Rise Up! jr.

Rise Up! jr. is een training over de gevolgen en doorwerking van het slavernijverleden voor de huidige samenleving. Aan het eind van de training weten leerlingen waar racisme vandaan komt en hoe de doorwerking eruit kan zien. Samen met de leerlingen denken we na over hoe we racisme effectief kunnen bestrijden. Leerkrachten leren tijdens de training op een gelijkwaardige manier met leerlingen het gesprek aan te gaan over racisme. 

Tijdens de training komen verschillende activiteiten aan bod. Allereerst staan we stil bij de onderlinge diversiteit in de klas en kijken we hoe het verleden ieders leven heeft beïnvloed. We kijken gezamenlijk naar de korte animatie Rise Up! waarin leerlingen zien hoe racisme eruit kan zien, specifiek in de Nederlandse samenleving. Aan de hand van groepsopdrachten en een klassikaal gesprek denken we na over simpele maar effectieve manieren waarop we racisme kunnen bestrijden.

Deze tekst is opgesteld door de interventie-eigenaar en aan de hand van de verandertheorie door KIS getoetst. Neem voor meer informatie contact op met de contactpersoon.

Doelgroepen van de interventie

  • Leerlingen en leerkrachten van groep 7 en 8, basisonderwijs.
  • Leerlingen en leerkrachten van de eerste en tweede klas van het voortgezet (speciaal) onderwijs.

Doel van de interventie

Het probleem is dat in het onderwijs te weinig aandacht wordt besteed aan onderwerpen zoals discriminatie en racisme. Het huidige aanbod biedt weinig handvatten. Rise Up jr. maakt dit anti-zwart racisme bespreekbaar in de klas. 

De interventie is erop gericht leerlingen bewust te maken van de doorwerking van het slavernijverleden in de Nederlandse context. En om hen handelingsperspectief te bieden in geval van (institutioneel) racisme opdat het in de toekomst effectiever kan worden aangepakt. Daarnaast reikt het leerkrachten tools om anti-zwart racisme te bespreken in de klas.

Ter toelichting: vanaf 1 augustus 2021 zijn er nieuwe wettelijke eisen voor bevordering van burgerschap in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Vanaf dat moment is de Wet Verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs van kracht. Rise Up! jr. is een aanvulling op het huidig onderwijsaanbod en geeft invulling aan het thema burgerschap, specifiek: wereldburgerschap, sociale veiligheid en conflicthantering, democratische rechtsstaat en identiteit en diversiteit. 

Subdoelen

  1. Leerlingen en leerkrachten weten waar anti-zwart racisme vandaan komt en hoe dit zich kan uiten (institutioneel racisme).
  2. Leerlingen leren dat ‘ras’ een sociaal construct is en racisme ongelijkheid in stand houdt. 
  3. Leerlingen zijn zich bewust van hoe het eigen verleden doorwerkt in het heden. 
  4. Leerlingen leren reële mogelijkheden wat te doen in geval van racisme of discriminatie aan de hand van actualiteiten. 
  5. Leerkrachten voelen zich bekwaam om over anti-zwart racisme te praten in de klas. 

