Diversiteit is wat ons verenigt
Het thema van de 72ste Boekenweek is ‘Ik ben alles’, over de pluriformiteit van onze identiteit. ‘Juist een boek stelt ons in staat om onszelf en anderen beter te leren kennen’, aldus de organisatoren van de Boekenweek. In het kader van de Boekenweek delen onderzoekers van KIS hun boekentips. Welke boeken hebben hen geraakt, geïnspireerd, de ogen geopend?
Door de organisatoren van de Boekenweek: ‘We herkennen én erkennen dat wat we al wisten en verkennen de rekbaarheid van onze identiteit. Door in de huid te kruipen van personages die we niet zijn of kennen en ons onder te dompelen in culturen, geloofsovertuigingen, seksualiteit of leefwijzen die de onze (nog) niet zijn. Verzonken in een boek is je identiteit even grenzeloos als je inlevingsvermogen. Je bent alles wat je denkt. Je bent alles wat je voelt. Je bent alles wat je nastreeft, wat je liefhebt, waar je van droomt. Je bent alles.’
Lees hieronder de boekentips van KIS-onderzoekers.
‘Wees Onzichtbaar’ - Murat Isik
Eliane Smits van Waesberghe, onderzoeker op het thema zelfbeschikking:
‘Een prachtig boek dat je meeneemt in de huiskamer van een Turks migrantengezin. Murat Isik blijft boeien met een inkijkje in het reilen en zeilen van het gezin waarin hij opgroeide. Hij schrijft over de ongelukkige worstelingen binnen het gezin en hoe de hoofdpersoon zich hierin staande moet houden. Wat betekent opgroeien in de Bijlmer Amsterdam in de jaren tachtig? Murat Isik weet dit met zijn onpretentieuze stijl heel goed neer te zetten. En hoewel zeshonderd pagina’s best een hoop is voor een roman, leest het als een trein.’
Daphne van Eden, onderzoeker op het thema culturele diversiteit, over hetzelfde boek, Wees onzichtbaar:
‘Van A tot Z las ik geboeid hoe een Turks gezin begin jaren ’80 haar weg probeert te vinden als nieuwkomers in de Bijlmer. Verteld vanuit het perspectief van zoon Metin, die onder meer te maken heeft met de grillen van zijn agressieve en dranklustige vader. De lezer leert niet alleen het gezin en hun omgeving kennen, maar ook het leven in de Bijlmer in de jaren ’80 en ’90, met daarbij de impactvolle Bijlmerramp in 1992. Krachtig geschreven, leerzaam, meeslepend en toegankelijk.’
‘Brit(ish)’ - Afua Hirsch
Mehmet Day, onderzoeker op het thema identiteit:
‘Een goed geschreven, af en toe ook komisch boek. Maar ik vind het zo bijzonder omdat Afua Hirsch dit boek schreef omdat ze zo’n boek graag had willen lezen toen ze jong was. Ze vertelt over de zoektocht naar haar Afrikaanse roots en wat die voor haar betekenen.
Ze is Brits, met Britse ouders, maar toch blijft ze steeds de vraag ‘waar kom je nou echt vandaan’ krijgen, waardoor ze het gevoel krijgt er niet helemaal bij te horen. Ze gaat voor een tijdje in onder andere Ghana wonen, om te ontdekken wat dat land voor haar betekent. Maar daar komt ze erachter dat ze er ook niet helemaal bij hoort en dat ze zich eigenlijk toch vrij Brits voelt. Je volgt daarin heel goed haar worsteling.
En ik vind het interessant hoe ze beschrijft dat wat ‘Brits-zijn’ is, in crisis verkeert. Want wat is ‘Brits’ tegenwoordig eigenlijk? Dat kan je denk ik ook op het Nederlands-zijn toepassen. Veel jongeren die ik spreek, weten eigenlijk ook niet goed wat het voor hen betekent om Nederlands te zijn en nemen het label dat hun ouders hebben over.
Ik kom vaak tegen bij jongeren dat ze niet hebben nagedacht over de labels die ze opgeplakt krijgen en niet weten hoe ze van hun verschillende deelidentiteiten een coherent geheel kunnen maken. En dat is zeker geen verwijt naar hen toe. Veel jongeren zijn op zichzelf aangewezen en moeten het met vallen en opstaan allemaal zelf uitzoeken, in een omgeving die niet helpend is. Terwijl ik zou zeggen: we leven in een land waar veel jongeren met deze identiteitszoektocht worstelen. We moeten daar als samenleving aandacht aan besteden.’
