'Dé oudere migrant bestaat niet'

Zijn er overeenkomsten tussen oudere gastarbeiders en pensionado’s die naar Italië verhuizen? Hoe denken oudere migranten over hun oude dag? Waarom pendelen ze zo vaak tussen Nederland en het land van herkomst? ‘Er zijn nog zoveel vragen rondom oudere migranten, ik wil deze groep een stem geven, ook in de wetenschap’, stelt Tineke Fokkema, die onlangs benoemd is tot bijzonder hoogleraar Ageing, Families en Migration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar oratie volgt in het voorjaar van 2019.

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Het is de eerste leerstoel, ingesteld door het Nederlandse Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI-KNAW), die zich specifiek richt op oudere migranten. Fokkema, die al jaren onderzoek doet naar deze groep, wil graag aandacht vragen voor de diversiteit van de migrantenouderen. Ze stoort zich vaak aan de hardnekkige stereotyperingen van met name de oudere gastarbeiders in Nederland. ‘Het beeld van de wat ontwortelde, kwetsbare, eenzame migrant. Daar doe je mensen volgens mij echt tekort mee. Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer kracht in deze mensen zit. Daarom wil ik met mijn onderzoek juist de diepte in. Voorbij die stereotypen. Wat zijn de onderlinge verschillen, de overeenkomsten? Maakt het uit op wat voor leeftijd iemand naar Nederland is gekomen en hoe zijn of haar leven verder is verlopen?’

Welke initiatieven bestaan er in Nederland rond wonen en zorg voor ouderen met een migratieachtergrond? En sluit dit aanbod goed aan op de behoeften van deze doelgroep? Om een antwoord te vinden op deze vragen en meer, organiseerden KIS, het Netwerk van Organisaties voor Oudere Migranten (NOOM) en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen- Zorg (KCWZ) vorige zomer een kennisatelier (Zie hier het verslag ‘Kijk verder dan de rituelen en gebruiken van de bewoners’). Naar aanleiding van de bijeenkomst schreef Tineke Fokkema, samen met Yvonne Witter van Aedes-Actiz, er een Demos-artikel over.

Er is nog zo weinig wetenschappelijke kennis op dit veld beschikbaar, stelt de nieuwe hoogleraar. Ze zal zich met name richten op het welbevinden van de ouderen, minder op de zorgbehoefte. ‘Ook die vraag dringt zich natuurlijk op. En je ziet ook steeds meer Turkse of Marokkaanse zorgcentra of afdelingen ontstaan, dus de vraag creëert ook een eigen aanbod.’

'Voorbij de stereotypen, veel meer de diepte in. Wat zijn de verschillen? Waarom?’

Ook is Fokkema geïnteresseerd in de derde levensfase van de oudere migranten. ‘Hoe vullen zij active ageing in? We horen voortdurend dat iedereen moet participeren. In hoeverre willen en kunnen oudere migranten dat? Die hele participerende samenleving is erg gericht op ouderen zonder migratieachtergrond. Het gaat dan vaak over vrijwilligerswerk. Uitzonderingen daargelaten vermoed ik dat veel oudere migranten –zeker de eerste generatie, die vaak het Nederlands niet goed beheerst– ook niet echt passen in dat hele Nederlandse systeem van vrijwilligerswerk. Maar wat voor invulling geven ze dan? Daar weten we nog heel weinig van.’ 

Pendelen

Dat geldt ook voor het ‘pendelgedrag’ van de oudere gastarbeiders. Velen brengen een deel van het jaar in het land van herkomst door. Fokkema wil graag weten waarom. ‘Waar voelen ze zich thuis? Missen ze de achtergebleven familie en vrienden, of juist de cultuur? Er wordt vaak gezegd dat we het pendelen van deze ouderen moeten faciliteren, maar hoezo? Wat brengt het hen precies? Veel van deze ouderen zijn nu nog mobiel, hoe zien zij de volgende fase?’

‘Ik doe momenteel ook onderzoek naar Chinese ouderen in Nederland en België, samen met Belgische collega’s, dat is weer zo’n totaal andere groep met een heel andere beleving van de oudere dag.’ Ze richt zich in haar onderzoek niet alleen op de ‘traditionele oudere gastarbeiders uit Turkije en Marokko’, maar bijvoorbeeld ook op de eerste politieke vluchtelingen die inmiddels een hoge leeftijd bereiken en pensionado’s in Noordwest-Europa die op oudere leeftijd permanent naar het zuiden verhuizen. Vaak naar de Middellandse Zee, maar ook naar gebieden buiten Europa. ‘En dan zien we ook nog de fascinerende ontwikkeling waarbij ouders op latere leeftijd hun geëmigreerde kinderen volgen.’

Oratie

Fokkema houdt op 8 maart volgend jaar haar oratie aan de Erasmus Universiteit. ‘Met dit thema zijn we nooit klaar, daarom ben ik erg blij met deze leerstoel. De groep oudere migranten wordt alleen maar ouder en dat roept steeds meer vragen op. Het is belangrijk wanneer beleid niet alleen maar op aannames en stereotypen is gebaseerd.’