‘Hulplijn Radicalisering verlaagt drempel naar hulpverlening’

Kennisplatform Inclusief Samenleven beschreef begin dit jaar dertien praktijkvoorbeelden die in Nederland zijn ontwikkeld en toegepast om radicalisering van islamitische jongeren te voorkomen. Zes van deze interventies zijn nu versterkt en overdraagbaar gemaakt waardoor ook andere organisaties of gemeenten ermee aan de slag kunnen. Een van die interventies is de Hulplijn Radicalisering van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN).

Artikel
Polarisatie en verbinding

Wat doet de Hulplijn?

De Hulplijn biedt informatie, advies en hulp. Wanneer extra hulp nodig blijkt te zijn, wordt de hulpvrager gekoppeld aan een vertrouwenspersoon die de hulpvrager verder ondersteunt. Door op basis van etniciteit, geslacht en woonplaats een match te vormen tussen hulpvrager en vertrouwenspersoon, wordt het vertrouwen gewonnen en de drempel naar formele hulp verlaagd. Naast de inzet van de vertrouwenspersonen op casusniveau organiseert de Hulplijn ook voorlichtingsbijeenkomsten om kennis en bewustwording onder de lokale gemeenschap te vergroten.

Voor wie is de Hulplijn?

De Hulplijn richt zich primair op ouders en familieleden van een radicaliserend persoon. Dat kunnen zowel ouders zijn met een migratieachtergrond als ouders met een Nederlandse achtergrond. Ook professionals kunnen de Hulplijn benaderen voor meer informatie en advies. De Hulplijn is voor iedereen toegankelijk.

 

Moeder belt: ik ben bang dat mijn dochter radicaliseert
‘Mijn dochter is vier jaar geleden bekeerd. Nu wil ze naar Brussel verhuizen en ze zegt niet waarom.’ Of: ‘Mijn zoon trekt zich steeds meer terug en kijkt verdachte filmpjes op YouTube.’ Met dergelijke zorgen bellen ouders naar de Hulplijn Radicalisering van het SMN. Begin 2016 tekende Kennisplatform Inclusief Samenleven de ervaringen van een vertrouwenspersoon van de Hulplijn op.

Waarom de Hulplijn?

Verschillende interventies richten zich op de preventie van radicalisering van jongeren. Maar het ondersteunen van de ouders wordt vaak vergeten. Om radicalisering vroeg te kunnen signaleren, spelen ouders, familieleden evenals professionals een belangrijke rol. De begeleiding en ondersteuning van de sociale omgeving van jongeren is van groot belang. Volgens het SMN voelen ouders zich echter vaak onzeker en niet gehoord met betrekking tot het zoeken van hulp.

Omdat de Hulplijn een initiatief is vanuit de eigen gemeenschap, wordt de doelgroep beter bereikt, aldus het SMN. De koppeling van een hulpvrager aan een vertrouwenspersoon zorgt bovendien dat de onzekerheid van de ouders vermindert. Dat maakt het makkelijker om de eerste stap naar de hulpverlening te maken. Daarnaast ervaren hulpvragers SMN als toegankelijker omdat het geen onderdeel is van de overheid. Met de Hulplijn neemt het SMN het initiatief om vanuit de eigen verantwoordelijkheid en kracht weerbaarheid tegen radicalisering te vergroten.

Wat zijn de doelen?

Doel van de Hulplijn is dat ouders, betrokkenen en professionals informatie, advies en ondersteuning krijgen met betrekking tot vragen en zorgen over radicalisering. De Hulplijn probeert de drempel naar formele hulp voor ouders en betrokkenen te verlagen door hulpvragers de mogelijkheid te bieden om in veiligheid en vertrouwen hun zorgen te delen. Vertrouwenspersonen dienen hierbij als een luisterend oor en tonen steun en begrip voor hun zorgen. Door middel van voorlichtingsbijeenkomsten wordt tevens geprobeerd om kennis over radicalisering bij ouders en betrokkenen te vergroten. Hierdoor zal de omgeving in staat zijn signalen van radicalisering (tijdig) te herkennen.

voorlichtingsbijeenkomst smn
Voorlichtingsbijeenkomst SMN

Welke resultaten heeft de Hulplijn geboekt?

Cijfers afkomstig uit het eerste jaar van de Hulplijn laten zien dat het bestaan van de Hulplijn zijn vruchten heeft afgeworpen. In december 2016 heeft de Hulplijn 558 hulpverzoeken ontvangen. Hiervan waren 160 gevallen van radicalisering dermate heftig dat de Hulplijn een interventie heeft georganiseerd, al dan niet met de inzet van een vertrouwenspersoon.

Voor wie is de interventie interessant?

Radicalisering is niet een probleem binnen specifiek de Marokkaanse gemeenschap. Daarom kan de methodiek van de Hulplijn ook nuttig zijn voor andere etnische groepen. Migranten- en vluchtelingenorganisaties van bijvoorbeeld Nederlanders met een Turkse, Somalische en Syrische achtergrond kunnen voordeel halen uit de opgedane kennis en expertise van de Hulplijn. In de toekomst kunnen zij een bijdrage leveren aan de implementatie van de Hulplijn in hun eigen gemeenschap. Denk aan het trainen en coachen van vertrouwenspersonen uit de eigen achterban van deze organisaties. Hierdoor wordt de poule van vertrouwenspersonen meer divers en het bereik van de Hulplijn vergroot.

Tot slot, hoe wordt de interventie onder de aandacht gebracht?

Het handboek wordt 26 januari in Utrecht gepresenteerd. Belangstellenden kunnen contact opnemen met SMN. Ga voor meer informatie naar de website.

Meer informatie?Neem contact op met:

Jolijn Broekhuizen

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-2303260
Afbeelding

Marijke Booijink

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892123
Afbeelding