Hoe jongeren met een migratieachtergrond vorm geven aan hun meervoudige identiteit

Je bent in Nederland geboren en getogen, maar tenminste één van je (groot)ouders is dat niet. Dat geldt voor ruim 2 miljoen jongeren in Nederland. Hoe geven zij vorm aan hun meervoudige identiteit? In het rapport Geboren en Getogen 2.0 presenteren KIS-onderzoekers Mehmet Day en Mariam Badou nieuwe inzichten over de identiteitsvorming van jongeren met een migratieachtergrond. 

Geschreven door: Judith Sudhölter
Artikel
Jeugd en opvoeding

‘Wie ben ik?’ Dat is een vraag waar elke adolescent mee worstelt. Jongeren met een migratieachtergrond lopen daarbij tegen specifieke uitdagingen aan. In het rapport ‘Geboren en Getogen 2.0’, dat deze week verschijnt, brengen KIS-onderzoekers Mehmet Day en Mariam Badou de dynamiek van een meervoudige identiteit in kaart.

Je bent in Nederland geboren en getogen, maar tenminste één van je (groot)ouders is dat niet. Dat geldt voor ruim 2 miljoen jongeren in Nederland. Hoe geven zij vorm aan hun meervoudige identiteit? In het rapport Geboren en Getogen 2.0 presenteren KIS-onderzoekers Mehmet Day en Mariam Badou nieuwe inzichten over de identiteitsvorming van jongeren met een migratieachtergrond.

Geboren en getogen

Het rapport is een vervolg op de kwalitatieve studie die zij in 2019 publiceerden. ‘Het eerste onderzoek bestond uit diepte-interviews en focusgroep-gesprekken. De resultaten daarvan vormen de inspiratie en de input voor de vragenlijst die we nu aan een grotere groep hebben voorgelegd,’ vertelt Badou.

Meervoudige identiteit is fluïde

‘Het viel ons bijvoorbeeld op dat meerdere jongeren in die gesprekken zeiden: “In Nederland voel ik me meer verbonden met mijn land van herkomst, maar als ik daar ben is het juist andersom.” Nu kunnen we concluderen dat dit voor veel jongeren met een migratieachtergrond geldt.’ Dat is gelijk één van de belangrijkste inzichten, volgens de onderzoekster: ‘In verschillende situaties komen verschillende deelidentiteiten naar voren. We laten nu voor het eerst in cijfers zien hoe hybride en fluïde de identiteit van deze jongeren is: het verschilt per sociale context met welke deelidentiteiten zij zich identificeren.’

Naarmate de jongeren ouder worden, zijn ze zich bewuster van hun identiteit

Pluriforme groep

De onderzoekers legden een uitgebreide vragenlijst voor aan 794 jongeren van 16 t/m 25 jaar oud. ‘Statistisch gezien een mooie steekproef,’ zegt Day: ‘Maar ik wil daarbij de kanttekening maken dat deze groep natuurlijk ontzettend pluriform is: het is niet per definitie één groep.’

Uit het onderzoek blijkt dat de meeste jongeren met een migratieachtergrond goed omgaan met verschillende deelidentiteiten. Badou: ‘Toch geeft ruim 30% - een aanzienlijk deel - aan serieuze problemen te ervaren in de zoektocht naar een stabiele identiteit.’

Identiteitsvorming is opgroeitaak

‘Het ontwikkelen van een coherente identiteit is voor alle jongeren een belangrijk opgroeitaak,’ benadrukt Day: ‘Een stabiele identiteit hangt nauw samen met psychisch welbevinden en het wel of niet ontstaan van verschillende gedragsproblemen en psychische stoornissen.’

Jongeren met een migratieachtergrond lopen daarbij tegen specifieke uitdagingen aan, weet Badou: ‘Ze zeggen bijvoorbeeld: “Ik voel me geen buitenlander, maar anderen zien mij zo.”

Discriminatie

Ongeveer 60% van de jongeren geeft aan met discriminatie te maken te hebben, ruim 15% zelfs vaak tot zeer vaak. Een beeld dat ook naar voren kwam uit een gesprek met jongerenwerkers van stichting JoU, naar aanleiding van het eerste onderzoek. Volgens de jongerenwerkers is discriminatie aan de orde van de dag. Het huidige onderzoek geeft een iets genuanceerder beeld: ruim 40% zegt niet of nauwelijks discriminatie te ervaren. Badou: ‘Maar ik zou niet zeggen het dus wel meevalt.’

Day: ‘Discriminatie is natuurlijk lastig te meten. Het is lang niet in alle situaties goed te beoordelen of discriminatie een rol speelt. Daarnaast willen jongeren het soms zelf niet als zodanig herkennen of erkennen.’

We weten uit andere onderzoeken dat discriminatie een negatieve uitwerking heeft op identiteitsvorming en psychisch welbevinden

Ruimte voor religie

De onderzoekers vroegen de gelovige jongeren (ongeveer twee derde van de ondervraagden) of ze genoeg ruimte ervaren om hun religie te beoefenen. Ongeveer de helft van hen ervaart hiervoor onvoldoende ruimte in Nederland.

Botsende identiteiten

Zijn deze of de gediscrimineerde jongeren dezelfde jongeren die problemen ervaren met hun meervoudige identiteit? Day: ‘Jongeren die minder ruimte ervaren om gelovig te zijn of die zich gediscrimineerd voelen, hebben inderdaad vaker moeite met hun meervoudige identiteit.

Niet zo gek, vindt Day: ‘Als de media zich negatief uiten over Turken en Marokkanen, of als een jongere vanuit de politiek de indruk krijgt dat zijn of haar religie niet gewenst is, dan zal zo’n jongere zich in een hoek gedrukt voelen. Het gevolg is dat ze zich juist sterker vastklampen aan de verdrukte deelidentiteit. Dit maakt het weer ingewikkelder om deze met andere deelidentiteiten - bijvoorbeeld de Nederlandse - te combineren.’ 