Werkzame mechanismen

  1. Inleving en empathie: Met behulp van de korte animatie Rise Up! wordt de geschiedenis van Afrikanen tijdens de Transatlantische slavenhandel/slavernij verteld vanuit het perspectief van een vogel die symbool staat voor de Afrikaanse diaspora. In de film wordt animatie afgewisseld met hedendaagse Nederlandse gebeurtenissen van de afgelopen 25 jaar. De gedachte achter het gebruik van de film is dat deelnemers niet de ervaringen kunnen ondergaan van een ander persoon maar wel hun acties en context kunnen proberen te begrijpen. Hiermee wordt empathie opgewekt ten aanzien van mensen uit de Afrikaanse diaspora wat kan leiden tot een vermindering van discriminatie en racistische uitingen.  
    De film toont verschillende vormen van institutioneel racisme in Nederland. Door middel van  het gebruik van animatie in combinatie met ‘echte’ verhalen van bekende en minder bekende zwarte Nederlanders wordt empathie ontwikkeld. Uit onderzoek blijkt dat dit een belangrijke voorwaarde is voor attitudeverandering. De echte beelden bestaan uit Nederlanders van kleur die racistisch worden bejegend, en in sommige gevallen daar zelf voor moeten boeten. De leerlingen zien een geanimeerde vogel lijden als gevolg van bekende en minder bekende Nederlandse gebeurtenissen waar sprake was van racisme. Uit een studie van het KIS blijkt dat om van houding te veranderen door de kennis over slavernij- en kolonisatieverleden is het belangrijk om empathie te ontwikkelen: een emotie van meevoelen met de ander. 
  2.  Bewustwording: Met de presentatie, film en het klassikaal gesprek dat vervolgens plaatsvindt worden leerlingen bewust gemaakt van dat racisme al eeuwenlang  een  ernstig probleem is dat tot op heden vaak onbestraft blijft in Nederland. Door middel van de film krijgen de leerlingen voorbeelden van hoe racisme tot uiting komt in de manier samenleving; op tv, tijdens een sportwedstrijd, etc. Leerlingen worden in de film geconfronteerd met (impliciete) vooroordelen en racisme ten aanzien van de zwarte gemeenschap en, het uitblijven van consequenties na racistische uitingen/gedragingen. 
    Daarnaast worden leerlingen bewust gemaakt van de doorwerking van het verleden op het heden. Tijdens een kennismakingsspel wordt de leerlingen gevraagd na te denken over hun familiegeschiedenis en hoe keuzes van hun (voor-)ouders hun leven beïnvloed hebben. Op die manier brengen we de geschiedenis dichterbij. We kijken dus eerst naar de geschiedenis door de bril van het heden. Vervolgens doen we hetzelfde maar dan andersom: we kijken naar het heden tijdens de film maar door de bril van het verleden. Welke sporen van het verleden zien we?
  3. Sociale norm: Door in gesprek te gaan over anti-zwart racisme wordt de norm uitgedragen dat racisme een thema is waar je over kan praten met elkaar in de klas. Leerlingen leren dat racisme onacceptabel is en dat hier iets aangedaan moet en kan worden. Met de presentatie, film en het nagesprek wordt de sociale norm uitgedragen dat racisme een ernstig probleem is waarvan het goed is het serieus te nemen en er oplossingen voor te zoeken. 
  4. Participatory problem solving: Leerlingen ontvangen opdrachten tijdens de training waarin zij in kleine groepjes aan de hand van de getoonde Nederlandse gebeurtenissen: 1) leren waarom die gebeurtenis niet oké is; 2) Nadenken over welke partijen allemaal betrokken waren bij die gebeurtenis; en 3) hoe de gebeurtenis het beste afgehandeld zou moeten/kunnen worden. Klassikaal worden alle antwoorden van de leerlingen besproken. Tijdens dit gesprek wordt ook de haalbaarheid van de aangedragen oplossingen besproken. Hier leren de leerlingen bijvoorbeeld dat vergelding gevoelsmatig wellicht ‘juist’ lijkt, maar niet altijd leidt tot de gewenste uitkomst. Hiermee wordt de leerlingen aangeleerd om out-of-the-box na te denken over wat zij kunnen doen in geval van racisme. Dit kan ervoor zorgen dat ze racisme in de toekomst minder voorkomt.  
  5. Kennisoverdracht: De training heeft een no-nonsense aanpak. Er worden geen doekjes gewonden om gebeurtenissen ‘behapbaarder’ te maken. ‘Het is wat het is’.  Deze aanpak blijkt een positief effect te hebben. ‘Het ligt daarom voor de hand om er geen doekjes om te winden en duidelijk te zijn over de immoraliteit van kolonisatie en slavernij.’ (KIS) ‘Dat betekent dat er een duidelijk verhaal moet worden neergezet over de schade van kolonisatie in plaats van een dubbel of onduidelijk verhaal waarin kolonisatie deels vergoelijkt wordt; in dat geval krijgen de mensen met een sterke Nederlander-identiteit veel meer mogelijkheden om defensief te reageren, zo stelt Doosje et al. (1998).’
    Tijdens de training starten we eerst met de eigen persoonlijke (migratie-)geschiedenis. Hierbij wordt een link gemaakt tussen het koloniaal- en slavernijverleden en de eigen persoonlijke geschiedenis. Uit het onderzoek van KIS blijkt dat dit een belangrijke voorwaarde is. Dichtbij brengen: ‘het is ook jouw geschiedenis’. Een andere voorwaarde die uit verschillende onderzoeken naar voren komt is dat er een relatie gelegd moet worden met de eigen regio: kennis zal letterlijk dichtbij moeten worden gebracht.  
  6. Situated Learning (Legitimate Peripheral Participation): De leerkracht leert tijdens de klassikale momenten (hoe) het gesprek met de klas aan te gaan over anti-zwart racisme. De leerkracht krijgt aanvankelijk de ruimte om als deelnemer te participeren en te gastdocent te observeren. Tijdens het bespreken van de groepsopdrachten wordt de leerkracht uitgenodigd om naast de gastdocent een faciliterende rol aan te nemen en de leerlingen te ondersteunen en coachen tijdens het bespreken van de oplossingen. 

