Van integratie naar samenlevingsperspectief, maar hoe?

Integratie, een woord dat in de praktijk vaak verward wordt met assimilatie, is uit de tijd. Op 9 november hielden KIS en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een bijeenkomst met mensen uit het beleids- en onderzoeksveld om samen van gedachten te wisselen over een nieuw perspectief, nu integratie de lading niet meer dekt. 

Artikel

We moeten samen van integratie naar een nieuw samenlevingsperspectief gaan, daar waren velen bij de bijeenkomst het mee eens. Dit weg-bewegen van de term integratie moet een ‘paradigma-shift’ worden, en niet blijven bij de verandering van termen en definities. De verandering van visie is nodig op het vlak van beleid én onderzoek. 

‘Zeker in deze tijden van polarisatie is dit belangrijk, want het zou in de samenleving niet meer moeten gaan om ‘wij-zij’, maar om verbinding tussen de verschillende groepen: wit-zwart, rijk-arm, religieus of niet-religieus, et cetera’, stelt een deelnemer tijdens de expertmeeting. Met de huidige uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen is dit onderwerp zeer actueel. Het is immers de vraag uit welk perspectief de nieuwe regering dit vraagstuk gaat benaderen. Meer de nadruk op assimilatie of meer op inclusief samenleven?

En daar hebben we weer zo’n woord: inclusie. Inclusie is insluiting, maar wie ‘moeten’ er worden ingesloten? Gaat het om nieuwkomers, gaat het om vluchtelingen, of gaat het om jongeren, mannen en vrouwen met een migratieachtergrond die in Nederland zijn geboren? Wat betreft de laatste groep: dien je ‘geïncludeerd’ te worden wanneer je al onderdeel uitmaakt van de samenleving? En hoe bepaal je dat, waar meet je dat aan, wat zijn de criteria?

Onderzoek

Bij de deelsessie over onderzoek die werd geleid door dagvoorzitter Olaf Stomp werden deze vragen geopperd als reacties op de twee hoofdvragen: ‘Wat zijn de belangrijkste thema’s die we moeten onderzoeken binnen het samenlevingsperspectief?’ en ‘Wat doen we dan niet, welke thema’s blijven liggen?’.

Hoogleraar bestuur van migratie en diversiteit Peter Scholten (Erasmus Universiteit Rotterdam) deed een voorzet. ‘Integratie is met assimilatie vermengd geraakt. De term integratie is besmet geraakt. Het woord wordt geassocieerd met problemen en met mensen met een migratieachtergrond. Het gaat hier niet alleen om migratie, maar ook om participatie, en het gaat ook over de hele, brede en institutionele samenleving. Het gaat hier dus om verschillende vraagstukken en processen. Het is niet in één woord te vangen. Ook kan dit niet vanuit één perspectief worden bekeken. Dat zou te simpel zijn. Hoe doen we daar vervolgens onderzoek naar, zal het problem-based zijn, of juist niet? Maar er zijn ook risico’s waar we op moeten letten. Het risico van ‘nietsdoen’ is bijvoorbeeld een structureel grotere sociale ongelijkheid.’

We moeten op zoek naar een paradigma dat vertrekt vanuit de Nederlandse bevolking als divers 

SCP-onderzoeker Leen Sterckx vertelt dat het inherent is aan het integratieparadigma, ‘dat Nederland een homogeen, wit, Christelijk land is en dat iedereen die binnenkomt zich naar de meerderheid moet bewegen’. We moeten volgens haar op zoek naar een paradigma dat vertrekt vanuit de Nederlandse bevolking als divers. Onderzoek zou dan meer gericht moeten zijn op de ‘machtsongelijkheid’ die gepaard gaat met etnisch, religieus en geracialiseerd verschil, zonder het frame van migratie en integratie. Sterckx stelt voor om het integratie- en het samenlevingsperspectief uit elkaar te trekken. Bij een samenlevingsperspectief is machtsongelijkheid belangrijk. Bij integratie is en blijft volgens Sterckx belangrijk dat mensen migratie hebben doorgemaakt en wat dat betekent voor hun positieverwerving. ‘Migratie en diversiteit moeten als het ware ontvlochten worden. Er is te weinig aandacht voor de mechanismen achter sociale ongelijkheid: herkomst, kleur, religie maar ook gender, opleidingsniveau en sociale klasse in al hun intersectionaliteit enerzijds. Anderzijds zouden we zuiverder moeten gaan kijken naar de impact van migratie op de positie en kansen van mensen, los van etnisch-culturele, religieuze of geracialiseerde achtergrond. Migrant zijn is een aanjager van sociale ongelijkheid ongeacht die andere kenmerken. We moeten in ons onderzoek dus scherper en nauwkeuriger zijn over welk aspect van achtergrond op welke manier meetelt.’

