KIS op de kermis

Hoe denken jongeren in niet-stedelijke gebieden over mensen met een migratieachtergrond? Met deze onderzoeksvraag in het achterhoofd gingen vier onderzoekers op pad in Groningen en Noord- Brabant. Hier delen we alvast een aantal eerste indrukken van het onderzoek dat in 2019 wordt afgerond.

Artikel
Polarisatie en verbinding

Dat je als onderzoeker niet alles kunt plannen, blijkt wel tijdens onze eerste onderzoeksdag in Veendam. De inloopavond bij het jongerenwerk, waar wij hoopten jongeren te spreken, bleef leeg. Wat bleek? Het was ‘Euroavond’ op de lokale kermis. Alle attracties voor slechts één euro, met andere woorden: daar konden we de jongeren vinden. We pakten dan ook onze spullen, eenmaal op de kermis aangekomen was het gelijk raak. Een aantal jongeren wilde met ons in gesprek.

Relatief weinig jongeren in Veendam hebben een migratie achtergrond (18%).  Ter vergelijking: in grote steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ligt dit percentage op ongeveer 60%

Voorwaardelijk positief

‘Ik vind het verschrikkelijk als ze geen Nederlands spreken, anders is het oké’, vertelt een meisje van rond de 17 op de kermis, wanneer we haar vragen hoe ze denkt over mensen met een migratieachtergrond. Zij is niet alleen. Ook andere jongeren die we tijdens de interviews spreken, geven op soortgelijke wijze antwoord. Zo zegt er een: ‘Zolang je je aanpast aan de Nederlandse cultuur vind ik het goed’.

In onderzoekstermen noemen we dit ‘voorwaardelijke tolerantie’, ofwel tolerantie onder voorbehoud. Een interessant spanningsveld, want de meeste jongeren geven aan dat ze neutraal of positief denken en dat zij ‘iedereen accepteren’, maar in de praktijk stellen een hoop jongeren die wij spreken voorwaarden aan deze tolerantie. Bijvoorbeeld, dat mensen met een migratieachtergrond zich ‘dienen te gedragen’, niet van een uitkering mogen leven en zich ‘moeten aanpassen’ aan de Nederlandse normen en waarden. Zo zegt een jongen stellig: “Ik vind het belangrijk dat mensen zich aanpassen, anders mogen ze van mij gewoon terug.” Deze voorwaarden worden niet alleen gesteld aan mensen met een migratieachtergrond die zich onlangs in Nederland gevestigd hebben. Ook aan jongen met een migratieachtergrond die in Nederland geboren zijn. Tot slot vinden jongeren het accepteren van Nederlandse tradities belangrijk.

Zolang je je aanpast aan de Nederlandse cultuur vind ik het goed

Contact

Nadat we met verschillende jongeren op de kermis gesproken hebben, krijgen we de indruk dat de diversiteit onder jongeren in Veendam niet erg groot is. Vrijwel alle jongeren geven aan dat ze zelf geen migratieachtergrond hebben. Uit cijfers van het CBS blijkt dat relatief weinig jongeren in Veendam een migratie achtergrond hebben (18%).  Ter vergelijking: in grote steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ligt dit percentage op ongeveer 60%. Jongerenwerkers vertellen dat het met name de kleinere dorpen zijn waar weinig mensen met een migratieachtergrond wonen en waar jongeren ook minder in aanraking komen met mensen met een migratieachtergrond. Dit verandert echter vaak wanneer zij in een grotere plaats naar school gaan. “Toen ik ging studeren vond ik het wennen, want drie vierde van de klas is nu opeens niet-Nederlands. Ik vond het moeilijk zoveel culturen, bij ons is dat niet zo. Ik ben dat gewoon niet gewend.”, vertelt een meisje ons.

In het jongerencentrum zien we wel dat ze elkaars beste vrienden niet zullen worden

Jongerencentrum

De jongeren op de kermis vertellen ons dat ze het in het dorp vaak saai vinden, omdat er weinig te doen is. Ook missen ze een plek om te kunnen ‘hangen’. De beperkte hoeveelheid voorzieningen in niet-stedelijke gebieden zorgt er volgens een jongerenwerker uit Groningen voor dat jongeren van verschillende culturele achtergronden voorzieningen, zoals een school, sportvereniging en jongerencentrum moeten delen. “Ik denk dat je in steden minder dat natuurlijke mengen hebt dan hier, omdat er van veel voorzieningen maar één is. Jongeren zijn eigenlijk wel genoodzaakt gemengd naar school te gaan”. Het delen van voorzieningen betekent echter niet dat jongeren van verschillende culturele achtergronden ook met elkaar omgaan. Meerdere jongerenwerkers vertellen dat de groep jongeren in de het jongerencentrum weliswaar divers is, maar dat jongeren met een Nederlandse achtergrond vaak apart zitten van jongeren met bijvoorbeeld een Turkse of Antilliaanse achtergrond. 'In het jongerencentrum zien we wel dat ze elkaars beste vrienden niet zullen worden', vertelt een jongerenwerker uit Groningen. Dat er sprake is van etnische segregatie blijkt ook uit antwoorden van jongeren. Zo vertelt een meisje over een grote vriendengroep in haar dorp: 'zover ik weet zitten daar alleen Nederlandse jongens bij, terwijl er ook best wel veel buitenlandse jongens zijn, maar die zitten daar toch niet tussen. Dat vind ik wel apart.'

Mediabubbel

Te midden van de lawaaierige en bedrijvige botsauto attractie, de luidruchtige grijpmachine en de herrie was het lastig om diepgaande gesprekken te voeren. Desalniettemin bleek duidelijk uit deze interviews dat de media aan jongeren een negatief beeld van mensen met een migratieachtergrond laten zien. De jongeren geven ons voorbeelden van het nieuws en filmpjes op sociale media waarin mensen met een migratieachtergrond crimineel of gewelddadig zijn. Verschillende jongerenwerkers geven aan dat deze negatieve berichtgeving op (sociale) media de beeldvorming van jongeren beïnvloedt. Wanneer jongeren zelf weinig contact hebben met mensen met een migratieachtergrond, kan de media een informatiebubbel creëren.

Meer weten over dit onderzoek? Momenteel zijn we bezig met het afnemen van interviews in midden-Nederland en met een online enquête onder jongeren. Ook doen we onderzoek naar wat professionals in niet- stedelijke gebieden nodig hebben om negatieve beeldvorming of spanningen tussen groepen te verminderen. Aan het einde van dit jaar zal het rapport met de resultaten en aanbevelingen op de website verschijnen.  

Meer informatie?Neem contact op met:

Ron van Wonderen

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding