Perspectieven in polarisatie: de visie van burgemeester Halsema

Op 9 juni hield burgemeester Femke Halsema een toespraak over polarisatie op de conferentie ‘Perspectieven in polarisatie’. De conferentie was een coproductie van het VU Polarisation Lab en KIS, in samenwerking met het Ministerie van SZW (Expertise-unit Sociale Stabiliteit) en de gemeente Amsterdam. Hieronder een aantal highlights uit de toespraak van burgemeester Halsema.

Artikel
Polarisatie en verbinding

‘Hij [Hans Boutellier] vroeg mij iets te zeggen over het onderwerp polarisatie, zo nauw verweven met identiteit omdat identiteitspolitiek in deze tijd haast onvermijdelijk botsingen lijkt te veroorzaken of op z’n minst onderlinge vijandigheid. Ik doe dat graag, vanuit het gezichtspunt als burgemeester van deze stad. Een gezichtspunt dat mijn denken over het thema weer op nieuwe manieren beïnvloed heeft.

Lees de volledige toespraak (pdf)

Spanning

De woorden “stad” en “spanning”: iemand zou mij er moeiteloos van kunnen overtuigen dat ze etymologisch verwant zijn. Spanning hoort bij de stad. Ze is voelbaar in buurten waar grote verschillen zijn in leefstijl en wereldbeeld. [...] Al die verschillende identiteiten en entiteiten zijn voortdurend aan het aantrekken en afstoten, en dat zorgt voor een continue, voelbare spanning.

Toen het afgelopen jaar de spanning van de straten was verdwenen, of beter: zich verplaatste naar achter de voordeur en online, konden we verbaasd genieten van de uitgestorven Dam. En tegelijk werd heel duidelijk: de stad, is de stad niet meer.
[…]

Vooruitgang

Want al die heel verschillende groepen, bewegingen en protesten, hebben mij doen beseffen dat het zo vaak de acties van gewone mensen zijn die de geschiedenis bepalen. Dat daarbij soms burgerlijke ongehoorzaamheid wordt betracht is onvermijdelijk. Identiteitspolitiek zorgt voor vooruitgang en emancipatie.

Eind negentiende eeuw kwamen de arbeiders uit de Jordaan plotseling en met geweld in opstand, waarmee ze de politieke elite en de bestuurders volkomen verrasten. Maar niet lang daarna kwam er nieuwe wetgeving om de leefomstandigheden van arbeiders te verbeteren. En nog een voorbeeld: staan we er wel eens bij stil hoe anders onze stad zou zijn zonder de vrouwenbeweging?
[…]

Je identiteit is vloeibaar en bestaat uit heel veel facetten

De meeste Amsterdammers zijn trots op de diversiteit van de stad, met al die groepen en individuen die zich identificeren rond een eigen ideaal, gedeelde geschiedenis en/of identiteit. We koesteren de spanning die daarbij hoort. Sinan Cankaya beschrijft in “Mijn ontelbare identiteiten” zo treffend en aangrijpend hoe tijdens zijn leven iedereen hem steeds weer probeert in een hokje te stoppen en daarmee te reduceren tot een ééndimensionaal wezen, met één duidelijke identiteit, terwijl hij zovéél tegelijk is. Mijn vermoeden is dat veel Amsterdammers dat op de één of andere manier herkennen en ook zo ervaren. Je identiteit is vloeibaar en bestaat uit heel veel facetten en we leven in een fantastische tijd waarin dat steeds meer geaccepteerd lijkt te worden.

Wanneer gaat het mis?

Maar tegelijk kennen we in deze stad de giftige uitwassen van polarisatie helaas maar al te goed. De geschiedenis leerde ons harde lessen. Er zijn twee gevaren. Het eerste gaat over horizontale polarisatie. Horizontale polarisatie wordt destructief als de vrijheid van de één, de vrijheid van de ander ontneemt; als ze anderen vernedert en uitsluit. Ik noem een aantal pijnlijke hedendaagse voorbeelden. Het feit dat je mag geloven én niet-geloven wat je wil is nog niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid, zo blijkt recent uit de ernstige bedreigingen die Lale Gül heeft ondervonden.
[…]
Ten tweede heb ik grote zorg rond spanningen en het wantrouwen tussen burgers en overheid, ofwel verticale polarisatie. Een groep burgers lijkt structureel het vertrouwen te verliezen in de overheid en politieke instituties.
[…]
De overheid heeft een belangrijke opdracht om in de eerste plaats naar zichzelf te kijken. Het wantrouwen jegens overheden is immers een weerspiegeling van het wantrouwen dat de overheid in de burgers heeft.

