‘We leggen onze gezinnen geen vragenlijsten meer voor’

Naar een diversiteitsensitieve jeugdzorg

Hoe maak je de jeugdzorg meer diversiteitsensitief? Wat is er zo belangrijk aan en hoe zorg je dat deze manier van werken een steviger fundament krijgt in organisaties? Saskia Sliedrecht, gedragswetenschapper bij entrea lindenhout  en projectleider Hans Bellaart van KIS gaan op deze vragen in.   

Artikel
Jeugd en opvoeding

Pilots

KIS voert twee pilots uit rond diversiteitsensitief werken in de jeugdzorg. Een ervan is met YOIN, dat een onderdeel is van entrea lindenhout, een jeugdzorgorganisatie in Gelderland. YOIN verleent onder meer intensive ambulante begeleiding aan gezinnen met een vluchtverhaal (IAG-V). Zie ook deze video over hoe diversiteitsensitieve jeugdzorg werkt. De diversiteitsensitieve manier van werken bij YOIN zal ook bij andere geledingen van entrea lindenhout gestalte krijgen. KIS ondersteunt daarbij en brengt in kaart hoe je deze manier van werken kunt versterken in je organisatie. 

Saskia Sliedrecht maakt met een anekdote duidelijk waarin voor haar het belang van diversiteitsensitief werken in de jeugdzorg schuilt. ‘Bij trainingen aan collega’s stel ik vaak de vraag: “als jij een probleem hebt, aan wie leg je het dan voor?” Het antwoord blijkt dan vrijwel altijd te zijn: aan iemand die op me lijkt, met dezelfde waarden en normen als ik. En dan zeg ik daarna: in de jeugdzorg komen mensen hulp vragen die heel kwetsbaar zijn, die reden hebben om instanties te wantrouwen. En dan verlangen wij van hen dat ze het kwetsbaarste in hun bestaan, de opvoeding van hun kinderen, met professionals uit de jeugdzorg delen. Met mensen die niet op hen lijken, met andere waarden en normen. Hoe onveilig is dat? Kortom, we hebben als jeugdzorg in het algemeen echt nog iets te veranderen in onze manier van werken.’ 

Wat is diversiteitsensitieve jeugdzorg?

Met diversiteitsensitieve jeugdzorg bedoelen we dat medewerkers competenties bezitten om verschillen in referentiekader te overbruggen. Zij beschikken over methodieken en tools die diversiteitsaspecten bevatten. Organisatorische randvoorwaarden zijn aanwezig die het mogelijk maken om passende zorg te bieden aan cliënten met een grote verscheidenheid aan achtergronden. Denk bij randvoorwaarden bijvoorbeeld aan een divers personeelsbestand, voldoende flexibiliteit, taalvoorzieningen en samenwerking met sleutelpersonen. 
 

Voorloper

Sliedrecht werkt als gedragswetenschapper en gz-psycholoog bij entrea lindenhout, een grote jeugdzorgorganisatie in Gelderland. Bij entrea lindenhout is ze actief bij YOIN waar ze onder meer intensieve ambulante gezinsbehandeling geeft aan mensen met een vluchtverhaal (IAGV).  YOIN begon ruim zeven jaar geleden en is inmiddels uitgegroeid tot een voorloper in de jeugdzorg wat betreft diversiteitsensitief werken. Het personeelsbestand is enorm gevarieerd, met veel hulpverleners met een uiteenlopende etnische achtergrond. Zie ook deze video over hoe diversiteitsensitieve jeugdzorg werkt

Met de module IAG-V en haar manier van werken inspireert YOIN andere geledingen van de organisatie. Sliedrecht wordt daarnaast vanaf 1 september projectleider diversiteit bij entrea lindenhout. 

Probleembesef

Wat je wil is een olievlekwerking. Dat er meer samenwerking komt tussen deze cultuurspecifieke organisaties en grote jeugdzorgorganisaties, anders blijven het eilandjes. En het liefst nog: dat grotere organisaties in zijn geheel diversiteitssensitief gaan werken

‘De jeugdzorg meer diversiteitsensitief maken. Dat is een thema dat eigenlijk al lang op de agenda staat’, zegt Hans Bellaart, projectleider bij KIS. ‘Tegelijkertijd lijkt het probleembesef, het besef van urgentie nog lang niet overal te zijn doorgedrongen, ook niet bij leidinggevenden’, vervolgt hij. En als er diversiteitssensitief wordt gewerkt in de jeugdzorg gebeurt dat vaak door kleine, zelfstandig opererende organisaties die in deze manier van werken zijn gespecialiseerd, stelt Bellaart. ‘Wat je wil is een olievlekwerking. Dat er meer samenwerking komt tussen deze cultuurspecifieke organisaties en grote jeugdzorgorganisaties, anders blijven het eilandjes. En het liefst nog: dat grotere organisaties in zijn geheel diversiteitssensitief gaan werken.’

Niettemin zijn er hoopvolle ontwikkelingen, zegt Bellaart. ‘Het is nu het momentum, zou je kunnen zeggen. De Tweede Kamer heeft stevige eisen gesteld aan de jeugdzorg. De kwaliteit moet echt omhoog en dat hangt ook samen met diversiteitssensitief werken. En het ministerie van VWS heeft als speerpunt in de nota cultuursensitieve zorg dat er meer kennisuitwisseling moet komen tussen cultuurspecifieke en generieke organisaties.’ 

