Wijkbewoners betrekken bij het verminderen van discriminatie naar herkomst

Hoe kunnen gemeenten discriminatie verminderen? En hoe betrek je mensen die daar eigenlijk niet op zitten te wachten? Op 15 juni 2021 vond de eerste kennisuitwisselsessie plaats waarin gemeenten hierover met elkaar in gesprek gingen. Twintig gemeenten, verspreid over het hele land, hebben van het ministerie van SZW een decentralisatie-uitkering ontvangen om hiermee aan de slag te gaan. Zij ontvangen daarbij advies van KIS-adviseurs over wat werkt in het voorkomen en aanpakken van discriminatie en vooroordelen. De hoofdvraag bij deze uitwisseling was: Wat werkt bij het betrekken en motiveren van mensen bij het verminderen van discriminatie, die daar niet intrinsiek voor gemotiveerd zijn?

Artikel
Discriminatie

Aan de hand van goede voorbeelden, wetenschappelijke kennis en uitwisseling gingen de deelnemers met dit onderwerp aan de slag. Hieruit kwamen knelpunten voort, maar ook oplossingen en nieuwe vragen. Daarnaast was er de mogelijkheid om kennis uit te wisselen, ideeën op te doen en elkaar te inspireren.

Goede voorbeelden

Tijdens de bijeenkomst zijn twee voorbeelden toegelicht:

Prikbord Lunetten

Dit initiatief, opgezet en beheerd door vrijwilligers in de Utrechtse wijk Lunetten, brengt mensen met elkaar in verbinding. Heeft iemand een boor nodig om een klusje te klaren, dan kan de vraag worden gesteld op het prikbord op Facebook. En degene die diens boor best een keer wil uitlenen reageert dan. Zo vinden vraag en aanbod elkaar, maar komen ook de mensen achter de vraag en het aanbod met elkaar in contact. Dat levert mooie en soms ook duurzame verbindingen op.

Bekend maakt Bemind

Bij deze activiteit, uitgevoerd door Vluchtelingenwerk Nederland, gaan werknemers, leerlingen, mensen in de zorg en bij de politie in gesprek met een vluchteling. Door iemand met een vluchtelingenachtergrond te spreken, krijgen mensen meer inzicht in redenen waarom mensen vluchten en voor welke dilemma’s mensen komen te staan. Ook horen mensen hoe het is om een nieuw bestaan op te bouwen. Door dit persoonlijke gesprek en de vragen die men kan stellen, ervaren mensen dat het mogelijk is om in gesprek te gaan over een lastig onderwerp en dat dat gesprek ook genuanceerd en met respect voor elkaars mening te voeren is.

Theorie

Er zijn een aantal strategieën en randvoorwaarden die bijdragen aan verminderen van discriminatie naar herkomst bij mensen die daar niet perse voor gemotiveerd zijn. KIS-expert Hanneke Felten vertelde hierover en schreef het artikel: Contact stimuleren bij en tussen mensen die daar niet voor open staan. Strategieën die kunnen worden ingezet voor dit doel zijn:

  • Samenwerken aan een gezamenlijk doel, omdat dat maakt dat je gelijkenis ziet. Je wil immers hetzelfde bereiken of je vindt hetzelfde belangrijk.
  • Activiteiten waar mensen al naartoe komen omdat het zo leuk is om te doen en waar toevallig ontmoeting plaatsvindt tussen verschillende mensen kunnen bijdragen aan het eerste contact tussen mensen en mogelijk (op den duur) zelfs verschillen overbruggen.
  • Als je op school of op het werk met mensen met een andere afkomst of religie in contact komt, kun je daar vaak niet onderuit. Je werkt dan samen met mensen die je misschien zelf niet zou hebben uitgekozen om mee te werken. Op deze manier ontstaat ontmoeting en dialoog, wat weer kan bijdragen aan verminderen van vooroordelen en discriminatie.

Meer lezen over de strategieën en randvoorwaarden?

Lees het artikel van Hanneke Felten

Uitdagingen en ideeën

In aparte sessies bespraken de aanwezigen hun vragen, uitdagingen en ideeën. Een greep uit deze ideeën en tips:

  • Hoe ga je om met achterliggende doelen van interventies? Volledige transparantie hierover kan het doel van de interventie tegenwerken. Uit onderzoek blijkt dat wanneer mensen zich bewust zijn van achterliggende doelen als ‘het verminderen van vooroordelen’ het vaak averechts werkt. Mensen zouden zich dan nog explicieter vasthouden aan hun vooroordelen. Dus hoe ga je hiermee om? Wat vertel je wel en wat niet? Op deze vraag werden verschillende antwoorden gegeven in de sessie. Zo kwam onder meer naar voren dat je in de beleidsstukken van de gemeente natuurlijk helemaal transparant moet zijn over de doelen maar dat je in een Facebookoproep voor bewoners niet alle doelen uitgebreid hoeft te beschrijven; daar plaats je vooral een enthousiasmerende oproep.
  • Het is belangrijk om te verkennen waar inwoners behoefte aan hebben. Dan wordt duidelijk welk doel of welke doelen interventies moeten hebben, aan de hand waarvan interventies of strategieën kunnen worden gekozen of ontwikkeld.

Antidiscriminatie kan heel goed georganiseerd worden via kinderen

  • Antidiscriminatie kan heel goed georganiseerd worden via kinderen. Dus als kinderen van verschillende achtergronden met elkaar spelen, faciliteer dan de mogelijkheid voor ouders om met elkaar kennis te maken. Of bijvoorbeeld wanneer kinderen een studiedag hebben en er dan een activiteit wordt geregeld voor de kinderen én de ouders. Op die manier kan verbinding tussen wijkgenoten ontstaan.
  • Samenwerken met verschillende organisaties: als antidiscriminatiebureau kan het lastig zijn om een doelgroep te bereiken die niets heeft met het thema ‘discriminatie’. Het woord ‘discriminatie’ zit immers al in de naam van de organisatie en mensen die niet gemotiveerd zijn op dit thema kan dit afschrikken. Maar door samen te werken met bijvoorbeeld buurtverenigingen of sportverenigingen kan er een doelgroep worden aangesproken die je als antidiscriminatiebureau zelf niet snel bereikt.
  • Als je te maken hebt met onbegrip werkt het goed om mensen te verbinden en hen in gesprek te laten gaan. Het is nu eenmaal zo dat als discriminatie je niet raakt en je je niet bewust bent dat het speelt, je je er niet mee bezighoudt. Voorlichting en gesprek kunnen leiden tot meer begrip. Evenals kennisbijeenkomsten.