Wat hebben nieuwe Nederlanders nodig bij hun aankomst?

De afgelopen decennia kwamen veel nieuwkomers naar Nederland, verdreven door oorlog of op zoek naar een beter bestaan. Hoe verover je een eigen plek in een nieuw land, wat zijn valkuilen en is dat Nederlands echt zo moeilijk? Kennisplatform Inclusief Samenleven sprak met diverse generaties Molukse- en Turkse Nederlanders.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Als in 1951 de oceaanstomer Groote Beer aanmeert in Rotterdam, lopen honderden Molukse families de kade op. Jaren later zou de boot Feyenoord-fans naar Lissabon vervoeren voor een Europa Cupwedstrijd, maar deze keer bracht het vehikel vreemdelingen naar eigen land. Komende vanuit het zonovergoten Ambon, Ceram of Haruku is het noordwestelijke puntje van Europa een koude bedoening. Maar dat was niet het enige. Onderweg krijgen honderden Molukse mannen, in dienst van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL), hun ontslag aangezegd en na aankomst worden ze met hun gezinnen onder zeer erbarmelijke omstandigheden gehuisvest, na jarenlange trouwe dienst voor God en Vaderland. Het verwondt de Molukse gemeenschap en laat een litteken achter dat tot op de dag van vandaag trekt.

Wij-zij-cultuur

‘Alle Molukkers waren koningsgezind, maar vanaf dat moment niet meer. We waren verraden’, zegt Nona Salakory (67). Mede door dat besef is de integratie van Molukkers in Nederland geen gemakkelijk proces geweest – en dat is het nog steeds niet. ‘Het niet spreken van de taal en de afgelegen woonoorden werkten separatie in de hand.

‘We moesten studeren, maar dan vooral om ons land bij terugkeer te helpen opbouwen’

Dit maakte de Molukse samenleving nog hechter en leidde tot een wij-zij-cultuur.’ Daarnaast werd er vanuit gegaan dat het verblijf in Nederland tijdelijk zou zijn. Om die reden werd integratie minder belangrijk gevonden. ‘We moesten studeren, maar dan vooral om ons land bij terugkeer te helpen opbouwen.’ Dit zijn belangrijke lessen voor de vluchtelingen die in Nederland aankomen, denkt ze.
Het is één van de redenen waarom Salakory als docent altijd heeft geprobeerd om waar mogelijk de dialoog te zoeken. ‘Zoals in de tijd van de kapingen: ik heb dat toen wel aangekaart bij mijn leerlingen in de klas.’

Meer en betere kansen

Verraden worden door het land waar je een nieuw bestaan op moet bouwen, levert een dubbel gevoel op, ook zoveel jaar na dato, zegt Naomi Timisela (23). Ze zit in het laatste jaar van haar studie culturele antropologie. Haar vader en ooms kregen vaak opmerkingen naar het hoofd in die tijd, vult Timisela aan.

‘Vooral voor de tweede generatie heeft het accepteren van de situatie en het weten dat ze hier moet bouwen aan een (nabije) toekomst'

‘Vooral voor de tweede generatie heeft het accepteren van de situatie en het weten dat ze hier moet bouwen aan een (nabije) toekomst, geholpen met de integratie. Net als het meer in aanraking komen met en verwikkeld raken in de Nederlandse samenleving door school en werk. Het inzicht dat men hier meer kansen maar vooral bétere kansen en een uiteindelijk hogere levensstandaard heeft dan in de Molukken, heeft daar ook aan meegeholpen.’

Positieve toekomst

Acteur en theatermaker Joenoes Polnaija ziet de toekomst positief in. ‘De huidige generatie heeft alles maar tot op bepaalde hoogte gevoeld en staan dus verder af van wat onze vorige generaties meemaakten. Daarnaast waren de eerste en deels tweede generatie er nog mee bezig om terug te keren naar de Molukken. Met dat in je achterhoofd kun je maar tot op zekere hoogte aarden in den vreemde.’

‘De huidige generatie heeft alles maar tot op bepaalde hoogte gevoeld'

Dat is onder meer ook goed te zien aan de vermenging van de Molukse wijken met niet-Molukkers – een vrij groot deel van de jongere generaties woont niet (meer) in de Molukse wijken maar daarbuiten (al kan dat ook deels toegeschreven worden aan de staat en ligging van veel van de Molukse wijken).