Als je merkt dat je religieuze en nationale identiteit met elkaar botsen dan kan dat tot reactieve vormen van identiteitsbeleving leiden

Nederlandse taal het best

De onderzoekers vroegen de jongeren ook naar taalbeheersing, geografische verbondenheid, binding met school, vriendschappen, familie en opvoeding, gebruik van social media en toekomstperspectief. Wat opvalt is dat de dat de meeste jongeren aangeven beter Engels te spreken dan de taal van hun land van herkomst. Day: ‘Alleen voor Turkse Nederlanders geldt dat ze beter Turks spreken dan Engels. Sowieso geven alle jongeren aan dat ze van alle talen Nederlands het beste beheersen.’

Badou: ‘Ook interessant is dat de mate waarin jongeren zich thuis voelen in het onderwijs direct gerelateerd is aan hun onderwijsprestaties. Dit geldt zowel voor het basis-, middelbaar- en hoger onderwijs.’

Identiteitsbeleving heeft effect op onderwijsprestaties: wie zich minder op zijn plek voelt presteert minder

Vriendschap

Wat ook opvalt is dat de jongeren vaker vriendschap sluiten met leeftijdsgenoten met een vergelijkbare migratieachtergrond, naarmate ze ouder worden. ‘Dit komt waarschijnlijk doordat je identiteitsbewustzijn stijgt met de leeftijd,’ vertelt Badou: ‘Dat zagen we ook al in de interviews. Op hun zestiende zijn de jongeren zich wel bewust van hun migratieachtergrond, maar brengen ze dit minder goed onder woorden: “Daar heb ik nog nooit over nagedacht, dat is gewoon zo,” zeggen ze dan. Oudere jongeren kunnen er beter over praten. Ze benoemen welke elementen wanneer een rol spelen en hebben vaker een geïntegreerde visie op hun eigen identiteit. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Ik ben het allebei.” Of: “In bepaalde situaties komt die dubbele identiteit me eigenlijk wel goed van pas.”’

Vrienden met migratieachtergrond: geen bewuste keuze

De jongeren selecteren hun vrienden overigens niet bewust op etnische of religieuze afkomst. Badou: ‘Dat bleek ook uit de kwalitatieve studie. We vroegen eerst: “Wat vind je belangrijk in een vriendschap?” Niemand benoemde expliciet de etnische of religieuze identiteit. Maar als we informeerden hoe hun vriendengroep eruit zag, vielen ze even stil en zeiden vervolgens: “Ja, nu je het zegt: bijna al mijn vrienden hebben ook een migratieachtergrond.”’

Day: ‘In het huidige onderzoek noemen respondenten vooral waarden als “goed kunnen luisteren” of “dezelfde humor hebben”, als je vraagt wat ze belangrijk vinden in vriendschap. Ze zoeken niet bewust naar vrienden met een vergelijkbare etnische of religieuze achtergrond. Maar ik kan me goed voorstellen dat het onbewust wel doorwerkt: je kunt makkelijker je verhaal kwijt en hoeft allerlei zaken - waarom je geen alcohol drinkt bijvoorbeeld - niet uit te leggen. Bij Nederlandse vrienden is zoiets minder vanzelfsprekend.’

Begeleiding bij identiteitsvorming

Op basis van de resultaten willen de onderzoekers handreikingen doen aan opvoeders en opvoedprofessionals. ‘Dat is voor nu de eerste prioriteit’, stelt Day. ‘We zien dat de jongeren die het meest met de eigen identiteit worstelen ook de jongeren zijn die de minste ondersteuning krijgen,’ merkt Badou op: ‘Het zou goed zijn om hen meer gestructureerde begeleiding te bieden.’ Day beaamt dat: ‘Ook  jongerenwerkers en onderwijsprofessionals hebben behoefte aan meer structuur. Zij geven aan dat begeleiding bij identiteitsvorming nu nog weinig systematisch verloopt.’

Identiteitsvorming

‘Alle verschillende factoren en niveaus van identiteitsbeleving die we nu in kaart hebben gebracht, bieden aanknopingspunten voor ondersteuning,’ denkt Badou: ‘Opvoeding, onderwijs, persoonlijke ruimte: het zijn allemaal contexten waarin de identiteitsontwikkeling plaatsvindt. Je kunt dus verschillende interventies ontwikkelen die aansluiten op specifieke situaties. Denk bijvoorbeeld aan het implementeren van burgerschapsonderwijs voor alle leerlingen, waarbij aandacht is voor identiteitsbeleving en ondersteuning bij identiteitsvorming.’

De vertaalslag naar de praktijk heeft nu prioriteit: hoe kun je op basis van dit onderzoek handreikingen doen aan opvoeders en opvoedprofessionals?

Tussenstap

‘Om tot succesvolle interventies te komen is nog wel een tussenstap nodig,’ meent Badou: ‘We moeten weten waar deze jongeren zelf behoefte aan hebben: wanneer ervaren ze die worsteling precies? Misschien vooral in een bepaalde context, zoals in interactie met de media? Of is het misschien zo dat ze zelf niet zoveel binding met hun culturele of religieuze identiteit ervaren, maar dat dit voor hun familie erg belangrijk is?’

Als het aan de onderzoekers ligt, komt er dus zeker nog een vervolg op dit rapport, want dit soort vragen zijn niet onbelangrijk. Day: ‘Uiteindelijk gaat het om de mentale gezondheid van deze jongeren.’

Meer informatie?Neem contact op met:

Mehmet Day

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding

Mariam Badou

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 06 - 347 38 652
Afbeelding
mariam-badou