Ik lig in bed na wéér een dag thuiswerken. Al twee maanden worden de dagen aaneengeregen door vrijwel dezelfde elementen: koffie en ontbijt, een laptop, een wandeling, virtuele meetings, boterhammen en nog meer koffie, nog een wandeling en op z’n tijd ontmoetingen met vrienden op afstand. De liefde die ik voel voor mijn vrienden is nog steeds dezelfde, maar de uiting hiervan is drastisch veranderd. Ik mis hun knuffels, ik mis mijn hand op iemands schouder kunnen leggen, ik mis tegen elkaar aan vallen van het lachen. En op z’n tijd mis ik zelfs het opbotsen tegen een onbekende op straat. Ik hoor het van meer mensen om me heen: de afwezigheid van aanraking doet wat met ons. Nog nooit was ik me er zo van bewust hoe belangrijk en vanzelfsprekend fysiek contact is voor mij. Een oerbehoefte die al tijden onbevredigd is. Kortom, we hebben huidhonger (Volkskrant, 17 april jl, 'Een aanraking is een eerste levensbehoefte').