‘Mijn ontelbare identiteiten’ - Sinan Çankaya
Donya Yassine, onderzoeker op het thema jeugd en opvoeding:
‘De schrijver vertelt over zijn jeugd in Nederland als kind van migranten. Je wordt meegenomen in zijn loyaliteit, ontheemding en zoektocht naar een thuis. Çankaya weigert te kiezen voor één deel van zijn identiteit en laat heel duidelijk zien hoe je meerdere identiteiten kan bezitten en hoe deze in harmonie met elkaar samenleven. Het boek gaat over ‘wij’ en ‘zij’, over erbij horen of niet, over individualisme en het collectivisme en over straat en school. Voor mij heeft dit boek heel mooi omschreven wat de dagelijkse realiteit is voor vele mensen in Nederland die zich elke dag weer verzetten tegen een wereld die hen wil reduceren tot slechts één identiteit, terwijl het juist enorm prachtig en belangrijk is om elk deel van jezelf het recht te doen en om er te mogen zijn.’
‘Beloved’ - Toni Morrison
Roos de Wildt, onderzoeker op het thema jeugd en opvoeding:
‘Ik geloof dat ik nog nooit zo ontdaan ben geweest van een boek. Dat het me zo raakte, zegt ook wel iets over hoe krachtig het boek is. Ik raad het boek aan omdat het me deed beseffen dat ik zo weinig weet van de dehumanisering van tot slaaf gemaakten. Het verhaal is gebaseerd op de ervaringen van Margaret Garner. Het beschrijft de innerlijke wereld van een aan slavernij ontsnapte vrouw, die haar dochter om het leven brengt om haar een leven in slavernij te besparen.’
‘Far from the tree. Parents, children, and the search for identity’ - Andrew Solomon
Caroline Harnacke, onderzoeker op het thema discriminatie:
‘Lang voordat ik zelf kinderen kreeg, heb ik dit boek gelezen. Solomon vertelt hierin in twaalf hoofdstukken over gezinnen met kinderen, die bijvoorbeeld doof zijn, het syndroom van Down hebben, hoogbegaafd zijn, kinderen die door verkrachting zijn verwekt, en die crimineel worden. Het gaat om kinderen die anders zijn dan hun ouders, hun eigen ‘horizontale identiteit’. Solomon heeft voor dit boek talloze interviews gedaan in een periode van bijna twintig jaar. Hij gaat opzoek naar overeenstemmingen tussen al deze zo verschillende situaties en heeft tegelijkertijd ook oog voor detail. Ook zijn eigen perspectief als homoseksuele man en zijn depressiviteit komen in de analyse aan de orde. Zijn boek is een ode aan de vraag wat het eigenlijk betekent om mens te zijn. Steeds weer komt naar voren: diversiteit is wat ons allemaal verenigt. Of, in de woorden van Solomon: 'The exceptional is ubiquitious; to be entirely typical is the rare and lonely state’ (p.4). Je moet er even de tijd voor nemen, bijna duizend pagina’s, maar het is zeker de moeite waard.’
‘The Cultural Politics of Emotion’ - Sara Ahmed
Isabel Speelman, onderzoeker op het thema culturele diversiteit:
‘Dit boek biedt een filosofische en zelfs methodologische heroverweging van hoe wij omgaan met emoties. Ahmed benadert emoties niet als interne psychologische staten, maar als culturele praktijken. Dat betekent dat ze iets kunnen ‘produceren’. Ahmed kijkt op taalniveau naar hoe sommige emoties aan specifieke groepen worden ‘geplakt’.
Through emotions, the past persists on the surface of bodies. Emotions show us how histories stay alive, even when they are not consciously remembered; how histories of colonialism, slavery, and violence shape lives and worlds in the present. (p. 202)
Per hoofdstuk pakt ze een emotie en gebruikt ze een publieke casus om de betekenis en machtsverhoudingen rond die emotie te duiden. Denk bijvoorbeeld aan hoe publieke uitingen van schaamte kunnen bijdragen aan natievorming en zelfs overheden kunnen ontdoen van verantwoordelijkheid. En hoe liefde kan worden gebruikt om burgers te onderscheiden in mensen die de natie liefhebben en mensen die dat niet doen en daarmee een ‘vijand’ vormen.’
