Verkenning: achterstandspositie van vluchtelingenkinderen in Nederland
Vluchtelingenkinderen zijn niet vanzelfsprekend in beeld bij de jeugdgezondheidszorg (JGZ), in tegenstelling tot (de meeste) in Nederland geboren kinderen. En dat terwijl juist vluchtelingenkinderen vaak extra kwetsbaar zijn. KIS deed onderzoek en schreef een verkenning over hoe de positie van deze kinderen kan worden verbeterd.
De kwetsbaarheid van vluchtelingenkinderen heeft vaak te maken met traumatische ervaringen in het verleden, zowel van bij het kind zelf als bij de ouders. Alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) zijn in de regel nog kwetsbaarder dan vluchtelingenkinderen met een of meerdere familieleden in Nederland. Juist voor vluchtelingenkinderen is een goede driehoeksrelatie tussen zorg, school, ouders of voogden essentieel. Die relatie is van belang voor zowel preventie van (zwaardere) problematiek als voor ondersteuning bij psychosociale problemen die er al zijn, zoals posttraumatische stress.
Maar in hoeverre is er sprake van zo’n driehoeksrelatie tussen school, ouders of voogden, en zorg? En welke knelpunten en kansen zijn voor het verbeteren van de positie van vluchtelingenkinderen in Nederland? KIS maakte een start met het beantwoorden van deze vragen. Het resultaat is deze verkenning, waarin literatuuronderzoek, een expertmeeting en interviews met mentoren, zorgcoördinatoren en directeuren van vier (v)mbo-scholen zijn gecombineerd.
Publicatie details
- Auteur
- Shahrzad Nourozi, Michelle Emmen, Marijke Booijink, Jamal Chrifi
- Uitgever
- Kennisplatform Inclusief Samenleven
- Jaar van uitgave
- 2018
Meer informatie?Neem contact op met:
