Wat motiveert het mkb om aan de slag te gaan met objectief werven en selecteren?

Niet afgaan op de ‘klik’ met de kandidaat of je laten leiden door je gevoel dat deze ‘goed in het team past’, maar in plaats daarvan systematisch checken welke kandidaat de beste competenties heeft. Dat is objectief werven en selecteren in een notendop. Steeds meer grote bedrijven zijn hier al mee aan de slag, maar hoe zit dat met het mkb? KIS heeft in 2023 onderzocht of objectief werven en selecteren mkb’ers aanspreekt. In deze online publicatie beschrijft KIS het onderzoek en de uitkomsten.

Liever als artikel lezen?

Deze online publicatie is ook als artikel te lezen. 

Bekijk het artikel

Auteurs: Jolien Geerlings, Marit Verstappen, Hanneke Felten en Serena Does.

Online publicatie
Werk

Praktijktesten

Een van de manieren die gebruikt is in dit onderzoek is een praktijktest, om erachter te komen welke van deze drie argumenten het aansprekendst is voor mkb’ers. Voor deze praktijktest is er een e-mail gestuurd naar driehonderd ondernemersverenigingen. Deze e-mail bevatte een aansprekende uitnodiging met de vraag of de onderzoekers op een van hun bijeenkomsten iets mochten komen vertellen over objectief werven en selecteren.

Daarbij zijn er drie verschillende versies van de e-mail gemaakt: telkens werd er één van de eerdergenoemde drie argumenten gebruikt om toe te lichten waarom het belangrijk is om hier aandacht aan te besteden. Elke versie is vervolgens naar honderd van de driehonderd ondernemersverenigingen gestuurd. Het doel was om op basis van de positieve reacties te meten welk argument voor de ondernemersverenigingen het aantrekkelijkst is: de fairness case (om eerlijk en zonder vooroordelen te selecteren), de business case (omdat het goed is voor je bedrijf) of de legal case (je voldoet hiermee makkelijker aan de nieuwe wet).

Werkwijze

In totaal hebben we 93 reacties gekregen op de 300 uitnodigingen. Deze reacties konden we plaatsen in drie categorieën. Sommige mkb-verenigingen reageerden met een duidelijke afwijzing waarin ze aangaven dat ze daar inhoudelijk geen interesse in hadden. Anderen wezen de uitnodiging af vanwege praktische redenen. Ten derde waren er verenigingen die duidelijk geïnteresseerd waren of het op een later tijdstip wilden inplannen. Twee onderzoekers hebben onafhankelijk van elkaar alle reacties gecodeerd en in een van de drie categorieën geplaatst. In 91 procent van de gevallen kenden ze dezelfde code toe. In de overige gevallen hebben de onderzoekers overlegd en zijn ze samen tot overeenstemming gekomen. In onderstaande tabel staat hoeveel reacties er kwamen op de verschillende uitnodigingen, en of die reactie afwijzend of geïnteresseerd was. Deze resultaten dienen voorzichtig te worden geïnterpreteerd gezien het relatief kleine aantal respondenten.

Tabel: reacties van mkb-verenigingen in drie categorieën

 Reacties (aantal, percentage)
ArgumentInhoudelijke afwijzingPraktische afwijzingInteresseTotaal
Goed voor bedrijf 
(business case)
8
25%
8
38.1%
16
40%
32
34.4%
Eerlijker proces 
(fairness case)
16
50%
7
33.3%
15
37.5%
38
40.9%
Voldoen aan wettelijke verplichtingen 
(legal case)
8
25%
6
28.6%
9
22.5%
23
24.7%
Totaal8
25%
21
100%
40
100%
93
100%

Eerlijker proces-argument spreekt aan én schrikt af

Allereerst hebben we gekeken naar welke van de drie argumenten de meeste reacties opleverde. ongeacht of deze reacties positief of negatief waren. Er kwamen 32 reacties op de uitnodiging met het argument dat het goed is voor het bedrijf (business case), 38 op de e-mail met het argument over eerlijker proces (fairness case) en 23 op het argument dat het een wettelijke verplichting is (legal case). Het wettelijke verplichting-argument lijkt dus minder reacties op te leveren dan de andere twee argumenten.

Vervolgens keken we naar de positieve en negatieve reacties die de argumenten opleverden. Inhoudelijke afwijzing betekent dat mensen niet geïnteresseerd waren in het onderwerp. Deze reactie volgden in 16 gevallen op een uitnodiging met het eerlijker proces-argument, 8 keer op het goed voor het bedrijf-argument en 8 keer op het wettelijke verplichting-argument. Praktische afwijzing houdt in dat het praktisch onmogelijk was volgens de ondernemersvereniging om ons uit te nodigen bijvoorbeeld omdat het programma voor de komende tijd bijvoorbeeld al vol zat.

Het eerlijker proces-argument lijkt meer negatieve reacties op te leveren. Tegelijkertijd zien we juist bij dit argument dat het tot veel positieve reacties met interesse leidt (15 reacties), net als bij het goed voor het bedrijf-argument (16 reacties). Dit is minder het geval bij het wettelijke verplichting-argument (9). Bij het goed voor bedrijf-argument zijn de positieve reactie juist in de meerderheid (16) vergeleken met de inhoudelijke (8) en praktische (8) afwijzingen. Het eerlijker proces-argument lijkt dus zowel duidelijke positieve als negatieve reacties op te roepen, terwijl het goed voor bedrijf-argument meer interesse dan inhoudelijke afwijzing lijkt op te roepen.

Kortom: het wettelijke argument spreekt mogelijk minder aan. Het eerlijker proces-argument zou mogelijk ondernemersverenigingen zowel kunnen afschrikken als engageren. En het argument dat objectief werven en selecteren goed voor het bedrijf is, lijkt grotendeels interesse op te wekken.