Richten op Turkse jongeren

Een bevolkingsgroep die om geheel andere redenen naar Nederland kwam, is de Turkse. In de ongekende groei tijdens de wederopbouw was in Nederland veel behoefte aan mankracht. Deze werkers werden gezocht in landen als Spanje en later Marokko en Turkije. Durmus Ali Can (37) is jongerenwerker in de Utrechtse wijk Overvecht. Hoe ziet hij de huidige positie van Turken in Nederland?

'We moeten het politieke gekrakeel achter ons laten en ons richten op Turkse jongeren'

‘Er komt een talentvolle generatie aan.We moeten het politieke gekrakeel achter ons laten en ons richten op Turkse jongeren. Zorg voor kansen, een gezonde arbeidsmarkt, om mee te beginnen.’ We wonen hier en bouwen hier onze toekomst op, zegt hij. ‘Ik hoor en zie om me heen dat Turkse Nederlanders veel tijd en moeite investeren in een goede band met buren of de directe leefomgeving. Dat is echt een verschil met vorige generaties. Die hadden toch in het hoofd ‘werken, sparen en weinig uitgeven om ooit terug te gaan naar Turkije,’ maar dat is echt voorbij.’ Hij ziet een ontwikkeling waarbij het vooral de Nederlandse politiek is die problemen importeert en het probleem groter maakt dan het is. ‘Politici moeten zich eens afvragen of ze zich wel zo druk moeten maken om Turkije. Turken hier maken zich er niet half zo druk om. Mensen van mijn generatie zijn zich erg bewust van hun positie en handelen daarnaar.’

Contact is juist belangrijk

Mustafa Tatar (48) kwam in de jaren negentig naar Nederland. Hij is het niet helemaal met Can eens. ‘Ik zie dat bepaalde groep Turken voor zichzelf een eiland creëren.

‘Terwijl contact met landgenoten zo belangrijk is voor een goede integratie’

Zij hebben minder contact met andere Nederlanders, kijken vooral naar Turkse televisie en worden meer beïnvloed door Turkije.’ Hij merkt dat de integratie daardoor stopt en de afstand tussen deze groep Turken en andere Nederlanders groter wordt. ‘Terwijl contact met landgenoten zo belangrijk is voor een goede integratie.’ Barry Purimahuwa is het daarmee eens. De Molukse Nederlander is onder andere voetbaltrainer van een jeugdelftal. ‘Sport speelt een belangrijke verbindende rol in de samenleving.’ Integratie komt voort uit acceptatie, denkt hij, uit vragen als: ‘wie is die persoon?’

Tips

De vraag is wat decennia aan ervaring in een aanvankelijk vreemd land heeft opgeleverd. Enkele aanbevelingen voor toekomstige nieuwe Nederlanders van mijn gesprekspartners zijn:

  • Zorg dat niet te veel mensen van één bevolkingsgroep op een kluitje wonen. Verspreiden tussen andere mensen is beter voor de integratie. Angst voor verlies van identiteit hoeft niet. ‘Je zoekt elkaar toch wel op,’ zegt Salakory.
  • Taal, taal, taal. Zonder taal is het onmogelijk om een goede manier deel uit te maken van de samenleving. ‘Ik heb altijd gehamerd op taal,’ zegt Salakory. ‘Ook voor de moeders, want die voeden hun kinderen op.’ –‘De moedertaal is belangrijk voor de cultuur en identiteit, de nieuwe taal om mee te kunnen draaien,’ vindt Timisela.
  • Geef nieuwkomers iets te doen: laat ze de post rond brengen zodat ze de taal én de omgeving leren kennen. Laat ze de straat schoon vegen of ander laagdrempelig werk. Als er maar dagbesteding is. De Nederlandse overheid moet lering trekken uit het verleden, onderstreept Salakory.
  • Zorg dat je hier ook zelf wilt blijven en wees je daar bewust van. Als je in je achterhoofd hebt dat je ooit nog terug wil naar je moederland, kun je dat nooit helemaal los laten, zegt Polnaija. Dat staat integratie in de weg. Zie hiervoor het voorbeeld van Salakory; studeren om bij terugkeer het land op te bouwen maakt dat je niet volledig achter integratie in Nederland staat.
  • Zorg als overheid voor een begeleider, zegt ze. ‘Dit kan in de vorm van een taalmaatje, die helpt bij het leren van het Nederlands of het wegwijs maken in de maatschappij.’
  • Contact met landgenoten uit andere culturen is belangrijk voor de integratie, vindt Mustafa Tatar.