Verandertheorie

Bekijk het schema

Evaluatie

  • Op het einde van de interventie is mondeling gevraagd naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (‘Wat vonden jullie ervan?’).
  • Via een formulier is er gevraagd naar de waardering/tevredenheid van de deelnemers (zoals: wat vond je er goed aan? Welke tips heb je nog? Wat kan er nog beter? etc.).
  • Momenteel loopt er een evaluatieonderzoek in samenwerking met Hogeschool Rotterdam naar de opbrengsten van de training. 

Wat heeft de evaluatie opgeleverd?

De evaluatie heeft plaatsgevonden onder ruim 300 leerlingen van het primair (groepen 6, 7 en 8) en voortgezet onderwijs (onderbouw) en hun leerkrachten. 

A) Inzichten – B) Aanpassingen

  • A) De training sluit goed aan op de leefwereld van de leerlingen.
  • A) Leerlingen waarderen het ‘echte’ gesprek over situaties die zij in hun leefwereld meemaken.
    • B) De duur van de training verlengt naar minimaal 2 uren zodat er meer ruimte is voor inbreng van de leerlingen. 
  • A) Leerlingen onder de 10 houden moeilijk de aandacht vast gedurende de training en zijn meer onder de indruk van de film en het taalgebruik in de film, waardoor we moeilijk tot de inhoud komen. 
    • B) De doelgroep aangepast naar 10 jaar en ouder/vanaf groep 7. 
  • A) Wanneer de film slechts eenmaal getoond wordt tijdens de training dan krijgen de leerlingen niet alles mee. 
    • B) De film wordt tweemaal tijdens de training vertoond en tussentijds worden de gebeurtenissen klassikaal besproken. 
  • A) Er is onvoldoende tijd voor en een grote behoefte aan het nabespreken van de film en de groepsopdrachten. 
    • B) Momenteel wordt gekeken naar de mogelijkheden om de training te verlengen naar 2 x 2 uur verspreid over 2 dagdelen. 
  • A) Leerlingen hebben behoefte aan concrete handelingen die zij kunnen uitvoeren om de gevolgen van racisme tegen te gaan. 
    • B) Momenteel wordt geïnventariseerd welke mogelijkheden/initiatieven er zijn voor leerlingen om met dit onderwerp aan de slag te gaan zodat deze aan het eind van de les gedeeld kunnen worden. Daarnaast wordt gekeken om de masterclass nog meer toe te spitsen op racisme binnen het onderwijs, of eigenlijk het ontmantelen van racisme binnen het onderwijs met behulp van de leerlingen zelf. Hoe uit racisme zich binnen het onderwijs?

Onderzoek

  • Barton, K. C., & McCully, A. W. (2005). History, identity, and the school curriculum in Northern Ireland: an empirical study of secondary students’ ideas and perspectives. Journal of Curriculum Studies, 37(1), 85-116.
  • Bijnaar. A. (2019). Slavernijonderwijs in de praktijk, wat gebeurt er in de klas? Een pleidooi voor meer aandacht voor de erfenis van het slavernijverleden. Beleid en Maatschappij (46) 2, 300-306.
  • Boler, M. (1997). The risks of empathy: Interrogating multiculturalism’s gaze. Cultural studies, 11(2), 253- 273.  
  • Buchanan, L. B. (2016). Elementary preservice teachers navigation of racism and whiteness through inquiry with historical documentary film. The Journal of Social Studies Research, 40(2), 137–154. doi:10.1016/j.jssr.2015.06.006  
  • Civitillo, S., Juang, L. P., Badra, M., & Schachner, M. K. (2019). The interplay between culturally responsive teaching, cultural diversity beliefs, and self-reflection: A multiple case study. Teaching and Teacher Education, 77, 341-351.
  • Felten, H. (2019). De invloed van educatie over slavernij- en koloniaal verleden uit meerdere perspectieven.
  • Heilbron. M. (2019). Naar een meerstemmig perspectief op het Nederlandse slavernijverleden. Beleid en Maatschappij (46) 2, 276-285.  
  • Lave, J., & Wenger, E. (1991). Situated learning: Legitimate peripheral participation. Cambridge University Press.
  • Martell, C. C. (2016). Divergent views of race: Examining Whiteness in the US history classroom.
  • Social Studies Research and Practice, 11(1), 93-111.  
  • Strandlund, N. R. (2014). The March of Remembrance and Hope: Critical Pedagogy and Social Justice Activism (Doctoral dissertation, Faculty of Graduate Studies and Research, University of Regina)  
  • Visée, A., & van Oers, B. (2013). Daar zit muziek in... Eindrapportage. Muziekschool Amsterdam.