‘Waarom Vegan?’ - Peter Singer
Mellouki Cadat, onderzoeker op het thema discriminatie:
‘Wie belangstelling heeft in het verkennen van het raakvlak tussen racisme en dierenrechten, raad ik ten zeerste aan Why Vegan? Eating Ethically van Peter Singer te lezen. In deze korte publicatie (84 bladzijden) maakt Singer een krachtig argument tegen het menselijk falen om de gevolgen van het mishandelen van andere wezens onder ogen te zien. Dit bewustzijn is niet alleen voor het leven van dieren van belang, maar ook voor de bedreigde gezondheid van onze planeet, in dit post-corona tijdperk. Waarom Vegan? is een krachtig pleidooi voor het uitbreiden van onze morele zorg naar niet-menselijke dieren, door te stellen dat onze behandeling van dieren gebaseerd is op dezelfde ongerechtvaardigde discriminatie die ten grondslag ligt aan racisme en andere vormen van discriminatie.
Singer gebruikt het concept ‘speciësisme’ om de overtuiging te beschrijven dat mensen inherent superieur zijn aan andere diersoorten, en daarom gerechtvaardigd zijn hen uit te buiten of te gebruiken voor onze eigen doeleinden. Hij stelt dat dit analoog is aan de overtuigingen van slavenhouders en verdedigers van de slavernij, die geloofden dat mensen van Afrikaanse herkomst inherent inferieur waren en daarom gerechtvaardigd waren hen als eigendom te behandelen en tot slaaf te maken.
De analogie tussen speciësisme en racisme is krachtig. Het argument van Singer snijdt hout. Het verdiept ons inzicht in het functioneren van discriminatie in onze samenleving. Door de morele waarde van niet-menselijke dieren te erkennen, geef je een moreel vergezicht aan de manier waarop je denkt over de menselijke behandeling van dieren en onze morele verplichtingen jegens hen.’
Een indisch trio: ‘INDO’ - Marion Bloem, ‘Revolusi’ - David van Reybrouck, ‘In haar voetsporen’ - Lara Nuberg en Lala Bohang
Saskia Daru, onderzoeker op het thema sociale veiligheid:
‘Er zijn drie boeken die ik heb gelezen en die voor mij persoonlijk belangrijk zijn, omdat ze kleur geven aan een deel van mijn achtergrond en identiteit. Mijn vader is in Indonesië geboren, uit een Javaanse vader en een Nederlandse moeder. Hij heeft nooit veel stil willen staan bij zijn geschiedenis, waardoor ik alleen maar nieuwsgieriger ben.
Marion Bloem verkent in ‘INDO’ op ontzettend boeiende wijze wat de geschiedenis van zogeheten indo’s in Nederland is. Ze geeft ook aan dat ze eigenlijk van die term af wil en dat er zo veel verschil is tussen de ervaring en de visies van mensen die nu met die term worden aangeduid. Eigenlijk doet David van Reybrouck dat ook door aan te geven hoe klasse en etniciteit door elkaar liepen in voormalig Nederlands-Indië. Hij gebruikt de metafoor van de verschillende dekken in de schepen die mensen vervoerden van en naar de eilanden. Het project van Lara Nuberg en Lala Bohang is heel bijzonder omdat deze leeftijdgenoten hun professionele achtergrond gebruiken, maar ook hun persoonlijke ervaring. Lara is ‘een gewoon Indisch meisje’ (haar website is www.eengewoonindischmeisje.nl waarmee ze natuurlijk speelt met Marion Bloems bestseller) en Lala is een gewoon Indonesisch meisje.
Uit alle drie deze boeken haalde ik kennis over het koloniaal verleden en hoe dit doorwerkt voor verschillende bevolkingsgroepen in het huidige Nederland. Ik haalde er ook de verschillende inspirerende methoden uit, die de schrijvers gebruiken om de geschiedenis en het heden te verbinden. ‘INDO’ is een egodocument, maar doordrenkt met kennis en research. ‘Revolusi’ is grotendeels oral history, gebaseerd op gesprekken met vaak heel oude mensen met ervaringskennis. En ‘In haar voetsporen’ is echte cocreatie van een kind van de kolonisator en een gedekoloniseerde.’