Het gaat om de relatie

Diversiteitsensitief werken betekent dat je de werkwijze aanpast aan de doelgroep

Terug naar YOIN en de module IAG-V. Opvallend is dat YOIN weinig problemen kent om in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt haar personeelsbestand op peil te houden. Bovendien is het team van YOIN heel divers team samengesteld. ‘Wij werven heel gericht en op creatieve wijze. Bovendien werken mensen graag bij ons’, zegt Sliedrecht onomwonden. Ze vertelt over het mandaat dat de professionals bij YOIN krijgen. ‘We geven ruimte en nemen de ruimte. Daardoor ontstaat er veel werkplezier.’ Diversiteitsensitief werken betekent dat je de werkwijze aanpast aan de doelgroep. ‘Zo hebben vanaf dag één gezegd, we gaan geen vragenlijsten meer opsturen naar gezinnen.’ Vragenlijsten werken bij gezinnen met een vluchtverhaal niet zo goed. Ze zijn afstandelijk, stelt ze. Beter is een goed gesprek waarbij de hulpverlener aansluit bij de ervaringswereld van de cliënt. ‘We hebben in de jeugdzorg het systeem leidend gemaakt. En dat is een groot probleem.’ Want wil je als jeugdzorg aansluiting vinden én effectief zijn voor cliënten met een migratieachtergrond, dan zul je volgens Sliedrecht anders te werk moeten gaan. ‘We moeten uit die etnocentrische reflex zien te geraken.’

Het gaat om de betrekking, de relatie

Ze geeft een voorbeeld hoe dat zou kunnen. ‘Laatst hadden we een gesprek over mee-eten in gezinnen met een migratieachtergrond. Dat het kan zijn dat jou als hulpverlener eten wordt aangeboden. De neiging is dan vaak om dat niet te doen (want het hoort niet, of je gaan zo eten, of hebt bijvoorbeeld al gegeten). Zeg gewoon ja, ook al eet je maar één hapje mee.’ Wat ze maar wil zeggen: het gaat niet om de inhoud of om de typisch Nederlandse economische afweging (“wat moeten ze dan met al dat eten doen dat overblijft?”). Sliedrecht: ‘Het gaat om de betrekking, de relatie. Wat mensen uitdrukken is: ik ben jouw gastheer of jouw gastvrouw en ik heet jou welkom.’

Ze vertelt dat ze onlangs een discussie had met bestuurders van verschillende organisaties. Dat was nadat enkele kinderen volgens YOIN ten onrechte uit huis waren geplaatst. ‘De bestuurders die ik sprak zeiden toen: “We moeten professionals hebben die buiten de systemen kunnen denken.” Toen heb ik gezegd: nee, je moet andere systemen hebben. Je kunt niet de hulpverleners de schuld geven, van hen verwachten af te wijken van een systeem met het gevolg dat die hulpverlener zichzelf daar vervolgens voor moeten verdedigen. 

Johan Cruyff

Het klopt dat je het belang en de grote meerwaarde van diversiteitsensitief werken moet ervaren

Toch nog de vraag: hoe vergroot je nu de urgentie van diversiteitsensitief werken in de jeugdzorg? Sliedrecht: ‘Eigenlijk gaat het motto van Johan Cruyff hierbij op: “je gaat het pas zien als je het doorhebt”.’ Bij YOIN, zo merkt ze aan de energie en het elan bij teamleden, zouden ze niet meer anders willen en kunnen werken dan ze nu doen. ‘En dat enthousiasme gaan we nu verder uitdragen bij entrea lindenhout.’
Bellaart: ‘Het klopt dat je het belang en de grote meerwaarde van diversiteitsensitief werken moet ervaren. Je moet het voelen, geraakt worden door de concrete voorbeelden. Het is heel belangrijk om te snappen dat we een probleem hebben en dat het urgent is.’ 
Hij noemt als punt van urgente zorg dat veel jongeren met een migratieachtergrond in de gesloten jeugdzorg terecht komen en ondervertegenwoordigd zijn in de lichte vormen van hulpverlening. Sliedrecht vult aan: ‘Mijn zorg is dat de jeugdzorg gezinnen met een migratieachtergrond weet te bereiken als kinderen klein zijn, tot zes jaar oud ongeveer. Maar in de periode erna zijn ze uit beeld, tot we ze als pubers weer terugzien in de gesloten jeugdzorg.’ Er is volgens beiden nog veel werk aan de winkel voor jeugdzorg om de gezinnen met kinderen in de tussenliggende jaren beter te bereiken.

Het gaat stapje voor stapje beter en we moeten ons enthousiasme niet kwijtraken

Het urgentiebesef dat diversiteitsensitief werken een must is, moet nog stevig groeien. Toch zijn ze allebei optimistisch. Bellaart: ‘We moeten de lichtpuntjes koesteren. Er is zeker momentum nu, ik zei het eerder. Het gaat stapje voor stapje beter en we moeten ons enthousiasme niet kwijtraken.’

Diversiteitsensitieve jeugdzorg: wat doet KIS nog meer rond dit thema?

  • Vergroten urgentiebesef bij de jeugdzorg voor duurzame ontwikkeling van diversiteitsensitieve jeugdzorg. Onder andere op een meeting met managers via Platform Jeugdhulp. 
  • Inzicht in tools en trainingsaanbod. Zie deze toolboxen diversiteitsensitief werken in de jeugdzorg
  • Versterken trainingsaanbod.
  • Ontwikkelen van een managementtool voor begeleiden van het verbeterproces in organisaties.
  • Organiseren en coördineren van Leernetwerk met 5 jeugdzorgorganisaties.
  • Coördineren van twee pilots met organisaties. Daarin staat de vraag centraal: hoe benut je interne en externe kennis?

Zie ook deze video 'Diversiteitsensitieve jeugdhulp werkt!'

Meer informatie?

Neem contact op met Hans Bellaart: hbellaart@verwey-jonker.nl