Onderzoek KIS: discriminatie-ervaringen Oost-Aziatische Nederlanders

In coronatijd zijn er steeds meer signalen van mensen met een Oost-Aziatische achtergrond die ervaringen hebben met discriminatie vanwege hun etniciteit en afkomst. KIS heeft die ervaringen in beeld gebracht met een verkennend onderzoek, 'De stilte voorbij.' De onderzoekers pleiten er onder meer voor om de sociale norm te veranderen rond discriminatie, racisme en Oost-Aziatische mensen.

Artikel
Discriminatie

De KIS-onderzoekers René Broekroelofs en Joey Poerwoatmodjo hebben samen met personen met een Oost-Aziatische achtergrond (medeonderzoekers) in zogenaamde focusgroepen gesprekken gevoerd om ervaringen met discriminatie op te halen. De medeonderzoekers waren maatschappelijk betrokken burgers, waaronder activisten, wetenschappers en mediaprofessionals. In totaal hebben er dertig mensen deelgenomen aan de focusgroepen.

Direct naar het rapport

Het onderzoek is een verkenning van de problematiek anno 2020. Er is geen (recent) onderzoek gedaan naar dit thema in Nederland. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed in 2011 voor het laatst onderzoek naar de doelgroep en dan specifiek naar Nederlanders van Chinese afkomst.

Zeer divers

Zoals geldt voor alle groepen, zijn ook mensen met een Oost-Aziatische achtergrond zeer divers. De personen waarmee in de focusgroepen is gesproken, betroffen:

  • Personen die vóór 2000 naar Nederland zijn gekomen vanuit Oost-Azië (leeftijd 50+);  
  • Personen die na 2000 naar Nederland zijn gekomen vanuit Oost-Azië;
  • Personen die in Nederland zijn geboren, waarvan de ouders of grootouders zijn gekomen vanuit Oost-Azië;
  • Geadopteerden uit Oost-Azië.

Scheldkanonnades

Een van de opvallende bevindingen is dat alle deelnemers maandelijks of zelfs wekelijks te maken hebben met negatieve opmerkingen. Zij krijgen scheldkanonnades naar hun hoofd geslingerd, worden nageroepen op straat en/of hun kinderen worden gepest vanwege hun uiterlijk en etnische afkomst. Er worden vaak bepaalde klanken of spleetogen nagedaan. Veel voorkomende opmerkingen zijn ‘nĭ hăo’, ‘Chinees’, of willekeurige Chinese (Indische) gerechten. Sinds de coronapandemie is uitgebroken, gebeurt dit vaker. De deelnemers geven aan dat zij zich hierdoor ‘anders’ voelen. Het valt hen ook op dat deze opmerkingen of gebaren vaak gezien worden als grapje of als iets wat je niet serieus moet nemen.

Alle respondenten merken op dat het coronavirus ertoe geleid heeft dat zij meer discriminatie ervaren

Meer angst voor fysiek geweld

Een andere opvallende bevinding is dat de deelnemers sinds de coronacrisis meer angst hebben voor fysiek geweld en om anders te worden behandeld.

Alle respondenten merken op dat het coronavirus ertoe geleid heeft dat zij meer discriminatie ervaren. Opvallend is ook dat bij vrijwel alle respondenten de angst voor geweld is toegenomen. Dit komt voornamelijk door berichtgeving in de media. Sommige deelnemers geven aan bang te zijn om te reageren op scheldwoorden, omdat zij escalatie vrezen. 

Sociale norm veranderen

De onderzoekers doen acht aanbevelingen. Een ervan is dat er een groter bewustzijn moet komen dat ook Nederlanders met een Oost-Aziatische achtergrond te maken hebben met discriminatie en racisme. Daarvoor dient de sociale norm te veranderen en moeten stereotypen worden aangepakt. Discriminatie van Oost-Aziatische Nederlanders moet niet meer geaccepteerd worden of worden afgedaan als grapje.

Verbeteren mediarepresentatie

Een andere aanbeveling die de onderzoekers doen, is het verbeteren van de mediarepresentatie. In de media ontbreken aandacht voor de diversiteit van Oost-Aziatische Nederlanders en rolmodellen. Bovendien worden er nog te veel Oost-Aziatische mensen stereotyperend neergezet in de media.
 
Naar het rapport

Meer informatie?Neem contact op met:

Hanneke Felten

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892110
Afbeelding