik uit Nederland kom en in Nederland leef?

Anderzijds ben ik geschrokken. Hij vindt mij on-Nederlands. Omdat ik bruine in plaats van blauwe ogen heb. Omdat ik zwarte, in plaats van blonde haren heb. Omdat ik een donkere in plaats van een lichte huid heb. Maar is dit wat het ‘Nederlands-zijn’ maakt? Hangt mijn Nederlands-zijn af van mijn uiterlijke kenmerken? In dat geval ben en zal ik nooit als Nederlander gezien, beschouwd en erkend worden – al ben ik het wettelijk meer dan 15 jaar. Dit staat bovendien los van het feit of ik me Nederlands voel. Wie definieert hier wie en hoe een Nederlander is? Is hij meer Nederlands dan ik? Zo ja, wat maakt hem meer Nederlands dan ik? En hoezo bepaalt hij dat? (toch een vorm van ‘white supremacy’?).

Ik durf te wedden dat de politieagent niet weet wanneer de Vrede van Münster was. Het verdrag dat op 15 mei 1648 in Münster gesloten werd tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waarmee aan de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de opstandelingen in de Republiek een einde kwam en de Republiek als soevereine staat erkend werd. Het begin van Nederland als land. Van zijn Nederland. Als ‘Nederlander’ zou hij dat toch moeten weten?

Maar er gebeurt meer hier. Hij vraagt mij om identificatie vanwege mijn uiterlijke kenmerken. Een ernstige zaak. Etnisch profileren noemen we dit. Dit is ‘het gebruik door de politie van criteria of overwegingen omtrent ‘ras’, huidskleur, etniciteit, nationaliteit, taal en religie bij opsporing en rechtshandhaving – zowel op operationeel als organisatorisch niveau – terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging bestaat’, aldus Amnesty.

Ik kijk hem aan en schiet in de lach: ‘Ik woon ruim 21 jaar in Nederland.’ Hij wordt een beetje rood en loopt weg.

Etnisch profileren is discriminatie

‘Hij doet ook maar zijn werk’, zou je kunnen zeggen. Maar dat is niet waar. Mensen op basis van hun ras, kleur, geloof en etniciteit controleren is discriminatie. En dat is in strijd met de universele rechten van de mens.

Discriminatie raakt de mens diep. Diep tot op het bot. Het raakt je in je kern als mens. Het zegt jou hoe je gezien wordt door de ander en dat is niet positief. Ook strookt het niet met de realiteit. Gelukkig maak ik het niet vaak mee. En ben ik weerbaar en kan ik emoties van onrechtvaardigheid kanaliseren en rationaliseren. Ik weet hoe ik ermee om moet gaan zodat het mij niet van de samenleving verwijdert.

Maar het had anders gekund. Ik had 222 keer afgewezen kunnen worden, zoals de Marokkaans-Nederlandse jongen Yahya. Ik had structureel aangehouden kunnen worden als ik een jonge Marokkaanse-Nederlander was geweest in Kanaleneiland in Utrecht of Amsterdam-West. Omdat ik bijvoorbeeld na twaalf uur ‘s nachts buiten liep. Naar de snackbar ging om een patatje te halen. Of omdat ik in mijn joggingbroek rondliep. Of omdat ik te lang in de auto met mijn vrienden zat te chillen en daarom verdacht werd van illegale praktijken. En hoewel de politie etnisch profileren afwijst, blijkt uit diverse onderzoeken en rapporten dat niet-westerse jongeren regelmatig te maken hebben met etnische profilering door de politie.

Ik kom aan in Utrecht. Mijn rit was niet comfortabel of snel. De volgende keer neem ik toch een gewone NS-trein.