Portretfoto burgemeester Femke Halsema

Portretfoto Femke Halsema door: Tom Feenstra

Aanpakken

Wat kunnen we doen tegen deze destructieve uitwassen van verschillende type polarisatie? Ik zie drie opdrachten.

  1. Ten eerste moeten wij normeren. Er is geen tolerantie voor uitsluiting en vernedering. Dat doen we door grenzen te stellen en ferm op te treden waar die grenzen worden overtreden. En door consequent, luid en duidelijk, op te komen voor van hen die deze onverdraagzaamheid te verduren krijgen.
  2. Tegelijk moeten we ruimte geven aan lokale identiteit. Het is geen toeval dat jonge mensen in deze stad, vooral degenen met wortels in andere landen, zich eerder als Amsterdammers identificeren dan als Nederlandse burgers.
    [...]

Die lokale identiteit wordt steeds veelzijdiger, is dynamisch en steeds in beweging, en als overheid moeten qw oppassen dat we niet achter de feiten aanlopen. We hoeven niets en niemand te verloochenen maar het wordt wel tijd om de publieke ruimte – en daarmee doel ik zowel op de fysieke ruimte, als mentaal, sociaal, economisch en maatschappelijk – te vergroten en toegankelijker te maken.
[…]

Publieke ruimte

Die publieke ruimte staat ook voor het publieke domein en onderscheidt zich daarmee van de commerciële ruimte. In 1958 (toen al!) schreef Hannah Arendt in Vita Activa over de consumptie- of massamaatschappij als bedreiging voor het publieke domein. Omdat mensen er steeds minder bij elkaar worden gebracht en de gemeenschappelijke ervaringen van mensen minder duurzaam worden. In principe zouden publieke instellingen een dam moeten opwerpen tegen technocratie en vervreemding, en het publieke domein moeten ondersteunen. En dan heb ik het niet alleen over openbare ruimten die samenleven mogelijk maken, zoals scholen en bibliotheken. Ook niet-fysieke publieke instituties zoals het parlement en de rechtstaat kunnen fungeren als een soort ‘tafel’ zoals Arendt dat symbolisch karakteriseert. De tafel van Hannah Arendt is een plek die mensen verbindt, die ontmoetingen tussen vreemden mogelijk maakt en ervoor zorgt “dat ze niet over elkaar struikelen”, in Arendts woorden.

Mensen willen een overheid die eerlijk, begripvol en simpel is

3. Helaas schieten we daar tekort zoals we constateerden en daarmee kom ik op het derde punt. Wat moeten we doen om de destructieve uitwassen van verticale polarisatie – het wantrouwen tussen burger en overheid – te herstellen. Daarvoor is in de eerste plaats nodig dat de overheid weer onderdeel wil zijn van de oplossing van problemen van burgers. We kregen een handreiking op een presenteerblaadje van de Nationale ombudsman, die in 2018 de vraag aan 1500 burgers stelde: wat verwacht u van de overheid? Daar kwamen drie kernbegrippen uit: mensen gaven aan dat ze een overheid willen die eerlijk, begripvol en simpel is. Ofwel de grootste ergernis is oneerlijkheid, gebrek aan empathie en nodeloze bureaucratie.
[…]

Tot slot

Ik heb beschreven hoe deze complexe tijd ons zo nu en dan een glimp toont – en soms wat meer dan een glimp –van doorgeslagen vijanddenken en gestold wantrouwen. De giftige kanten van polarisatie. Maar ik ben zeker niet pessimistisch. Er is namelijk genoeg om hoopvol over te zijn. De tafel van Hannah Arendt staat er nog, en er vinden nog dagelijks nieuwe ontmoetingen plaats, die leiden tot confrontatie en vooruitgang, innovatie en hoop. Ik zie dat in deze stad elke dag gebeuren. Wat de tafel nodig heeft om te verankeren, is publiek leiderschap. Dat kenmerkt zich door normatief te zijn waar nodig, publieke waarden en humaniteit voorop te stellen, nieuwsgierig te zijn naar anderen, niet bang te zijn om dilemma’s te delen en twijfel te tonen, en altijd uitgaan van vertrouwen.’

Lees de volledige toespraak (pdf)