Sterckx stelt dat we onder het mom van inclusie en intersectioneel denken, verschil in uiterlijk, religie of herkomst niet moeten weg-relativeren. Ze geeft het voorbeeld van haar eigen gezin: ze is zelf Belgische en getrouwd met een man met een Angolese achtergrond. Ze hebben samen twee kinderen van kleur. Ze vertelt dat ze zelf ervaart hoe het is om als witte Belgische in Nederland te zijn en wat het verschil is met hoe haar man en kinderen worden bejegend in dit land. ‘We hebben allemaal een migratieachtergrond. Maar daarnaast maakt het echt uit of je wit bent, of niet.’ Je kunt dus in onderzoek niet alleen maar uitgaan van de witte meerderheid. Je moet ook aparte aandacht besteden aan het perspectief van minderheidsgroepen. Anders raakt dat helemaal uit beeld. Inclusieve en intersectionele wetenschap is geen kleurenblinde wetenschap: we zouden juist moeten analyseren en in kaart brengen wat de impact is van de samenhang van persoonskenmerken, zoals migratieachtergrond, sociaaleconomische status, religie, kleur, et cetera.’

Integratie en samenlevingsperspectief

Tijdens de deelsessie over onderzoek wordt naar aanleiding van het verhaal van Sterckx gezegd dat integratie en het samenlevingsperspectief inderdaad ontvlochten dienen te worden. ‘We moeten naar de kern van het probleem en daar respectvoller naar kijken’, zegt een deelnemer. Het woord respect wordt verschillende keren gebezigd. Een andere deelnemer stelt dat de wetenschappers zich ‘lerend’ moeten opstellen. ‘Lerend kijken naar de nieuwe mensen die binnenkomen. Leren waar denkbeelden vandaan komen: komen ze werkelijk uit hun afkomst, religie, kleur of gender? Of hebben de denkbeelden te maken met hoe er met ze wordt omgegaan?’.

‘Of kijken we nog te veel naar deze groepen als ‘zielige’ of ‘vreemde’ mensen. Het gaat hier om groepen mensen die misschien verschillen van de meerderheid, maar wel gelijkwaardig zijn’, stelt een andere onderzoeker in het gezelschap. ‘Het gaat om machtsverhoudingen. Misschien is dat een nieuw perspectief voor onderzoek. Welke beelden zitten hierachter? Zijn het bijvoorbeeld processen van othering, een ‘wij-zij’-blik ten opzichte van mensen met een migratieachtergrond? Daarom moeten we als onderzoekers wel precies blijven. Precies kijken naar wat er werkelijk bij wie speelt. Als we iedereen in Nederland willen begrijpen, moeten we ook kijken naar de kleinere groepen nieuwkomers, wat daar speelt, hoe zij het leven hier ervaren.’

Overheidsbeleid

Bij de deelsessie over beleid onder leiding van senior-onderzoeker Hans Bellaart van KIS wordt het thema vanuit het gezichtspunt van bestuur en ambtenarij bekeken. De verschillende overheden, zoals gemeenten, zijn actief aan het zoeken naar een nieuwe insteek van het beleid. Een aantal gemeenten erkent dat de verschillende beleidsafdelingen goed zijn in window-dressing: alleen aan de oppervlakte wat doen om te laten zien dat je goed bezig bent. De afdeling binnen de gemeente die zich bezighoudt met samenlevingsbeleid, diversiteit en inclusie tracht bij de verschillende beleidsafdelingen het algemene beleid voor verschillende groepen passend te maken. Soms is ongelijke behandeling nodig om gelijke kansen te bevorderen. ‘De verschillende vraagstukken blijven bestaan, maar we zijn op zoek naar specifieke accenten rond diversiteit en inclusie en het samenlevingsprogramma helpt de verschillende beleidsafdelingen daarbij’, aldus iemand van een gemeente. ‘We moeten als ambtenaren ook weten wat er speelt. Bijvoorbeeld bij de inkoop van zorg, de juiste vragen stellen over toegankelijkheid en sensitiviteit van hulpverleners. Het gaat niet allen om beleid naar buiten, we moeten ook intern kijken naar affiniteit en deskundigheid.’ Ook wordt bij beleid vaak gekeken naar ‘de Ander’ in de samenleving vanuit een wit perspectief. Volgens een ambtenaar bij het Rijk is de term integratie ‘besmet’ en is ‘het samenlevingsbeleid een manier om breder te kijken dan alleen naar gemarginaliseerde groepen’.

