Succesvolle integratie start bij een warme aankomst
Lou Repetur is programmadirecteur bij Movisie en voormalig vluchteling. Ook zij deelt haar ervaringen voor de campagne #IkWasOokEenAsielzoeker en vertelt hoe haar ouders vanuit Chili naar Nederland vluchtten. ‘Vluchteling zijn is een ervaring, het is geen identiteit.’
‘Als je met je ouders vlucht kom je plotseling, binnen enkele uren of dagen, in een totaal nieuwe en onbekende omgeving terecht. Toen wij naar Nederland kwamen, kenden we weinig mensen, we spraken de taal niet en ook het eten was ons vreemd. Ik snapte de gewoontes niet; wat beleefd was en wat niet verschilde met wat ik kende. Het was vreemd en pijnlijk om familie en mijn hond te missen. Echter, dat waren allemaal details. Ik had als 8-jarig kind slechts één vurige wens: dat in Nederland mijn ouders niet meer bang hoefden te zijn weer in een concentratiekamp te verdwijnen.’
Op 11 september 1973 pleegde Augusto Pinochet een staatsgreep waarna het voetbalstadion diende als een concentratiekamp. Tienduizenden politieke gevangenen werden gemarteld.
‘Wij vluchtten in augustus 1974 van Chili naar Nederland. Na ongeveer drie maanden hadden wij een eigen drie kamerflat in Gouda. De Blijstraat in Oosterwei werd onze nieuwe veilige haven. Het settelen kon voor ons gezin vrijwel meteen na aankomst beginnen. Dat gold ook voor het verwerken van alle traumatische ervaringen.’
‘De gastvrijheid van Nederland en Nederlanders was in 1974 onvoorstelbaar groot. Zo kwam Sinterklaas - voor ons onbekend - op onze eerste 5 december wel vijf keer aan onze deur. Dit illustreert de warme manier waarop we zijn ontvangen door onze omgeving. Ik heb ook andere type herinneringen: mijn ouders hebben ons na enkele maanden van lagere school veranderd. De Anne Frank school werd vervangen door de Anne de Vries school. Waarom? Mijn ouders ontdekten dat wij lessen ‘in eigen taal’ kregen met de rest van de buitenlandse kinderen op school. Zonder het te weten waren wij Arabisch aan het leren naast het Nederlands. De Anne Frank school ging er toen nog vanuit dat alle migrantenkinderen op school Marokkaans waren.’
‘Jaren later, in 2015, mocht ik op de lagere school van mijn zoon vertellen hoe het was om als kind te vluchten. Eén van zijn klasgenoten constateerde hardop dat ik ‘wel heel goed Nederlands sprak en in een heel mooi huis woonde voor een vluchteling’. Dat gaf mij de kans om uit te leggen dat vluchteling zijn niet een identiteit is, maar een ervaring. Dat, mede afhankelijk van hoe je ontvangen wordt, het een ervaring kan worden die je verrijkt in plaats van blijvend beschadigt.'
Vluchteling zijn is een ervaring, het is geen identiteit.
Onderzoeker, adviseur en freelance journalist, Sahar Noor, begon een maand geleden de hashtag #IkWasOokEenAsielzoeker om tegengeluid te bieden voor de negatieve beeldvorming rond asielzoekers.