Focus op specifieke groepen

Sommige deelnemers vinden dat samenlevingsbeleid zich moet richten op de brede diversiteit aan groepen in de samenleving en niet meer alleen op mensen met een migratieachtergrond. Maar daar is niet iedereen het mee eens. ‘Het doelgroepenbeleid is in 2010 afgeschaft, maar het is soms heel legitiem om te focussen op specifieke groepen, als in bepaalde groepen bijvoorbeeld de armoede veel groter is dan gemiddeld. Of als bepaalde groepen niet effectief bereikt worden. Er zijn bepaalde risicogroepen binnen grotere groepen. Je moet ‘de vinger op de zere plek leggen’ zonder te stigmatiseren’, aldus een deelnemer.

Integratie is met assimilatie vermengd geraakt

Het beleid bevat drie belangrijke opgaves, zegt een ambtenaar uit Rotterdam. ‘Namelijk de strijd tegen racisme en discriminatie. Het College van B&W is divers samengesteld en strijdt samen tegen discriminatie. Ook zijn er maatregelen om extremisme terug te dringen. Verder gaat het om gelijke kansen en verbinding: op onderwijs, werk, et cetera. Gelijke kansen in de breedste zin: emancipatie van vrouwen, LHBTIQA+, enzovoorts. En er moet aandacht zijn voor de Holocaust en het koloniale en slavernijverleden. We willen problemen blijven benoemen met respect voor elkaar: dit is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Het beleid richt zich op het vormgeven van het samenleven in Rotterdam, het leren van verschillen en aandacht voor specifieke elementen. Belangrijk is om dat beleid vorm te geven op basis van input van de burgers en het ook met de burgers te evalueren.’

Ongemak omarmen 

De gemeente Utrecht gaat het nu ook anders aanpakken, vertelt een ambtenaar Inclusie en Gelijke kansen. ‘Een betere wereld begint bij onszelf als gemeente. We moeten maatschappelijk sensitief worden en beter naar de stad luisteren. Dit kan alleen als je jezelf bewust bent van vooroordelen, discriminatie, en wie je bent. Wij zetten vraagtekens bij het idee van een neutrale ambtenaar: wie je bent, neem je mee in de beleidsstukken die je schrijft en advies dat je geeft. We willen ongemak omarmen voor een inclusief Utrecht. Het nieuwe beleid gaat veel ongemak opleveren voor onszelf en voor de stad. Het is aan mensen die bevoorrecht zijn om die stap te zetten om zichzelf bewust te worden van voordoordelen en discriminatie, en dat is ook aan de gemeente. De gemeente Utrecht is niet representatief voor wie we dienen. We werken vanuit een geprivilegieerde blik en nemen onszelf te vaak als uitgangspunt. Daarom werken we aan het verbreden van ons netwerk: we kennen veel mensen niet. Daarom gaan we op zoek naar het ongehoorde geluid en dat willen we blijven doen. Het uitgangpunt van het beleid is ‘ongelijk investeren voor gelijke kansen’, wat wil zeggen: beperkte middelen inzetten voor diegenen die dit het hardste nodig hebben. We gaan het ongemak wat hierbij zal komen kijken omarmen en kritisch zijn wanneer we dit wel en niet doen.’

‘Het resultaat van samenlevingsbeleid moet beoordeeld worden vanuit een gedeeld perspectief in plaats van de witte norm’, wordt algemeen aanvaard in de groep. Een andere deelnemer vult aan: “De overstap van integratiebeleid naar beleid gericht op inclusie en samenleving is goed. Integratie betreft nu voornamelijk inburgering, maar hierdoor is inburgering voornamelijk gericht op assimilatie. Inburgeren mag ook meer gericht worden op ‘samen-leven’. Ook de dominante groep moet daaraan meedoen.’

Het integratiebeleid ging altijd over hoe mensen met een migratieachtergrond zich verhouden tot de norm. In het samenlevingsperspectief gaan we gezamenlijk nieuwe normen en waarden creëren en op weg naar een samenleving waarin iedereen meetelt.

Position paper

Naar aanleiding van deze expertmeeting zullen KIS en het SCP een position paper uitbrengen over samenlevingsbeleid. Dit stuk zal breed worden gedeeld met de bedoeling een beweging in denken over samenleven in gang te zetten. Hierin zullen wij concrete handvatten geven voor het nieuwe kabinet, de overheden en vervolgens natuurlijk ook de mensen in de buurt. Het gaat immers om ‘samen-leven’, en dat doen wij met elkaar.

Door: Perdiep Ramesar en Maxime van de Gevel

Meer informatie?Neem contact op met:

Hans Bellaart

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 06-40082873
Afbeelding